Als je vader psychisch ziek is
Linda van Duiven (20): Ik kan mijn pa niet bereiken
„Soms sla ik met mijn vuisten tegen de muur van onmacht. Dan weet ik niet hoe ik met mijn vader moet omgaan.” Linda van Duiven (20) heeft een vader die psychisch ziek is. Vandaag is het de landelijke dag voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP-kinderen). Daarom vertelt Linda haar verhaal aan Magneet. „Het is vreselijk als je geen normaal gesprek met je vader kunt voeren.”
„Als ik terugdenk aan mijn jeugd, was mijn vader altijd al anders dan andere vaders. Hij luisterde niet goed naar wat ik vertelde. Dat ging gewoon langs hem heen. Als ik hem wat vroeg, gaf hij amper antwoord. Dat vond ik vreemd. Maar ik dacht dat dat bij zijn karakter hoorde.
Mijn vader wil de dingen precies op zijn manier doen. Daar valt niet over te praten. Hij las bijvoorbeeld lange tijd elke zondagmiddag voor uit een catechismusverklaring. Ik was toen een jaar of acht en snapte het niet goed. Mijn jongere broertjes en zusjes nog veel minder. Als een van mijn broertjes dan in slaap dommelde, zei mijn vader: „Je hebt er niks van gehoord, ik begin weer opnieuw.” Op een gegeven moment probeerde ik het boek te verstoppen. Ik ging zo tegen de zondagmiddag opzien.
Ook vond hij dat ik -ik was toen dertien jaar- na een verjaardag per se om halftien thuis moest zijn. Mijn vriendinnen mochten langer blijven, maar dat was geen excuus. Hij kwam me persoonlijk ophalen. Dat vond ik vreselijk, want hoe moest ik dit mijn vriendinnen uitleggen? Ik verzon dan maar een smoesje dat hij bijvoorbeeld niet wilde dat ik alleen over straat ging en me alleen maar om halftien op kon halen.
Als ik tegen de strakke regels van mijn vader inging, werd hij vreselijk kwaad. Ik moest m’n ouders eren en hen gehoorzamen. Van deze opmerkingen raakte ik helemaal van slag. Ik wilde zo graag een goede dochter zijn en naar m’n vader luisteren. Maar een normaal gesprek was niet mogelijk. Het moest altijd precies gaan zoals hij wilde.
Tijdens het eten is hij nog steeds de grote afwezige. Hij zit er wel bij, maar dat is alleen lichamelijk. Alleen als hij iets negatiefs hoort, kan hij opeens in woede uitbarsten. Dan zoekt hij niet uit wat er precies aan de hand is. Vaak begint hij te schreeuwen. Pas brak hij uit boosheid aan tafel een pollepel.
Toen ik in de tweede klas van het voortgezet onderwijs zat, vertelde ik mijn vriendin over mijn vader. Zij was heel verbaasd. Zij zag hem juist als een zachtaardige man. Dat is het probleem. Mijn vader doet naar de buitenwereld heel anders dan naar ons gezin. Dat maakt me soms erg boos. Waarom kan hij naar anderen wel aardig zijn? Op zo’n moment voel ik me als kind in de steek gelaten.
Soms ben ik erg verdrietig. Vooral als mijn vader lelijk doet tegen m’n moeder. Mijn broer kwam pas later thuis dan afgesproken. Toen mijn moeder zich ermee bemoeide, duwde mijn vader haar hardhandig naar de slaapkamer, ging achter haar aan en deed de deur op slot. Ik hoorde hem schreeuwen en was bang dat hij mijn moeder wat aan zou doen. Mijn broertjes en zusjes huilden voor de slaapkamerdeur. Op zo’n moment welt er een grote snik in je op. Waarom gebeurt dit? Ik eiste dat m’n vader de deur opendeed. Wat ik daarna tegen hem heb gezegd, zal ik maar niet herhalen. Van deze woorden heb ik ontzettend spijt. Hij is toch m’n vader.
Mijn ouders zijn een paar keer in therapie gegaan. Maar dat liep telkens mis. Mijn vader wilde dat m’n moeder veranderde; met hem was niks mis. Nu wil hij geen hulp meer. Daarom is er ook nooit een diagnose gesteld. Twee jaar geleden las ik in de Gezinsgids over het syndroom van Asperger. Dit is een vorm van autisme. Mijn moeder en ik herkenden zo veel hieruit. Voor ons staat vast dat hij hieraan lijdt.
Bij Eleos heb ik een cursus gevolgd voor kinderen van ouders met psychische problemen. Daar ontmoette ik jongeren die het voor mijn gevoel nog veel moeilijker hadden. Ik leerde daardoor te kijken naar wat ik nog wel had. Ook geeft het lucht als je met anderen over je thuissituatie kunt praten.
Ondanks dat ik nog vaak opstandig ben, weet ik dat ik met alle problemen bij de Heere mag komen. Dat geeft soms enorme troost. Af en toe heb ik ook medelijden met mijn vader. Hij leeft zo zijn eigen leventje. Ik kan hem daarin niet bereiken. Niet door te praten, te schreeuwen of te huilen. Alles laat hem koud. Dat is moeilijk. Maar hij blijft wél m’n vader.”
Linda heet in werkelijkheid anders.
Tips voor KOPP-kinderen
Een extra handje meehelpen thuis is prima, maar je bent geen vader of moeder. Zorg ook voor jezelf. Houd tijd voor contact met vrienden, sporten of muziek maken.
Praat met mensen die je vertrouwt: een goede vriend of vriendin, je dominee, clubleider, je huisarts of je mentor op school. Praten helpt; het lucht op en het helpt je te ontdekken wat normaal is en wat niet.
Bedenk dat jij niet verantwoordelijk bent voor het gedrag van je ouder(s). Als mensen vragen en/of vooroordelen hebben: probeer ze (kort) uit te leggen wat er aan de hand is.
Zoek informatie over de ziekte van je ouder, zodat je beter begrijpt wat bij de ziekte hoort en wat je kunt verwachten.
Geef je op voor een KOPP-groep: een cursus voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen om je te helpen voorkomen dat je zelf ook psychische problemen krijgt. Kijk op www.eleos.nl bij Preventie/Dienstverlening.
Bron: Eleos