Wetenschap | 19 oktober 1999 |
Wie buskruit bij zich draagt, moet bij de vonken vandaan blijvenLaveren tussen rode lampjesDoor S. M. de Bruijn Ralf tastte wat in het donker, maar hij was er eigenlijk aan gewend de startknop van de computer te vinden nadat zijn moeder naar bed was gegaan. (...) Het scherm scheen hem in het gezicht, toen hij zijn wachtwoord intikte en verbinding maakte met het internet. De volgende stap was het zodanig instellen van de computer dat er geen spoor zou achterblijven van hetgeen hij ging doen. Hij plaatste de muiswijzer op het Netscape-pictogram en klikte. Zo begint het hoofdstuk Rode lampjes op het Internet. Brian Lang en Bill Wilson geven in hun boek Internetgids voor christen-ouders een overzichtelijke en indringende beschrijving van de talloze valkuilen die de elektronische snelweg telt. Veel ouders zullen hun ogen uitwrijven als ze de dit boek doornemen. Helaas is het niet overdreven. De gevaren die de twee Amerikanen voorschotelen zijn realistisch en ze vormen een strik voor veel jonge maar ook oudere internetters. Daarbij gaat het zeker niet alleen over het bezoeken van sekssites, maar ook over elektronische babbelboxen, de verzoekingen van nieuwsgroepen, taalgebruik bij het e-mailen of chatten, eerlijkheid bij het opgeven van een naam, verslaving door te lang internetten en het verzamelen van illegale software. Vreemd genoeg komen gewelddadige computerspelletjes in het boek nauwelijks aan de orde. Elk hoofdstuk begint met een gefingeerde maar levensechte gebeurtenis in de familie Webb. Telkens komt een nieuwe valkuil aan de orde, maar de schrijvers geven ook bijbelse richtlijnen om de kuil te omzeilen of te dichten. De auteurs hebben de juiste doelgroep gekozen: de ouders. Het is belangrijk dat zij weten wat hun kinderen uitvoeren achter de pc. Daar schort het vaak aan, omdat ze weinig van de computer begrijpen en hun kinderen, net als Ralf, weten hoe ze hun ouders kunnen misleiden. Daarom is het jammer dat dit boek te veel technische termen bevat, waardoor het juist voor de niet-deskundige ouder te hoog gegrepen is. Optimisme Een ernstiger bezwaar is het optimisme dat de auteurs tentoonspreiden over het aanleren van veilig internetten. Praat met je kinderen, ontwerp een gezinspolitiek, stel bijbelse grenzen, neem nog een paar praktische maatregelen, en het komt allemaal in orde. Na een hartig woord van moeder, als ze Ralf heeft bespied op zijn tocht langs de rode lampjes, slaat hij de ogen neer en begint te huilen. Gelukkig. Maar andere jongeren zullen een route zoeken waarbij moeder hen niet meer kán controleren. Zeker nu internet op zo veel andere plaatsen vrij beschikbaar is bibliotheken, scholen en internetcafés denken de auteurs daar te gemakkelijk over. Hun optimisme is in tegenspraak met de arglistigheid van de duivel en ons eigen hart. De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk, zegt Salomo. Buskruit De publicatie met als ondertitel: Internet: een verantwoorde toepassing? is een gedegen studie, niet zozeer door de technische uitweidingen, maar doordat de schrijvers allerlei moeilijke maar wezenlijke vragen rond het gebruik van internet niet uit de weg gaan. Mogen we onze vrije tijd zomaar doorbrengen achter de computer? Mogen we ons bewust blootstellen aan allerlei verleidingen die ICT met zich meebrengt? Is het vermeerderen van kennis toegestaan en hoe verhoudt informatie zich tot kennis? Past het een christen, die hier op aarde maar een vreemdeling is, zich zo intensief met de computer bezig te houden? Bestaat er niet het gevaar dat de techniek wordt verafgood; past dat nog binnen de opdracht van bouwen en bewaren? Aan elk van deze vragen is een hoofdstuk gewijd en de auteurs hebben