Wetenschap 23 november 1999

Sporen van dieseluitlaatgas
in lichaam gevonden

Toxicologen van de Katholieke Universiteit Nijmegen hebben in een project van de NWP-Technologiestichting STW stoffen uit dieseluitstoot in het lichaam ontdekt.

Zulke biomarkers zijn nodig om de gezondheidsrisico's vanwege dieselmotoren op de werkvloer te kunnen bepalen. Het risico op longkanker door het inademen van dieselroetdeeltjes werd tot nu toe geschat op grond van het voorkomen van longkanker bij beroepsgroepen die vaak aan dieselroet worden blootgesteld, zoals chauffeurs.

Uit een vergelijking van de concentraties dieselrestanten bij kantoorpersoneel en chauffeurs en lossers van een indoortransportbedrijf blijkt dat beide groepen ongeveer even sterk waren blootgesteld. Dit kwam door de slechte ventilatie in het gebouw. Hieruit blijkt hoe onbetrouwbaar risicoschattingen op grond van de beroepsgroep kunnen zijn. Voor het verbeteren van de arbeidshygiëne is het veelal nodig dat de metingen bij individuele werknemers worden verricht.

De aangetoonde dieselrestanten zijn afbraakproducten van de chemische stof 1-nitropyreen. Een roetdeeltje in de uitstoot van dieselmotoren bestaat uit een kern van koolstofdeeltjes waaraan organische verbindingen zoals 1-nitropyreen zijn gehecht. In het lichaam vallen de organische verbindingen en de koolstofkern uiteen. Vervolgens zet het lichaam ze om. Toxicologen zijn in staat tussen de talrijke metabolieten in de urine en het bloed een hoeveelheid afbraakproduct van 1-nitropyreen te detecteren boven 4.1010milligram. Een dergelijke detectiegrens is nodig om de lichamelijke effecten van diesel aan te tonen. Bij het bepalen van schade door roken kan deze grens duizenden keren hoger liggen.

Eerder ontwikkelde de Nijmeegse onderzoeksgroep een methode om de concentratie van 1-nitropyreen in lucht te meten. De meting van afbraakproducten van de stof in het lichaam maakt het nu ook mogelijk met individuele verschillen in de opname, omzetting en uitscheiding rekening te houden. Bij gelijke blootstelling zijn grote individuele verschillen in de opname van de schadelijke stoffen mogelijk. Dit komt doordat de hoeveelheid ingeademde lucht, de hygiëne in het omgaan met stoffige voorwerpen en verschillen in stofwisseling per persoon verschillen. Biomarkers zijn een betere maat voor gezondheidsrisico's.

Luchtmetingen in de stad Wenen hebben uitgewezen dat 12 tot 30 procent van de grotere deeltjes in de lucht bestaat uit roetdeeltjes van dieselmotoren. Uit studies aan ratten blijkt dat de roetdeeltjes van dieselmotoren longkanker kunnen veroorzaken. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft deze deeltjes ingedeeld bij stoffen die ervan worden verdacht kankerverwekkende eigenschappen te hebben. Bedrijven zijn daardoor verplicht de blootstelling van hun werknemers aan de uitstoot van dieselmotoren zoveel mogelijk te beperken

Uit eerder onderzoek blijkt dat de risico's op longkanker door een hoge blootstelling aan dieselroetdeeltjes ongeveer eenvierde tot eenvijfde zijn van het risico van roken.