Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Praten met handen

Hugo: Ik mis het horen niet

Hugo van Leeuwen (15) kijkt naar de razendsnelle gebaren van zijn zus Anneleen (22). Zij vertaalt de vraag in gebarentaal. Hugo, die vanaf zijn geboorte doof is, antwoordt in spreektaal. „Elke maandag- en vrijdagavond ben ik vakkenvuller bij de C1000.”

...half...

...half...

...zeven...

...zeven...

„Ik wil iets gaan doen met computers of elektrotechniek. Maar op dit moment zit ik nog in 4 vmbo van de Effatha Scholengemeenschap in Zoetermeer. We zitten met z’n zessen in de klas, drie jongens en drie meiden, allemaal doof. Natuurlijk luisteren we niet altijd even goed naar de docent. Af en toe gooien we wel eens proppen papier of halen we andere streken uit.

We hebben net als op een gewone school alle vakken die nodig zijn. Het leukst vind ik de praktijk, op grote houten panelen allerlei stroomcircuits in elkaar leren zetten. Gelukkig heb ik nog nooit een stroomschok gehad.

Voor de middelbare school zat ik op twee basisscholen. Vier dagen per week ging ik naar de Effatha-basisschool voor doven en één dag per week naar de reformatorische basisschool hier in Maartensdijk. Daar volgde ik vooral creatieve vakken. Het bijbelverhaal las ik altijd mee in een kinderbijbel, want de juf kende geen gebarentaal.

Op de Effatha-school gaat het praten met anderen veel makkelijker. Iedereen gebruikt gebarentaal. Communiceren met mijn dove vrienden is geen probleem. Thuis kan vrijwel iedereen spreken met zijn handen. Mijn twee oudere broers zijn ook doof.

Gebarentaal.

Gebarentaal.

Alhoewel ik ook horende vrienden heb, zijn de meeste vrienden van mij doof. Met horende vrienden is wel moeilijker. Een enkeling kent een beetje gebarentaal. Anderen hebben het vingeralfabet uit het hoofd geleerd. Wat ik niet kan aflezen aan de gezichten of gebaren, vraag ik gewoon. Op een feestje kijk ik meestal. Als ik iets niet begrijp of als me iets ontgaat, vraag ik om uitleg.

Ik mis het horen niet. Ik weet niet beter. Al vanaf mijn geboorte ben ik doof. Gebarentaal voldoet prima. Spreken tegen horende mensen die de gebaren niet kennen, leerde ik op de Effatha-basisschool. Daar kreeg ik naast de gewone vakken les in gebarentaal en logopedie. Vooral in het begin was spreken moeilijk.

De gebarentaal gaat eigenlijk vanzelf. Het is de Nederlandse versie. Er zijn wel verschillende dialecten. In Groningen gebruiken ze andere gebaren voor bepaalde woorden dan in Zoetermeer. Buitenlanders hebben ook weer een andere gebarentaal.

In mijn vrije tijd zit ik veel achter de computer. Msn’en of e-mailen is ideaal. Verder speel ik vaak ”RunEscape”, een computerspelletje met mensen uit allerlei landen. Tijdens het spelen kunnen we chatten. In het Engels en in het Nederlands. Ik ga ook regelmatig lekker naar buiten, met vrienden een balletje trappen. Elke maandag- en vrijdagavond werk ik bij de C1000, hier in het dorp. Als er een klant is die iets vraagt, help ik. Kan ik niet aflezen wat hij wil, dan stuur ik ’em door naar een collega.

Natuurlijk, ik ben wel eens boos of verdrietig. Dat laat ik dan zien met mijn gezicht. Andere dove mensen tonen dat met heftige gebaren. Ik loop niet stampend weg zoals mijn zus als ze boos is.

Regelmatig nodig ik dove vrienden uit voor een logeerpartij. Gezellig. ’s Avonds in bed hangen we hele verhalen op. Alleen wij moeten stoppen als het licht uitgaat. Dan zien we niet meer wat de ander zegt. Al hebben we er wel iets op bedacht: we houden onze handen tegen elkaar en spellen vervolgens de letters van het alfabet. Zo doen doofblinde mensen dat ook.

Op de zondagen lees ik in de kerk zelf uit een prekenboek. Toen ds. Reinders hier stond, werkte hij zijn preek uit en las ik mee tijdens de dienst. Vaak had ik tijd over, omdat het lezen sneller gaat dan wat de predikant zegt. Dan droomde ik weg of kletste ik met een broer of zus. Dat maakt toch geen geluid.

Met begrippen zoals ”God” en ”Heilige Geest” heb ik weinig moeite. Daarvoor zijn gebaren in de gebarentaal. Een term als ”heiligmaking” is veel lastiger, maar voor zulke woorden zijn wel gebaren. Desnoods gebruik ik het vingeralfabet. Tijdens het gebed doe ik gewoon mijn ogen dicht en bid ik in gedachten. Thuis voor het eten gaat het net zo. Dan bid ik het ”Onze vader”.”

Reacties (2)

juli
bezorger
Quote bericht
aantal posts:1

lydia mag ik jouw mailadres?
antwin
correspondent
Quote bericht
aantal posts:145

ik kan da nie