Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Zien of hebben

Het was in mijn studententijd dat ik in een Zeeuwse gemeente een opmerkelijk gesprek had op zondagavond, na drie diensten. Er was daarna gezelschap geweest en toen iedereen weg was, zat er in een donkere hoek van de kamer nog een man die de hele avond niets gezegd had.

Ik schoof mijn stoel naar de zijne om hem te vragen naar de reden van zijn stilzwijgen. „Och”, zei hij, „ze hebben wel eens tegen me gezegd: „Zien is nog geen hebben.”” Ik dacht zijn toestand een beetje te begrijpen en antwoordde: „Daar heb ik deze week een artikel over gelezen in De Wachter Sions.” „Ik heb het ook gelezen”, zei hij.

„Ik was het ermee eens”, zo probeerde ik het gesprek op gang te brengen, en hij stemde er ook mee in. Ds. F. Mallan had erover geschreven in zijn rubriek ”Antwoord per Brief”, naar aanleiding van een vraag over wat ds. C. Smits schreef over gezelschapstaal.

Ds. Mallan begon zijn antwoord met het volgende citaat uit een boek van ds. Smits: „Welk een taal hoort men hier! Tevergeefs vindt men hier de dwalingen die men in ons land in predikaties van de laatste tijd leest en in gesprekken van godsdienstige mensen hoort, zoals: „Zien is geen hebben” of „Zondebedekking is nog geen vergeving” en dergelijke onschriftuurlijke uitdrukkingen, die in onze tijd burgerrecht hebben verkregen. Trouwens, men vindt deze uitdrukkingen ook niet bij de Hollandse oudvaders.”

Ds. Mallan gaat vervolgens met grote voorzichtigheid met de uitdrukking ”Zien is nog geen hebben” om. Hij weet van de goede bedoelingen die er kunnen zijn van hen die zo spreken, maar omdat de uitdrukking zo veel misbruikt wordt, gebruikt hij ze zelf niet. Hij weet van veel zielen die door zulke uitdrukkingen jaren in duisternis en verwarring hebben verkeerd.

Met zo iemand had ik hier nu te maken. Tijdens het verdere gesprek bleek hoe de Heere hem de weg der zaligheid in Christus geopenbaard had. Wat God openbaart, doet kracht in de ziel. Wie durft te zeggen dat er dan niets gekregen wordt? En al is er meer te leren en zijn er oefeningen in het geloofsleven, toch was er iets in van wat het volk in de woestijn ervoer dat op de verhoogde koperen slang mocht zien. Er ging genezende kracht van uit!

Ik heb die droeve toestand nog eens meegemaakt bij een oude vrouw uit Rotterdam-Zuid. Ze was als vierjarig kind de Heere gaan zoeken, maar leefde in een tamelijk onverschillig gezin. Ze diende later bij ds. Janse in Tholen. Ze kon helder vertellen over Gods weg met haar en ook hoe het de Heere behaagd had haar Zijn Zoon te openbaren. Maar daarin liep ze vast en zei: „Ik ben bang dat het alles nog niets is, want er kwam een man bij me die zei: „Zien is nog geen hebben!””

Ik dacht aan ds. P. Honkoop sr., die ik eens van zulke mensen hoorde zeggen: „Ze lopen met grote klompen over het tere gras en trappen het in de modder, zodat het nooit meer overeind komt!” Deze vrouw is in het donker geraakt en gebleven totdat ze zwaar dement was. Ze herkende toen niemand meer.

Ik zocht haar op met een ouderling die haar vroeg: „Verlang je nog wel eens naar de hemel?” Ze antwoordde, ondanks haar zware dementie: „Nee, maar wel naar de God van de hemel!” Daarin was ze helder gebleven! Ik mocht er enkele weken later getuige van zijn dat de engelen haar ziel thuisbrachten.

Apeldoorn, ds. C. J. Meeuse

Dit artikel was woensdag te lezen op de Achterkrant van het Reformatorisch Dagblad.

Reacties (1)

man_on_fire
bezorger
Quote bericht
aantal posts:31

hmz.. dit gaat me boven mn pet...