Rollen en gooien met Goudse kazen
Tweeling Mark en Elina den Hertog vermaakt toeristen op kaasmarkt
Het is halfeen geweest. Opbreken, betekent dat. Een brik komt aanrijden. „Kom op, jongens!” Mark den Hertog onderbreekt zijn gesprek en vangt de grote ronde kaas die hem toegeworpen wordt. Toeristen kijken toe. Of gaan met Elina op de foto.
Ze hebben het best naar hun zin op de Markt in Gouda, de 17-jarige tweeling Mark en Elina den Hertog uit die plaats. De zon schijnt, de mensen zijn vriendelijk en het werk is niet al te zwaar. Alhoewel - dat laatste mag dan voor Elina gelden, voor Mark ligt dat anders. Samen met de andere kaasjongens is hij verantwoordelijk voor het transport van de goudgele kazen -per stuk bijna 12 kilo- van en naar de Markt. „Maar ik vind het nu niet meer zwaar”, bezweert Mark. „De eerste keer wel, dat weet ik nog goed. Toen ik thuiskwam, was ik echt moe. Nu valt het wel mee, het is juist leuk. Je krijgt er een beetje spieren van.”
En Elina dan? Poseren voor de toeristen doet ze steevast met een kaas onder haar arm. Is die niet zwaar? „Hier”, roept ze terwijl ze de kaas met verbluffend gemak gooit. Het blijkt een lege reclamekaas te zijn. Maar dat weten de toeristen niet. „Soms vragen ze: Die weegt zeker wel 50 kilo?”
Smeerkaas
Op donderdagochtenden, als de Goudse Markt vol kramen staat, zijn de kazen op het plein tussen het stadhuis en de Waag zonder twijfel de grootste publiekstrekker. In vijf rijen liggen ze uitgestald, glimmend in de zomerzon. „Het zijn 120 kazen per rij, dus in totaal 600 kazen”, rekent Mark snel uit. Ze liggen er niet om verkocht te worden, maar slechts om de toeristen te vermaken. Iedere week dezelfde kazen. „Dat hoorde ik vorige week pas voor het eerst. Ze liggen opgeslagen in een pakhuis.” Elina vult aan: „Daar wordt later smeerkaas van gemaakt of zo. Ze worden in elk geval niet meer als kaas verkocht. Iedereen heeft eraan gezeten.”
Het groepje kaasjongens en -meiden valt in de smaak bij het publiek. Onafgebroken staan de mensen te kijken, soms uit verre oorden. Elina, lachend: „Ik hang ergens in een etalage in Bangkok! Een Nederlandse toerist had hier foto’s genomen en die tijdens een reis in Bangkok laten zien. Een handelaar daar vond het zo bijzonder dat hij de foto in zijn etalage wilde hangen.” „We zijn over de hele wereld bekend”, knikt Mark met een glimlach. „Drie weken geleden liet een Chinees nog foto’s van de kaasmarkt zien die hij eerder al genomen had.”
Vlechtjes
Het zijn niet alleen de kazen die de kaasmarkt zo interessant maakt voor toeristen. Juist de bijbehorende meisjes en jongens zijn bezienswaardig: Elina in een nostalgische rok met in sierlijke letters ”Holland” erop. Verder een rode sjaal met klompjes en, natuurlijk, vlechtjes in het haar. Met strikjes, in rood-wit-blauw. De onvermijdelijke klompen aan haar voeten maken het af.
Ook Mark moet eraan geloven: verplicht zwarte schoenen, zwarte broek, wit T-shirt en de rest komt van de zaak. „We dragen zelfs verplicht witte sokken”, zegt hij. „Ik had dat een keer niet gedaan. Dat vond de chef niet zo leuk. Als we op een brik zitten, kunnen de mensen m’n sokken zien. De chef vindt dat we in onze kleding eenheid moeten uitstralen, omdat er zo veel mensen zijn die op ons letten.”
Maar ach, eigenlijk is dat uniform best leuk, vindt de tweeling. Alhoewel Elina normaal nooit vlechtjes draagt. Ze proest als het idee wordt geopperd. „Nee joh! Maar hier hoort het er toch gewoon bij?” Haar kanten muts zorgt nog voor de meeste problemen. „Vorig jaar waaide het zo knoerthard dat hij steeds van m’n hoofd vloog. Dat was wel irritant.”
Alle kaasjongens en -meiden op de Goudse Markt zien er door en door Hollands uit. „Logisch”, denkt Elina. „De kaasmarkt is toch iets traditioneels.” Bovendien heeft er nog nooit een allochtoon gesolliciteerd, denkt het tweetal. Dit jaar is het kringetje van vakantiekrachten wel heel klein. „Het zijn nu voor het eerst alleen reformatorische jongeren”, zegt Elina. „Terwijl ik vorig jaar nog zo ongeveer de enige was. Dat heb je met baantjes als deze. Die krijg je vaak via via, van horen zeggen.”
Blauw haar
Maar al ben je een driedubbeldoorgewinterde Hollander, dan nog moet je uiterlijk bij de kaasmarkt passen. Mark: „Vorige week was er een jongen die bijna op vakantie ging. Hij had zijn haar blauw laten verven, dat vond hij leuk. De chef vond het minder leuk. Hij heeft toen eerst een zakdoek om zijn hoofd gedaan en pas daarna zijn pet, tegen het afgeven. Maar die dag was het zweten geblazen. Op een gegeven moment liep het zweet in blauwe straaltjes van zijn gezicht.”
Behalve het werk op de kaasmarkt heeft de tweeling nog meer baantjes. Elina: „Ik doe ook vakantiewerk in de zorg. Dat is het echte werk, vind ik. Ik studeer namelijk verpleegkunde aan het Hoornbeeck College. Maar dit baantje op de kaasmarkt is denk ik wel het leukst.” Mark, die juist het vmbo heeft afgerond, begint na de zomer aan een opleiding in de detailhandel, ook aan het Hoornbeeck. „Werken en leren. Maar niet in de kaashandel.”
Genoeg gepraat. De kazen moeten rollen! Mark gaat naast de brik staan. Collega Willem-Jan gooit de kazen, Mark vangt ze op en legt ze op de kar. Binnen een mum van tijd zit de brik vol. Een paard brengt de goudgele schijven naar het pakhuis. Klaar voor volgende week.