Wetenschap26 oktober 1999

Drie generaties

De mobiele telefoon is binnenkort toe aan de derde generatie.

De oudste mobiele telefoons werkten analoog, waarbij elke gebruiker een eigen kanaal, een frequentiegebied, kreeg aangewezen. Als twee personen elkaar willen spreken, zijn twee kanalen nodig, of ze moeten elke zin besluiten met ”over”, waarna de ander het woord krijgt. Dat systeem heet Frequence Division Multiple Access, FDMA.

Met de groei van het aantal mobiele bellers is dat systeem inmiddels ”over en uit”, vanwege het beperkte aantal kanalen. De opvolger heet Time Division Multiple Access, TDMA. De bekende GSM-telefoon is daarvan een voorbeeld. De gebruiker kiest niet meer uit verschillende kanalen maar er is één vaste frequentie voor alle bellers. Het systeem hakt de boodschappen van de bellers echter in mootjes, de zogenaamde ”time slots”, die snel achter elkaar op dezelfde frequentie uitgezonden worden. Dat verklaart ook waarom soms flarden van een gesprek wegvallen als er te veel bellers in het gebied rond een antenne zijn. Voor GSM zijn er drie frequentiegebieden: 900, 1800 en 1900 megahertz.

CDMA
De derde generatie is Code Division Multiple Access, CDMA. Deze techniek is al enige tijd in gebruik voor militaire doelen omdat berichten gemakkelijker te beveiligen zijn. Alle bellers benutten alle kanalen tegelijkertijd. De gesprekken worden uitgesmeerd over het hele frequentiegebied en elk gesprek krijgt een unieke code mee om het van de andere te onderscheiden. De telefoons van de derde generatie zullen gaan voldoen aan de IMT-2000-standaard, waardoor het gesprek zonder storingen overschakelt van een huiscentrale naar een antenne of een satelliet, overal ter wereld. CDMA is op dit moment al in opkomst in Azië, maar er is onenigheid tussen fabrikanten over de exacte specificaties.