Acacia blijkt onnodig troetelplantjeDe zorg dat de acacia uit het landschapsbeeld van Noord-Tanzania verdwijnt is overdreven. Dit concluderen biologen aan de Wageningen Universiteit in een project van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Tot nu toe dachten de beheerders van natuurparken dat olifanten een bedreiging vormden voor het voortbestaan van deze kenmerkende boom op Oost-Afrikaanse savannes. De biologen hebben echter de grote weerbaarheid van de acacia aangetoond. Olifanten kunnen volwassen acacia's bij het eten van de bast zo ernstig beschadigen dat de bomen afsterven. De biologen toonden echter aan dat op de kale plekken in het landschap die zo ontstaan, zich weer snel jonge acacia's vestigen. De groeikansen van acacia's blijken namelijk sterk toe te nemen als er meer kale plekken zijn. Op deze plekken hoeft de acacia niet met andere bomen of grassen te concurreren om licht en bodemvocht. De olifanten versnellen alleen de verjonging van het bomenbestand, ze vormen geen bedreiging voor de soort. Bovendien stelden de onderzoekers vast dat de acacia op de kale grond van verlaten akkers sterk opkomt. Op akkers die dertig jaar geleden werden verlaten, waren zelfs hele bossen ontstaan. De biologen betwijfelden daarnaast dat epidemieën als de Afrikaanse runderpest en miltvuur aan het einde van de vorige eeuw, hebben geleid tot een plotselinge toename van het aantal acacia's. Ze stelden namelijk vast dat acacia's sneller groeien dan aanvankelijk werd aangenomen. Uit eerder onderzoek naar de stamdiameter concludeerden andere biologen dat er op de Oost-Afrikaanse savannes veel acacia's met dezelfde leeftijd voorkwamen. Dit relateerden ze aan de grote sterfte van herbivoren door de epidemieën. Hierdoor zouden zaailingen van de acacia ontkomen zijn aan vraat, zodat ze tot volwassen bomen konden uitgroeien. De biologen zijn op grond van hun bevindingen sceptisch over de mogelijkheid om met metingen van het dynamische evenwicht tussen verschillende soorten op kleine schaal voorspellingen te doen over de ontwikkeling van de biodiversiteit. In de soortensamenstelling van de savannes in Noord-Tanzania waren in twintig jaar geen veranderingen opgetreden, terwijl dit op grond van kleinschalige onderzoeken wel werd verwacht. Hoogstens wijzigden zich de plaatsen waar de soorten zich vestigen en de verhoudingen van het aantal exemplaren van de soort ten opzicht van elkaar. |