Van onze verslaggever - 23 mei 2005 13:42 - Gewijzigd: 23 mei 2005 13:42

Kleedkamer scheidt examenkandidaten

APELDOORN - Zenuwachtig? Geretta Hardeman uit Bennekom windt er geen doekjes om. „Ja, knoepers.” Verschrikt: „Maar dat hoeft het hele land niet te weten.” Zo’n 194.000 scholieren in het voortgezet onderwijs begonnen vanochtend aan hun eindexamen.

Zoals elk jaar zijn de vmbo’ers in de meerderheid: 114.000 kandidaten. De havo telt er 47.000 en het vwo 33.000. De examens lopen tot 3 juni.

Leerlingen van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn buigen zich over de eerste opgaven.

Voor de gymzaal van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn verzamelen zich om halfnegen de eerste kandidaten. Vwo’ers bijten vandaag het spits af met Frans, havisten met Duits. Voor het vmbo staan onder meer beeldende vakken en bouw- en elektrotechniek op het rooster.

Geretta, vwo-kandidate, had „geen tijd en geen behoefte” om Frans te leren. Ze moet minimaal een vier halen. „Dat gaat lukken. Hoop ik tenminste.” Geretta staat er goed voor. Toch is ze behoorlijk nerveus. „Als ik het de komende twee weken verpruts, moet ik een heel jaar overdoen. Dat is balen.”

Judith de Bruin mag „allemaal onvoldoendes” halen. In haar pakket zit behalve Frans ook Latijn. „Heb ik vreselijk veel aan geleerd. Tien tot vijftien uur. En nog ben ik niet klaar.” Deborah den Boer wil minstens een 7,1 voor Frans halen. Een strebertje? „Beetje wel. Ik wil een acht op mijn eindlijst hebben. Moet wel, als je lerares Frans wilt worden.”

Teus van Vulpen, vmbo-kandidaat, doet deze ochtend elektrotechniek. „Valt niet veel aan te leren. Moet je gewoon snappen.” Evert van Ee is het er niet mee eens. „Ik heb twee dikke boeken doorgewerkt.”

Hugo Bulten -voor de zekerheid heeft hij negen pennen bij zich- blikt kritisch achterom. „We kregen maar drie uur elektro per week, omdat we de gemengde leerweg doen.”

Kwart voor negen stromen de kleedkamers op de Fruytier vol. Ook al hoeft niemand zich om te kleden, jongens en meiden gaan apart. „Dat zit er helemaal ingehamerd.” Lydia Bakker zoekt haar plaats in de zaal op. Ze zit helemaal vooraan. Uitzicht nul. Voor en naast haar staan twee grote matten. „Word ik tenminste niet afgeleid.”

Havist Erik Plas bestudeert het voorgedrukte antwoordenblad. Het lege welteverstaan. Eerste inventarisatie: negen open vragen, twaalf meerkeuze.

Vijf voor negen opent Piet Kuiper, secretaris van de examencommissie, de zitting. Enkele laatkomers krijgen een waarschuwing: „Jongelui, een kwartier voor de tijd ben je híer.” Kuiper leest de geschiedenis van Abraham en Lot die samen het land moeten verdelen. Van Abraham staat: hij riep de naam des Heeren aan. Kuiper: „Hebben wij dat vanmorgen ook gedaan?”

Klokslag negen uur gaat het mes in de eerste envelop. Van één examen is er slechts één exemplaar. Alleen Rik Colenbrander doet bouwtechniek.

Vrijwilligster Wilma Drenth uit Rijssen deelt de opgaven uit. „Ik heb altijd graag in het onderwijs gewild.” Waarom niet gedaan? „Ik heb mijn man te vroeg ontmoet.”