Gerald Harbers - 11 jun 2005 09:47 - Gewijzigd: 11 jun 2005 09:47

Elftal in een koffer

Voetballende robots op Universiteit Twente

ENSCHEDE - De bal rolt langzaam naar het doel. Keurig gaat de keeper op het laatste moment opzij; 1-0 voor Universiteit Twente. Het publiek juicht, de spelers van 7,5 centimeter lang, breed en hoog blijven onverstoorbaar. „Winnen met de robots is leuk, maar niet het hoofddoel.”

Internationaal kampioenschap robotvoetbal.

Aan twee zijden van het veld zitten de ’trainers’ van het team. Achter twee beeldschermen. Het toetsenbord aanraken mag niet. De trainers zijn studenten van de Universiteit Twente (UT) en een universiteit in Duitsland. Op de UT in Enschede was deze week een internationaal kampioenschap robotvoetbal. In totaal deden tien teams uit negen landen mee. De robots zijn kleine kubussen op wieltjes.

Een Duits robotje knalt in volle vaart tegen een Nederlandse speler. Gelach op de tribune, die plaats biedt aan twintig mensen. Andersom gaat het ook wel eens mis. Een Twentse verdediger speelt de bal wel erg enthousiast terug. De oranje golfbal die dienst doet als voetbal raakt met een klap de doelpaal. De robotkeeper rijdt onverstoorbaar heen en weer, zonder de bal een seconde aan te raken. „Hoe werkt het eigenlijk?” vraagt een toeschouwer zich af.

Volgens Thijs Verschoor, voormalig teamlid en vrijwilliger bij het evenement worden de robots van een team door één computer aangestuurd. Boven het veld van 2,20 meter lang en 1,80 meter breed, hangt een camera. Die stuurt 30 keer per seconde een beeldje met de positie van de robots en de bal op het veld naar de computer. „De computer rekent uit welke robot een duw tegen de bal moet geven en verstuurt dat commando met een radiosignaal naar de desbetreffende robot.” Het hele traject duurt 0,3 milliseconden. „Korter dan het knipperen van een oog.”

Tienduizenden uren
De studenten willen graag de wedstrijd winnen. Toch is dat niet het hoofddoel volgens Thijs. Het programmeren van de computer die de robots aanstuurt is een afstudeerproject. In de afgelopen drie jaar zijn er voortdurend vier of vijf mensen mee in de weer. Vijf van hen zijn inmiddels afgestudeerd. Samen schreven ze de software die de apparaatjes aanstuurt. Thijs: „Er zitten tienduizenden uren werk in.”

Op het veld spelen de robots verder. Moe worden ze niet. Het publiek lacht. Een Duitse robot is in het Nederlandse doel gekomen en rijdt wanhopig heen en weer. Nadat hij tien keer tegen de wand is gebotst, ontsnapt de robot en keert hij terug naar de eigen helft.

De wedstrijd duurt tien minuten. De eindstand is 2-0. Twente wint voor het eerst in dit toernooi. Joost van de Linden, de technicus van het Twentse team, stopt de robots in een koffer. Op naar de volgende wedstrijd.