Wetenschap | 21 december 1999 |
Zorgvuldige houtoogst botst niet met belangen natuurBomen kappen met beleidDoor T. J. Lucas Hoewel Staatsbosbeheer (SBB) niet echt te maken heeft met een imagoprobleem, probeert de terreinbeheerder duidelijk te maken dat houtoogst en natuurontwikkeling niet met elkaar strijden. Daarbij zij aangetekend dat SBB er verschillende typen van terreinbeheer op na houdt. De potentie van een gebied is bepalend. Daar waar de natuur de meeste kansen heeft, kiest zij voor natuurbos zonder houtproductie. In andere gebieden gaan recreatie, houtoogst en natuurbeheer hand in hand. Dat laatste noemen wij multifunctioneel bos, vertelt Douwe Joustra. Als bosecoloog is hij werkzaam op het kantoor van SBB-regio Gelderland in Arnhem. Het is niet zo, dat wij in deze categorie bosgebieden maar lukraak kappen. Van de jaarlijkse aanwas van hout oogsten we slechts 50 procent. Per saldo blijft het houtvolume dus toenemen. Overigens staat een groot deel van de kapwerkzaamheden in het kader van dunning. Als bomen te dicht bij elkaar staan, blijven ze klein. Haal je er een aantal weg, dan krijgen de overgebleven bomen ruimte om door te groeien. Alle terreinwerkzaamheden voert SBB uit volgens een beheersplan. Dat wordt door de opzichter van een gebied geschreven, rekening houdend met zo veel mogelijk factoren. Joustra: We letten er bij dunning van een bosareaal op dat kansrijke, vitale bomen de nodige groeiruimte krijgen. Verder is bijvoorbeeld het vóórkomen van bijzondere planten- en diersoorten van belang. Daar walsen we niet zomaar overheen met machines. Datzelfde geldt voor dassenburchten. Die zou je met een tractor vernielen. Voordat we starten met uitvoering van werkzaamheden, gaan we het hele gebied of perceel nog een keer na. Als blijkt dat dassen ergens een nieuwe burcht hebben gegraven, komt er geen tractor meer in de buurt, en laten we alles zoals het was. Of een boom met havikshorst en al omzagen, dat is natuurlijk ondenkbaar. Staatsbosbeheer legt in de boswachterij Ugchelen-Hoenderloo het accent op natuur. De terreinbeheerder kapt er nog wel bomen, maar die activiteit staat duidelijk in het kader van natuurontwikkeling. Opzichter Willem van Ark: We zijn hier bezig om een zo gevarieerd mogelijk bosgebied te vormen, met loof- en naaldhout, lichte plekken en stukjes grasland. Dat is heel bevorderlijk voor de diversiteit aan levensvormen. Als we denken dat het bos er klaar voor is, komt er geen zaag meer in. Van Ark wijst naar een groep eikenboompjes, die SBB door een shovel liet omduwen. Het lijkt net of het onlangs flink gestormd heeft. Ze liggen allemaal in dezelfde richting. Het klinkt misschien vreemd, maar door deze maatregel creëren we beschutte plekken, van waaruit het bos zich kan verjongen. De zaden van dennen, berken en eiken kunnen, beschermd door een kooi van takken, ontkiemen zonder dat reeën en herten ze afvreten. De wilddruk is hier in Ugchelen zo hoog, dat vrijwel geen enkele zaailing het haalt. Certificaat |