Wetenschap7 december 1999

Bijzondere varkens

Dr. ir. F. R. Leenstra

Een varken wordt SPF (Specified Pathogen Free) genoemd als het dier zelf en de groep waarin het gehouden is, op grond van onderzoek aan de dieren, hun bloed, mest en dergelijke, vrij zijn van een aantal gespecificeerde ziektekiemen.

Dat onderzoek is gebaseerd op de kiem zelf: kan de kiem uit mest of bloed geïsoleerd worden? Daarnaast wordt nagegaan of het dier of de groep antistoffen tegen een bepaalde ziektekiem heeft. Als antistoffen aanwezig zijn, is het dier met de kiem in contact geweest en dus voor die kiem niet meer SPF. SPF-varkens worden dan ook niet gevaccineerd. Vaccinatie is immers bedoeld om gecontroleerd antistoffen tegen kiemen te krijgen, zodat bij een latere infectie de ziektekiem geen kans krijgt het ingeënte dier ziek te maken.

SPF-varkens kunnen uit gewone varkens verkregen worden door ze met de keizersnede geboren te laten worden. Er zijn maar heel weinig soorten ziektekiemen die erin slagen vanuit de moeder via de placenta bij het biggetje in de baarmoeder te komen. Overdracht van kiemen van zeug naar big gebeurt bij een normale geboorte vooral tijdens de geboorte, als het biggetje direct in contact komt met bloed van de moeder. Daarna is overdracht mogelijk via melk, speeksel, enzovoorts.

Erfelijke afwijkingen (afwijkingen die in het DNA vastliggen) worden natuurlijk altijd van de moeder (en de vader) op de big die uit die paring geboren wordt, overgedragen. Varkens met een ongewenste erfelijke afwijking zijn dus niet geschikt als ouder voor een SPF-big.

Een met de keizersnede geboren big, die daarna ook volledig van mogelijke besmettingsbronnen afgeschermd wordt, is vrij van ziektekiemen. Zo'n biggetje wordt met gesteriliseerde melk in een soort couveuse opgefokt. Tijdens de opfok worden bloed en mest van de big nog eens onderzocht op die ziektekiemen die zeker ongewenst zijn. Als al die testen negatief zijn, hebben we een SPF-big. Deze big kan met op gelijke wijze opgefokte en onderzochte biggen de basis vormen voor een fokgroep van SPF-varkens. Regelmatig testen van de fokgroep hoort tot de standaardwerkwijze om steeds recente gegevens over de SPF-status van de varkens te hebben.

SPF-fokvarkens worden op dezelfde manier gehuisvest als voor normale varkens gebruikelijk is, maar er is natuurlijk wel een aantal extra voorzieningen nodig. De stal waarin de varkens gehouden worden, is zo gebouwd dat alleen gefilterde lucht naar binnen komt, zodat besmetting via de lucht voorkomen wordt. Het voer voor de varkens wordt gesteriliseerd om ook die mogelijke route van besmetting te blokkeren en de dieren worden verzorgd door mensen die het contact met alle andere varkens strikt vermijden, zich grondig douchen voor ze naar de varkens toegaan en vanzelfsprekend alleen schone bedrijfskleding dragen.

Van die extra maatregelen merkt het varken in de stal weinig of niets. Met deze maatregelen is de SPF-varkensfokgroep van ID-Lelystad nu al meer dan twintig jaar vrij gebleven van een hele reeks ziektekiemen. Om misverstanden te voorkomen: de varkens zijn niet kiemvrij: ze dragen wel degelijk een flink aantal verschillende kiemen bij zich, maar dat zijn kiemen die het dier en het onderzoek waar ze voor ingezet worden geen schade berokkenen.

Zo'n fokgroep SPF-varkens levert op natuurlijke wijze biggen. Omdat de moeder vrij is van de kiemen waar ze voor haar SPF-status vrij van moet zijn, kunnen de biggen die uit die zeug geboren worden en door haar gezoogd en verzorgd worden geen besmetting oplopen. Een SPF-zeug brengt, net als een normale zeug, twee keer per jaar een worp van gemiddeld tien biggen groot.

De biggen uit de fokgroep van ID-Lelystad worden meestal ingezet voor onderzoek naar nieuwe vaccins voor varkens, of nieuwe methoden van diagnostiek en bestrijding van ziektes bij varkens. Voor zulk onderzoek heb je een dier nodig dat zo veel mogelijk gestandaardiseerd is wat betreft ziektekiemen, en dat is een SPF-varken. Gebruik van het varken als model voor de mens is niet nieuw, maar de toepassing van SPF-varkens bij de ontwikkeling van de kunstlever wel.

De auteur is verbonden aan het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid (ID) in Lelystad