Wetenschap 28 december 1999

Opnieuw rond Kaap
de Goede Hoop

Acht containers met wetenschappelijke laboratoria zijn aan boord gehesen, de brandstof- en watertanks zijn gevuld, de voedselvoorraden zijn voldoende voor een langdurig verblijf. Spannende wetenschappelijke vragen zijn geformuleerd.

Op 6 januari 2000 zal het onderzoeksschip R.V. Pelagia vanuit Texel het ruime sop kiezen voor een expeditietocht van 35.000 km rond Afrika. Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) zullen met collega's uit Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Engeland tijdens de vaartocht wetenschappelijk onderzoek verrichten naar de reusachtige en raadselachtige Angulhas–wervels die vanuit de Indische Oceaan de Atlantische Oceaan binnendringen. Ook speuren zij naar oplossingen voor het raadsel van het 'stikstoftekort' in zee, de rol van zeevogels en exotische zoogdieren, het effect van giftige verf op de fauna van de zeebodem en talrijke andere thema's. De Pelagia blijft vijf maanden weg. De expeditie is via internet te volgen.

Dag en nacht
Vijftien onderzoekers en tien bemanningsleden aan boord van het 66 meter lange onderzoeksschip zullen tijdens de expeditie Around Africa vaak dag en nacht in de weer zijn, ook al meet het modern uitgeruste onderzoeksschip automatisch de voor het onderzoek belangrijke waarden, zoals de temperatuur van het zeewater, het zoutgehalte en de stroming.

De metingen voor de vaartocht rond Afrika ('linksom') beginnen reeds in de Noordzee bij het verlaten van de haven van het NWO-instituut NIOZ. Onderweg zullen tien havens worden aangedaan om de foerage op peil te brengen en om wetenschappers en andere 'opstappers', zoals een scheepsarts, aan boord te laten. De ruim 1600 ton tellende Pelagia zal met een snelheid van 10 knopen (bijna 20 kilometer per uur) als laatste Europese haven Cadiz aandoen, gevolgd door Dakar en Walvis Baai. Eind februari 2000 zal het schip in Kaapstad aanleggen, waar voor een speciaal onderzoeksprogramma een rondje onder de Kaap wordt afgelegd. Vandaaruit gaat het noordwaarts, door de zee-engte tussen Madagaskar en Mozambique, door de Indische Oceaan, via Djibouti door de Rode Zee naar het Suez-Kanaal. Gibraltar zal de laatste losplaats zijn alvorens het schip op 7 juni de thuishaven op Texel bereikt.

Giftig
Tijdens de vaartocht zijn er tot vier onderzoeksgroepen tegelijk actief in totaal zo'n twintig projecten die veelal aansluiten op internationaal onderzoek. Om de stikstofbalans in het zeewater te meten, nemen oceanografen watermonsters tot aan Kaap de Goede Hoop. Deze moeten verklaren hoe het oceaanleven aan zoveel stikstof komt. Er is namelijk een grote discrepantie tussen de schattingen van de stikstoffixatie en de berekende behoefte op grond van koolstof en stikstof die in de diepte verdwijnt.

Veel verf waarmee schepen behandeld zijn, bevat een giftige tinverbinding. Scheepswanden worden ermee ingestreken tegen de aangroei van allerlei zeeorganismen. Deze verminderen de snelheid van een schip. De stof, tributyltin, maakt echter in de scheepsroute langs Portugal zeeorganismen, zoals de wulk onvruchtbaar. Chemici en biologen zullen data verzamelen om ook politici van actief beleid hiervan te overtuigen.

Mysterieus
Zuidelijk van Afrika, waar de Indische en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten, ontstaan immense wervels in zee, de mysterieuze Agulhas–ringen ter grootte van Nederland. Het warme, zoute water in de wervels verenigt zich met de wereldwijde zeestromen. Hoe dit proces verloopt is nog niet helder. Het schip zal dwars door een van de Agulhas–ringen varen. Het gebied tussen het eiland Madagaskar en het vasteland van Afrika is nog een witte plek op de zeekaarten. De Straat van Mozambique geldt als een van de brongebieden voor Agulhas-ringen. Ter plekke staat een sterke zuidwaartse stroming die zo sterk is dat koopvaardijschepen liever de omweg om het eiland nemen. Vanaf de Pelagia zullen onderzoekers hier de eerste verankerde stroommeters uitzetten.