daarbij aanzienlijk dieper gespit dan de Amerikanen. Ze maken veelvuldig gebruik van citaten uit de Bijbel en de geschriften van reformatoren, bijbelverklaarders, puriteinen en ethici en zijn erin geslaagd om daar een goed leesbare brochure van te maken. Juist bij het hoofdstuk over de verleidende kracht van ICT levert dat een tegenstelling op met de Amerikaanse publicatie. Het niet in staat tot enig goed en geneigd tot alle kwaad betekent dat de mens zich niet aan de verleiding mag blootstellen. Een treffend citaat van Thomas Brooks: Wie buskruit bij zich draagt, moet ver bij de vonken vandaan blijven. (Terughoudendô (De consequentie die de auteurs daaruit trekken is verstrekkend. Samengevat: Het is onze plicht de gelegenheid tot zondigen te mijden. Anderzijds leven we in een gebroken wereld waarin we als christen onze roeping moeten vervullen. We willen niet zover gaan dat we het gebruik van ICT geheel afwijzen. Het gebruik van ICT is op zichzelf genomen niet zondig. Wij pleiten ervoor zeer terughoudend te zijn in het gebruik van ICT, en zeker internet zo veel en zo lang mogelijk te weren uit het gezin. Er kunnen situaties zijn waarbij iemand voor de uitoefening van zijn beroep of voor zijn studie niet om het gebruik van internet heen kan, bijvoorbeeld omdat wenselijke, nuttige of noodzakelijke informatie slechts via dit medium wordt uitgewisseld of beschikbaar is. In dergelijke gevallen lijkt het gebruik van internet geoorloofd, maar de gebruiker laadt een zware verantwoordelijkheid op zich. Dit advies sluit goed aan bij het derde boekje over verantwoord omgaan met computers en multimedia, de studie Beeld-Vorming van de onderwijsorganisaties DGS en GOLV, die vandaag op de beurs Wegwijs gepresenteerd is. Vier auteurs belichten het thema Opvoeden in een multimediale samenleving, in het gezin en op school. Elk wijzen ze op de noodzaak van gewetensvorming en opvoeding tot weerbaarheid en het feit dat ouders zich goed op de hoogte moeten stellen van wat kinderen op een computer doen. De bundel is heel toegankelijk geschreven, al lijkt hij eerder afgestemd te zijn op de ouders dan op de jongeren. De basis van het boekje wordt gelegd in hoofdstuk 1, waarin dr. D. de Wit, theologiestudent in de Gereformeerde Gemeenten, indringend aangeeft dat het gevaar van twee kanten komt: de verleidende kracht van de multimedia en het zondige karakter van ons hart. Het beste filter is dan ook: geen aansluiting op internet nemen. Waarom zouden wij vuur in de hooiberg halen? Is ons boze hart niet door het minste of geringste door de vlam van de begeerte ontstoken? De Wit trekt die lijn door naar het zakelijk internetgebruik. Hij stelt dat het slechts sporadisch voorkomt dat iemand alleen via internet aan de nodige gegevens kan komen. Veelal kan ook op andere wijze dezelfde informatie worden verkregen, zij het met wat meer moeite. Is het ons dat nog waard? Emigreren Het lijdt geen twijfel dat internet een machtig instrument van de satan is, waarmee hij zijn duizenden verslagen heeft en waarmee hij probeert voet aan de grond te krijgen in de gereformeerde gezindte. Maar als er meer niet van te zeggen is en daar lijkt het op, volgens deze auteurs hoeven we geen onderscheid te maken tussen zakelijk en privé-gebruik. Dan is het medium ronduit verboden, voor welke toepassing dan ook. Dan moeten we consequent zijn: banen weigeren waarbij internetten nodig is, en emigreren zodra de overheid dwingt om internetgebruik in het lesprogramma op te nemen. Wat in beide boekjes ontbreekt, is een visie op de toekomst. Internet en multimedia worden te vaak benaderd als losse apparaten. Wie eens rondkijkt in de keuken van de ICT-industrie, ziet wat er nog meer op het vuur staat. Moderne