Wetenschap | 19 oktober 1999 |
Drie plakken cakeAls het de overheid niet lukt, moet het bedrijfsleven zelf de inhoud van internet maar controleren. Het brein achter die plannen is de Amerikaanse hoogleraar Jack Balkin van Yale Law School. De jurist beschrijft zijn plan als een cake die uit drie lagen bestaat. In de eerste laag beschrijven aanbieders van internetinformatie vrijwillig of hun pagina's seks, geweld, of grove, aanstootgevende taal bevatten. Er is een gedetailleerd voorschrift dat een eenduidige indeling moet waarborgen. De tweede laag bestaat uit een groot aantal 'zeven', die samengesteld zijn door allerlei verschillende organisaties, die daarin hun eigen ideologie hebben verwerkt. Zo kunnen kerken en religieuze bewegingen elk hun eigen zeef bedenken, waarin ze met 'schuifregelaars' aangeven wat wel en niet door de beugel kan. Zo is het denkbaar dat een pacifistische vereniging een zeef ontwerpt die alle geweld weert, maar waarin vloeken en seks tot op zekere hoogte zijn toegestaan. Balkin verwacht dat er tientallen verschillende zeven zullen ontstaan. In de derde laag zit de eindgebruiker, de internetabonnee. Die kiest welke zeef uit laag twee het beste bij hem past. Het internetbladerprogramma op zijn pc, de browser, zeeft daarmee de informatie uit laag één en laat verder niets toe. De gebruiker kan wel aangeven of hij bepaalde internetadressen altijd de zeef wil laten passeren. Zo kan iemand alle gewelddadige informatie tegenhouden maar toch een vertrouwde elektronische krant doorlaten om op de hoogte te blijven van rellen op Oost-Timor of de oorlog in Kosovo. Eventueel kan de gebruiker hier nog fijnere mazen in zijn zeef aanbrengen. Ten slotte zit er nog slagroom op de cake: een internationaal telefonisch of elektronisch meldsysteem waarmee ouders direct kunnen melden dat een pagina een verkeerd etiket heeft. De plannen van Balkin zijn vorige maand met instemming ontvangen op een bijeenkomst in München. Veel bedrijven zien brood in het filtersysteem. De motor erachter, de Internet Content Rating Association, heeft in juni een marktonderzoek laten uitvoeren om de belangstelling te peilen. Daaruit bleek dat een grote meerderheid van de internetters graag een filter op zijn computer wil: 84 procent van de Duitsers, 83 procent van de Amerikanen en 90 procent van de Australiërs. Tegelijkertijd stuit het plan op bezwaren van voorstanders van vrije meningsuiting. Die zijn bang dat overheden van dictatoriale regimes het filtersysteem met open armen ontvangen om hun onderdanen te beschermen tegen kapitalistische invloeden. Dat zou kunnen door alle providers in dat land te verplichten om volgens een bepaalde zeef te werken. |