Liefde voor kinderen
„Mijn eerste reactie was: „Daar ga ik niet heen, zo ver van huis en van mijn familie.” Toch kon ik niet loskomen van het idee om in het buitenland stage te lopen. Toen ik er zelf niet meer uitkwam, heb ik ervoor gebeden. En als de Heere zegt: Ga, dan moet je gehoorzamen. Vanuit dat motief ben ik naar Bolivia vertrokken.”
De 18-jarige Geralda van der Meijden uit het Gelderse Well werkt op dit moment voor vijf maanden in een Zuid-Amerikaans weeshuis waar zo’n 66 meervoudig gehandicapte kinderen verblijven. Het weeshuis wordt geleid door acht nonnen.
Overdag helpt Geralda de kinderen met eten en drinken. Daarnaast maakt zij samen met twee andere stagiaires een snoezelruimte. „Daar krijgen de kinderen de individuele aandacht en begeleiding die ze nodig hebben.”
Geralda moest aan diverse dingen wennen. „De mensen zijn hier erg gastvrij en spontaan. Bij begroetingen krijg je steevast een omhelzing en een zoen. Het is in het weeshuis ook heel normaal om kinderen vast te binden. En tijdens het eten geven, worden kinderen met slikproblemen eenvoudigweg achterovergedrukt. De vingers van de verzorger stijf om de neus geklemd, zodat het kind moet happen naar zuurstof.”
Het leed van de kinderen gaat Geralda aan het hart. „Ik vind het zo erg als ik deze kinderen hoor huilen. Ze kunnen niet zoals gewone kinderen aangeven wat ze willen. Alles wordt voor hen geregeld.”
Geralda vindt het heerlijk om de kinderen te helpen. „In het weeshuis lijkt vooral uiterlijke zorg belangrijk. Als de kinderen er maar schoon en verzorgd uitzien. Een van de belangrijkste levensbehoeften wordt vergeten, namelijk: liefde en aandacht. In de tijd dat ik hier mag werken, probeer ik de kinderen juist dat te geven wat ze missen. Maar de belangrijkste reden waarom ik dit werk doe, is verwoord in het lied: „En wat je ook gedaan hebt aan de minste van Mijn broeders/ Zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.