technologie, gebaseerd op een internetstructuur, zal doordringen tot in alle geledingen van het maatschappelijk en sociaal functioneren. Wat nu op het pc-scherm gebeurt, wordt straks meegeleverd in de deur van de koelkast. De mobiele telefoon werkt als babyfoon of geeft een seintje wanneer opa de volgende tablet moet innemen. Raakt een auto betrokken bij een verkeersongeluk, dan alarmeert die meteen politie en ambulance. Dat is niet overdreven, al die internettoepassingen waren vorige week in Genève te zien. Microsoft kondigde daar aan dat van alle mobiele telefoons die in 2001 verkocht gaan worden, 80 procent voorzien zal zijn van internetmogelijkheden. Het wereldwijde computernetwerk zal evolueren tot een algemene nutsvoorziening, zoals elektriciteit. De stroom die de rode lampjes van de Amsterdamse Wallen verlicht, komt ook onze huiskamers binnen. In Beeld-Vorming komt De Wit tot zijn conclusie door de techniek achter multimedia besmet te verklaren. Goed gebruik ervan is dan inderdaad uitgesloten. Maar met precies dezelfde argumenten is ook het privé-gebruik van een cd-speler en een (al of niet mobiele) telefoon te verbieden. Dat doen we niet, maar we laten het afhangen van de inhoud van de cd en van het telefoongesprek. Zonder iets af te willen doen van het bedreigende karakter van internet en verwante technieken: het zou zuiverder geweest zijn als De Wit niet de technologie zelf ooit ontstaan in de militaire industrie maar de verschillende multimediale toepassingen al of niet besmet verklaard had. Blok hout Calvijn lijkt dus minder nauw in de ingewanden dan de informatici, die toch zelf toegeven dat computergebruik als zodanig niet zondig is. Het lijkt juister om een parallel te trekken met de richtlijn die Calvijn hanteert voor muziekinstrumenten: acht ze niet overbodig en veroordeel ze al helemaal niet ook al dienen ze vaker tot vermaak en genot dan tot noodzakelijk gebruik behalve wanneer dat genot niet met de vreze Gods en het gemeenschappelijk nut der menselijke samenleving is verbonden. Dan is er ook niets in te brengen tegen het gebruik in vrije tijd en in het gezin. Desondanks blijft het natuurlijk een goed advies van de auteurs om in de gezinnen, zolang een deugdelijk afgeschermd internet niet beschikbaar is, geen open aansluiting op het riool van de wereld te nemen. Uitgangspunt van de 'Baan-studie' is dat we met heel ons leven Gods eer op het oog dienen te hebben en dat ons handelen tot heil van onszelf en van onze naaste moet zijn. Dat laatste aspect komt niet uit de verf. Het boek van de Amerikanen Wilson en Lang eindigt met de zin: Ga voorwaarts en laat uw licht schijnen in de cyberruimte. Ze vinden dat christenen actief moeten deelnemen aan internet. Die mening ontbreekt volledig in de Nederlandse boekjes. Jammer, want internet bevat een theologische schatkamer. De volgende druk moet zeker een hoofdstuk De Areópagus in 2000 bevatten. De website van ds. W. van Vlastuin is daarvan een goed voorbeeld. Samengevat: wie zich wil verdiepen in verantwoord internetgebruik, doet er goed aan zowel het Amerikaanse als een van de Nederlandse boekjes te lezen. Maar dan wel in die volgorde. Internetgids voor christen-ouders, door B. Lang en B. Wilson; uitg. Medema, Vaassen, 1999; ISBN 90 6353 320 9; 176 blz.; 24,95. Bezinning op het gebruik van ICT: vernieuwen en bewaren, door J. Brand, T. van Donge, J. D. van de Geer, H. Kievit, L. van der Tang, B. Schalk en J. Westrate; verschijnt binnenkort bij uitgeverij Groen, Heerenveen. Beeld-Vorming. Opvoeden in een multimediale samenleving, door C. van Breugel, G. Dijkgraaf, W. Fieret, A. Verweij en D. de Wit; uitg. DGS, Ridderkerk, (tel. 0180-411466; op Wegwijs '99: fa. J. Mes), 1999; 54 blz.; 14,95. |