Bomen over oorlog en Bevrijding
„Mijn opa en oma? Die willen écht niet over de Tweede Wereldoorlog praten.” Duitse leerlingen krijgen over de periode 1940-1945 amper iets los bij hun grootouders. Voor Nederlandse scholieren ligt dat anders. Hanna Altena: „Mijn oma had onderduikers en kan daar genoeg over vertellen.”
In de expositieruimte van het Duitse Schulzentrum in Emlichheim staan groepjes van twee leerlingen. De scholieren hebben niet allemaal dezelfde nationaliteit. Er zijn leerlingen van het gereformeerde Greijdanus College uit Hardenberg en scholieren uit het Duitse Emlichheim.
Ietwat zenuwachtig kijken twee leerlingen elkaar aan. Het valt ook niet mee om gids te spelen en klasgenoten door een expositie heen te loodsen. En als je dan ook nog een koppel moet vormen met iemand die een andere taal spreekt, is dat even slikken.
Een Duits meisje begint aarzelend, maar vervolgt haar Duitse zinnen al snel in rap tempo. „Op 9 november werden overal SA-mannen opgeroepen met de opdracht de synagogen in brand te steken of zich te storten op andere joodse bezittingen. De hele dag werden in Duitsland acties gevoerd en branden gesticht.”
Met een ruk draait ze zich om en wijst naar de plaat achter haar. Daarop is de Kristallnacht uitgebeeld.
Een Nederlandse scholier gaat verder. In het Nederlands. „In de nacht van 9 op 10 november waren ongeveer 100 synagogen afgebrand, 8000 joodse winkels en appartementen geplunderd en verwoest. Ongeveer honderd joden werden ter plaatse vermoord. Het was de eerste keer dat er geweld tegen joden werd gebruikt.”
Luizen
Toen de leerlingen van onder meer het Greijdanus College in Hardenberg vanuit school de mogelijkheid kregen om als gids een expositie over Anne Frank te begeleiden, gingen velen daar op in. Een van de leerlingen: „Anne Frank trekt meer dan andere thema’s uit de Tweede Wereldoorlog. Ze was van onze leeftijd en haar dagboek spreekt gigantisch aan.”
Een medewerker van de Anne Frank Stichting leidt de jongeren op tot gids. Als de leerlingen de training goed doorstaan, mogen ze in de weken daarna hun schoolgenoten op de expositie wegwijs maken. De medewerker wijst naar een grote plaat waarop mensen met kale hoofden te zien zijn. „Waarom werden deze mensen kaalgeschoren?” vraagt hij en kijkt de leerlingen afwachtend aan. „Tegen luizen”, weet een Duits meisje.
Maar er is volgens de trainer nog een reden. „Mensen zonder haar lijken meer op elkaar dan mensen mét haar. Door het kaalscheren werd een stukje van hun persoonlijkheid, hun individualiteit, afgenomen.”
De jongeren herinneren zich weinig oorlogsverhalen. Hanna Altena (15): „Bij mijn oma hebben onderduikers gezeten. Maar verder weet ik het niet.”
De Duitse Sabrina Weiden (17) en Sara Helweg (15) weten weinig over de ervaringen van familieleden tijdens de oorlog. Sabrina: „Mijn opa en oma willen er niet over praten. Het roept te veel nare herinneringen op.”
Discriminatie
Het lijkt saai om over de Tweede Wereldoorlog na te denken, zeggen de Nederlandse en Duitse scholieren. „Maar niet als je de link naar nu legt. Discriminatie blijft een belangrijk thema, net zoals racisme. Daarom kun je nu ook leren van wat vroeger gebeurde. Dan is geschiedenis interessant en helemaal niet saai.”
De leerlingen vinden dat ondanks een oorlog waarin zo veel Nederlandse slachtoffers zijn gevallen de verstandhouding tussen Nederland en Duitsland toch goed kan zijn. Hanna: „Je mag de jeugd er niet op aankijken, zij hebben geen schuld. Het is ook geschiedenis. Je moet het verleden niet vergeten, maar je kunt toch samen weer iets nieuws opbouwen.”
De jongeren zijn enthousiast over de onderlinge samenwerking. Evelien: „Het is leuk om in elkaars leefwereld te duiken. Je leert ook de geschiedenis beter begrijpen.”
Dit artikel komt van Magneet.
Reacties (4)
pipi langkous bezorger | vrijdag 6 mei 2005 - 21:14 | ![]() |
aantal posts:28 | mooi zo'n expositie |
perkouwer bezorger | zaterdag 7 mei 2005 - 19:05 | ![]() |
aantal posts:25 | wel gaaf, met die duitsers samen |