Geplaatst:19 sep 2005 13:41 - Gewijzigd: 19 sep 2005 13:41

Politieagent op Prinsjesdag

Prinsjesdag is een feestdag. Zeker voor kinderen uit Den Haag. Zij hoeven dan niet naar school. Maar niet voor iedereen is het een vrije dag. Er zijn die dag bijvoorbeeld heel veel politieagenten aan het werk. Ze zorgen voor de veiligheid en voor veel andere dingen. Wat dan allemaal? Dat lees je in dit interview met Gert-Jan van Duijvenbode. Hij werkt bij de politie Haaglanden en weet alles van Prinsjesdag 2005.

Meneer Van Duijvenbode, wat doet u precies bij de politie Haaglanden?

„Ik werk bij het bureau conflict- en crisisbeheersing operationele zaken. Als er grote gebeurtenissen zijn in Den Haag staan wij paraat. Denk bijvoorbeeld aan voetbalwedstrijden, concerten, demonstraties, maar ook aan bezoeken van buitenlandse staatshoofden, aan Koninginnedag, aan begrafenissen van leden van het Koninklijk Huis en aan Prinsjesdag.”

Hoe verdeelt u het werk op Prinsjesdag?
„We verdelen het werk voor de politieagenten in verschillende groepen. Elke groep wordt geleid door een commandant. Met een aantal collega’s zorg ik ervoor dat de commandanten hun werk goed kunnen doen.We zijn de spinnen in het web.Wij verdelen de route die de gouden koets rijdt en de binnenstad van Den Haag in vakken. Elke commandant moet in zijn vak zorgen voor openbare orde en veiligheid.”

Wanneer begint Prinsjesdag voor u?
„Eigenlijk al in juli. Dan beginnen de besprekingen met de commandanten.”

Waarover hebt u het tijdens die vergaderingen?
„Na het eerste overleg gaat elke commandant voor zijn eigen vak een plan maken. Daarin staat bijvoorbeeld hoeveel ruiters hij moet hebben, hoeveel politieagenten, hoeveel rechercheurs en dergelijke. Daarna komen we opnieuw bij elkaar en bekijken we samen of de plannen goed op elkaar zijn afgestemd. We kijken bijvoorbeeld of er genoeg motoragenten zijn om de leden van het Koninklijk Huis te begeleiden naar Paleis Noordeinde, de plaats waar de gouden koets aankomt en later op de dag weer vertrekt. We kijken ook of de rit met de goudenkoets goed zal verlopen.”

Wat regelt u nog meer voor Prinsjesdag?
„Politieagenten zijn ook mensen. Dus ze moeten ook een broodje krijgen en ergens naar de wc kunnen. We maken dan gebruik van rijksgebouwen die dicht bij de route liggen. Dat moet natuurlijk allemaal erg goed worden geregeld. De politie mag, net als alle andere mensen, in principe de route van de gouden koets niet oversteken. Dus het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat de politieagenten aan de ene kant van de route moeten zorgen voor de veiligheid en aan de andere kant hun broodjes krijgen. Als je in weinig woorden wil zeggen wat we doen, kun je het zo zeggen: De politie zorgt ervoor dat het feest van Prinsjesdag netjes verloopt.”

Hoe komt u toch aan zoveel agenten opPrinsjesdag?
„Die halen we uit de verschillende wijken uit de regio Haaglanden. We kunnen natuurlijk niet iedereen oproepen; de veiligheid in de wijken moet gehandhaafd blijven. We doen ook een beroep op de vrijwillige politie. Dat zijn mensen die in hun vrije tijd de politie helpen als er grote evenementen zijn.”

De politieagenten zien er op Prinsjesdag anders uit dan anders, veel deftiger. Hoe zit dat?
„De agenten die op Prinsjesdag rond de route aanwezig zijn, moeten in gekleed tenue komen. Dat is speciale kleding voor bijzondere gelegenheden. De agenten dragen dan witte overhemden in plaats van blauwe. Ze hebben mooie colberts aan met daarop witte koorden. Verder dragen ze witte handschoenen. Wij zorgen ervoor dat ze er piekfijn uitzien. Iedereen móet zijn schoenen poetsen…”

Hoeveel politieagenten zet u in op Prinsjesdag?
„Dat vertel ik u niet. Dat is geheim. Ik wil u wel een ander geheim verklappen. Op Prinsjesdag hebben we niet alleen mensen in heel nette politiepakken, maar ook agenten in burger. Zij bevinden zich tussen het publiek en letten erop dat er geen dingen fout gaan. Hoeveel mensen we op die manier inzetten, vertel ik helemáál niet.”

Wanneer starten de agenten op Prinsjesdag met hun werkzaamheden?
„Dat gebeurt al op de maandagavond. We plaatsen dan de eerste hekken. Auto’s die dan nog langs de route staan, worden verplaatst. Op Prinsjesdag zelf komen de agenten in groepen op. De eersten starten alom zes uur. Om acht uur komt de volgende groep en om tien uur de laatste.We zijn dan op volle sterkte.

Zodra de agenten zich hebben gemeld, krijgen ze informatie over wat ze moeten doen. Daarna moeten ze de straat op, naar het vak waar ze zijn ingedeeld. Dat moet ook, want het centrum van Den Haag stroomt dan vol. De eerste belangstellenden zitten natuurlijk al voor zeven uur op een plekje langs de route. We proberen de mensen waar mogelijk te helpen. Politieagenten zijn die dag ook vraagbaak voor iedereen.We helpen mensen met een handicap die met bussen komen. Ze moeten doorde route heen en wij zorgen dat dat zogezegd Žop rolletjesŽ gaat. Om elf uur wordt de hele kring rond de route afgesloten. Tegen die tijd komen ook de militairen aan die de erewacht langs de route vormen.”

Wat voor soort politieagenten zet u in?
„Ik noemde al de agenten in het nette pak. Ze staan langs de route en zorgen ervoor dat de route vrij blijft voor de stoet. Ik noemde ook al de rechercheurs in burger die zich tussen het publiek bevinden. Zij kijken of alles goed gaat en kunnen snel ingrijpen. Dan hebben we de collega’s van de bereden brigade: de politie agenten te paard. Zij openen de stoet.

We hebben ook een groep motorrijders. Zij zorgen voor het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis van hun huis naar Paleis Noordeinde. Ook de afdeling verkeer, die voor de afzetting zorgt, is die dag druk. En dan hebben we natuurlijk de dienst die ervoor zorgt dat de collega’s te eten en te drinken krijgen.”

Letten jullie op de veiligheid?
„Jazeker. We zetten agenten in om te kijken of er bommen zijn geplaatst. Soms zijn bepaalde stukken langs de route te vol, bijvoorbeeld bij Paleis Noordeinde als de leden van het Koninklijk Huis vanaf het balkon de samengestroomde menigte begroeten.”

Hoe ziet uw Prinsjesdag er uit?
„Tussen vijf uur en halfzes arriveer ik op het hoofdkantoor aan de Burgemeester Patijnlaan. Daar hebben we een commandocentrum. Daar zit de man die die dag algemeen commandant is. Ik ben daar om hem te ondersteunen. Als er vragen komen van collega’s zoeken we naar een antwoord. Indien nodig, nemen we in het commandocentrum ook de noodzakelijke beslissingen om alles in goede banen te leiden. Tot in de middag zit ik daar. Het is dan zo druk dat we eigenlijk niet eens tijd hebben om naar de Troonrede te luisteren.Dat doe ik als ik ’s avonds thuiskom en mijn benen pas echt kan strekken.”