Cavaillé-Coll laat orgels klinken als symfonieorkest
Orgelbouwer vindt cirkelzaag uitDoor ir. W. J. Eradus De grootste uitvindingen blinken veelal uit door hun eenvoud. Zoals de uitvinding van het wiel, dat al sinds mensenheugenis de maatschappij mobiel maakt. Of de cirkelzaag, in de vorige eeuw uitgedacht en in elkaar gezet door een Franse orgelbouwer. Het was Cavaillé-Coll, technicus, akoesticus, uitvinder én orgelbouwer. Dankzij zijn slimme draaizaag kon hij nu veel nauwkeuriger houten onderdelen maken voor zijn Poïkilorgue, dat zich later ontwikkelde tot het harmonium. De vernuftige Cavaillé-Coll beschrijft zijn cirkelzaag in 1834 in het Bulletin de la Société d'Encouragement pour l'Industrie Nationale (SEIN), de maatschappij tot bevordering van de nationale industrie. Het geschrift is veilig achter glas te bewonderen in het kloostercomplex Val de Grâce in Parijs. Daar is een expositie gewijd aan deze uitvinder, ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag. De onvermoede combinatie van orgel en cirkelzaag komt daar helder aan het licht. Zou deze toepassing de reden zijn waardoor sommigen het harmonium spottend betitelen als (cirkel)zaag-des-geloofs? Een octrooiaanvraag voor de cirkelzaag heeft Cavaillé-Coll niet ingediend. Hierdoor komt deze uiterst belangrijke industriële vinding voor iedereen die haar wil toepassen ter beschikking. Wel krijgt hij als erkenning een bronzen medaille, uitgereikt door de SEIN, op aanbeveling van Charles Mallet, hoofdingenieur van de Franse directie bruggen en wegen. Winddruk Toch is ook een octrooi van hem te bewonderen. Het al aardig vergeelde Brevet d'Invention, gedateerd 18 maart 1862, bevat een beschrijving van een vernuftig systeem om de druk van samengeperste lucht of gas nauwkeurig te regelen. De gebruikelijke octrooitekeningen zijn heel fraai gedetailleerd en in kleur uitgevoerd. Met deze vinding is Cavaillé-Coll in staat nauwkeurig groepen orgelpijpen van verschillende winddruk te voorzien. Een tongwerk zoals een Trompet of een Vox Humana (nabootsing van de menselijke stem) neemt in geluidssterkte af naarmate de toon hoger wordt, tenminste als de pijpen via de windlade dezelfde winddruk krijgen. Dit past niet in het symfonische klankideaal van Cavaillé-Coll. Hij weet dit euvel echter te corrigeren door het stapsgewijs verhogen van de winddruk bij toenemende toonhoogte, zonder de intonatie van de pijpen geweld aan te doen. Een van de kenmerken van zijn orgels is dan ook een uiterst gecompliceerd balgensysteem, dat orgelwind bij een groot aantal verschillende drukken kan leveren. Met behulp van luchtdruk maakt Cavaillé-Coll zijn instrumenten redelijk licht bespeelbaar. Net als de stuurbekrachtiging van auto's werken de toegepaste Barker-hefbomen mee om de soms meer dan 10 meter lange houten verbindingen (de abstracten) van de orgeltoetsen naar de ventielen onder de pijpen gemakkelijker te laten bewegen. Cavaillé-Coll verbetert deze oorspronkelijke Engelse vinding en past die voor het eerst op grote schaal toe in het grote orgel van de kathedraal van St.-Denis. Toonvorming Ook op het gebied van de toonvorming heeft Cavaillé-Coll veel innovaties en noviteiten op zijn naam staan, zoals de mystiek overblazende Flûte Harmonique, een fluit van dubbele lengte met halverwege een gaatje, en de tongwerken met dubbele bekerlengte, herkenbaar aan de toevoeging Harmonique.
