Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Geen discussie

Het was al na twaalven, die heerlijke herfstavond in september 1987, dat ik de hoek van de Kruisstraat zou omgaan om mijn auto voor de pastorie in de Langestraat te parkeren.

Drie mannen stonden op de hoek te praten. Drie leden van de gemeenteraad van de toen nog zelfstandige gemeente Genemuiden. Een SGP’er, een VVD’er en een PvdA’er.

Toen ik de deur van de auto had dichtgedaan, riep er een op onderdrukte toon: „Nou dominee, u bent ook niet vroeg!” Ik zei: „Jullie ook niet. Waar komen jullie vandaan?” „We hadden gemeenteraadsvergadering.”

Ik liep naar hen toe. Na te hebben aangehoord waarover ze stonden na te praten, kwam het gesprek algauw op de Bijbel en christelijke politiek. Begrijpelijk, nu de dominee aanschoof in het gesprek. Het duurde dan ook niet lang of, in een echt vriendelijke, Gellemuniger onder-ons-sfeer, kwam het herhaaldelijk tot welles-nietes. Overtuigen doe je een VVD’er immers niet gauw dat hij met zijn partij voor vrijheid net naast de echte vrijheid is beland, net zo min als dat een PvdA’er toegeeft dat zijn ontzuiling, die alleen maar resulteerde en resulteert in ontchristelijking, morele en emotionele chaos bewerkt.

Toen het gesprek eventjes stopte, vroeg er een: „Maar waar komt u eigenlijk zo laat vandaan, dominee? Bent u wezen preken?” Ik vertelde dat ik na een vergadering was gebeld door een familie. Hun moeder, Jennigje Meuleman -in Genemuiden blijven de meeste getrouwde vrouwen beter bekend onder hun meisjesnaam dan onder die van hun man-, 85 jaar oud, lag op sterven. De volgende dag, als ik me niet vergis, is ze gestorven. Ik kwam er net vandaan.

En zonder er verder bij na te denken of te bedoelen, vertelde ik iets over deze godzalige vrouw. Hoe haar leven was geweest, en hoe ze die avond, zo zwak als ze was, een helder en heerlijk getuigenis had mogen geven van de hoop die in haar was. Dat God getrouw zou zijn wanneer het uur van sterven kwam, omdat Hij al die jaren getrouw was gebleven sinds ze op de smalle weg mocht wandelen.

Jennigje Meuleman, een van de laatsten in de kerk van Genemuiden in klederdracht, was een welbekende onder het geoefende volk. Ze mocht weten en vertellen hoe de Heere, jaren daarvoor, haar ziel in vrijheid had gezet, op een vroege morgen, toen ze naar het land zou gaan om te melken. Dat gebeurde met de woorden uit Hosea 2 vers 13-14: „Daarom, zie, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen van haar jeugd, en als ten dage, toen zij optrok uit Egypteland.”

Het getuigenis van die bewuste avond herinner ik me niet meer. Al zie ik haar nog zo voor me, liggend op het bed: afgeleefd, maar toch jong! „Die uw jeugd vernieuwt als van een arend.”

Toen ik uitverteld was, was ook de discussie ten einde. Stilletjes groette iedereen iedereen en ging hij zijns weegs. Niet discussiëren over wat waar en wat niet waar is, maar getuigen.

Nee, ik getuigde niet over of vanuit mezelf. Ik gaf alleen maar door wat een ander, een eenvoudige, maatschappelijk onbetekenende boerenvrouw, mocht vertellen over de verborgen omgang met haar God, de hoop voor haar naderend sterven. Het was wel een getuigenis en geen discussie.

En dat is onze opdracht. Niet: „gij zult Mijn discussiepartners zijn”, maar: „Gij zult Mijn getuigen zijn!”

Garderen, ds. W. Pieters

Reacties (1)

willem ippel
bezorger
Quote bericht
aantal posts:4

prachtig