Cavaillé-Coll schuwt de publiciteit niet. Grote wereldtentoonstellingen worden als het even kan muzikaal verlucht met het nieuwste model van het symfonisch Cavaillé-Coll-orgel. In wetenschappelijke kringen wordt Cavaillé-Coll gerespecteerd. Op de smaakmakende Académie des Sciences te Parijs presenteert de inmiddels alom bekende orgelbouwer zijn inzichten in de fysische processen rond de toonvorming. Samen met de Franse diplomaat en orgeldeskundige Philbert heeft hij proefondervindelijk formules ontwikkeld om de toonhoogte nauwkeurig uit de pijplengte en de diameter te bepalen, die ook rekening houden met de vorm en met de luchtsnelheid, die temperatuurafhankelijk is. Is Cavaillé-Coll hierdoor als orgelbouwer uniek te noemen? Tot op zekere hoogte. Hij is een kind van zijn tijd en van zijn cultuur. Net zoals we nu te maken krijgen met de enorme ontwikkelingen van de informatietechnologie, geeft de eerste industriële revolutie medio vorige eeuw richting aan denken en handelen. De opkomst van stoomtractie en elektriciteit biedt de nijverheid ongekende perspectieven. Traditionele materialen zoals hout en steen worden aangevuld met en zelfs geheel vervangen door ijzer en glas. Een markant voorbeeld van deze omwenteling is de geheel ijzeren toren die de Duitse ingenieur Gustav Eiffel heeft ontworpen ter gelegenheid van de Parijse wereldtentoonstelling in 1889. Gustav Eiffel en Cavaillé-Coll hebben gemeen dat ze behalve kunstenaar ook ingenieur en innovator van formaat zijn. In een fors artikel, dat onlangs in de New York Times over Cavaillé-Coll verscheen, maakt Craig Whitney een treffende vergelijking: In tegenstelling tot de Eiffeltoren, die in die tijd algemeen werd beschouwd als een monsterlijk bouwsel, werden veel van de orgels die Cavaillé-Coll bouwde, begroet als meesterstukken. Later was het juist andersom: Parijs zou ondenkbaar zijn zonder Eiffeltoren, maar in de twintigste eeuw werden vele van de orgels van Cavaillé-Coll afgedankt of omgebouwd om barokker te klinken, zodat Bach, de grootste orgelcomponist, er beter op zou klinken. Dat laatste is inmiddels achterhaald, getuige ook de enorme aandacht die deze orgelbouwer in dit herdenkingsjaar in de pers krijgt en de talloze aan hem gewijde orgelconcerten en symposia. Zakenman Eind negentiende eeuw is de roem van Cavaillé-Coll wijdverspreid en worden zijn symfonische orgels verscheept naar alle hoeken van de wereld. In Amerika proberen orgelbouwers mee te profiteren van de prestige van Cavaillé-Coll door zijn pijpwerk in hun orgels in te bouwen. De opuslijst van deze smaakmakende orgelbouwer vermeldt vele honderden gebouwde orgels. Als in 1868 zijn atelier in de Parijse Rue de Vaurigard te klein wordt, vestigt hij zich op een veel groter terrein aan de Avenue du Marne. Daar verrijzen naast het atelier een zeer grote orgelmontagehal en een expositieruimte waar altijd speelklare orgels staan. Ook laat hij voor zichzelf een groot herenhuis bouwen. In 1891 gaat het echter mis. Zijn bank, de Crédit Foncier de France en zijn schuldeisers eisen hun vorderingen op. De Tribunal Civil de la Seine spreekt daarop een vorm van faillissement uit, waarbij hij wel de productie van orgels kan voortzetten, maar zijn eigen onroerende goederen moeten worden verkocht. Zijn herenhuis krijgt onder de naam Chollet een nieuwe bestemming als opvangtehuis voor jonge meisjes. Aristide Cavaillé-Coll stierf honderd jaar geleden, op 13 oktober 1899. Als geniaal akoesticus en mechanicus creëerde hij het negentiende-eeuwse symfonische orgel, waarvan de invloed op orgelliteratuur en orgelspel verstrekkend is. Altijd was hij bezig met nieuwe ontdekkingen en technische verbeteringen. Dat hij ook de geestelijk vader van de cirkelzaag worden genoemd, is een niet onbelangrijke bijkomstigheid.
Mede n.a.v. een expositie over orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll, tot 15 december in het Musée du Service de Santé des Armées au Val de Grâce, 1 place Alphonse Laveran, 75005 Paris (Métro, halte Gobelins). De aangrenzende kloosterkerk, een van de fraaiste van Parijs, is ook de moeite van bezichtiging waard. Openingstijden: dinsdag, woensdag en zaterdag van 12 tot 17 uur. |