Wetenschap 12 oktober 1999

In Schotland verrassend herstel populatie bijzondere roofvogel

Visarend strijkt neer
in de Lage Landen

Door A. de Jong
Wie graag een visarend wil zien, hoeft daarvoor niet meer per se naar het buitenland. Met name de afgelopen weken werd de bijzondere roofvogel op allerlei plaatsen in ons land waargenomen: op trek van Schotland of Scandinavië naar West-Afrika. Maar ook in juni en juli zijn er kansen. Treinreizigers moeten in die tijd tussen Hilversum en Weesp goed uit het raam kijken: misschien zien zij er één bij het Naardermeer.

Zaterdag 2 oktober organiseerde Vogelbescherming Nederland een megatrekvogeltelling. De oogst was minder groot dan bij een vergelijkbare operatie tien jaar geleden, maar toch deden de ruim driehonderd deelnemende vogelaars leuke waarnemingen. Zo zagen zij op drie plaatsen op de lijn Zantvoort-Winterswijk een visarend langsvliegen. Zo'n ervaring doet het hart van de rechtgeaarde vogelliefhebber sneller kloppen.

„Er hangen er op dit moment wel zo'n vijftien in Nederland rond”, fluisterde tijdens de trekvogeltelling een amateur-ornitholoog. Overdreven? Dit is in elk geval duidelijk: het gaat prima met de visarend in West-Europa. Zo doen de dieren het in Oost-Duitsland opmerkelijk goed. In Midden-Frankrijk, niet direct een streek die je zelf voor de visarend zou uitzoeken, broedden de laatste jaren tien tot vijftien paren. Ook in Schotland en Scandinavië gaat het de vogels voor de wind.

Piektijd
Als levende bewijzen daarvan passeren tijdens de najaarstrek vele exemplaren de Lage Landen bij de zee, op weg naar overwinteringsgebieden in West-Afrika, met name Gambia en Senegal. Piektijd voor het waarnemen van de langeafstandvliegers is normaal gesproken half september, zegt F. Wustings van Sovon Vogelonderzoek Nederland. „Maar ook in deze tijd kun je nog wel doortrekkers waarnemen. De vogels zijn dit jaar relatief laat op weg gegaan.”

En dan hebben we het nog niet over de visarenden die hier in voor- of najaar enkele maanden blijven hangen. „Dergelijke pleisterende individuen, die zich goed thuis voelen in het Lauwersmeergebied, de Oostvaardersplassen, de Gelderse Poort en de Biesbosch, kunnen tot eind oktober worden waargenomen”, weet Wustings uit ervaring.

De meeste doortrekkers en pleisteraars zijn afkomstig uit Scandinavië. Er kunnen echter ook vogels tussen vliegen die het levenslicht hebben gezien in de Schotse Hooglanden.

Schotland
De geschiedenis van de visarend in Schotland is een heel bijzondere, zo bleek deze zomer bij een bezoek aan een visarendshorst in Aviemore. Was de indrukwekkende roofvogel aan het begin van deze eeuw in het land van doedelzak, whisky en ruitrok uit broodnijd geheel uitgeroeid, momenteel zijn er weer zo'n 130 à 140 broedparen.

Bij Aviemore begon de victorie. Na een afwezigheid in Schotland van ruim veertig jaar nestelde dáár in 1954 voor het eerst weer een paar visarenden. Het stel bracht bij Loch Garten in Aviemore twee jongen groot. Eierdieven verhinderden de daarop volgende jaren broedpogingen van de roofvogel, maar in 1959 was het, dankzij voortdurende bewaking van het nest door vogelbeschermers, opnieuw raak: drie jongen.

Sindsdien is de beroemde horst bij Loch Garten geen enkel jaar meer onbezet gebleven. Ruim zeventig jongen verlieten in de loop der jaren in goede welstand het nest. Maar er valt meer te melden. Vanuit Aviemore verspreidde de visarend zich opnieuw over de Schotse Hooglanden, zodat er dit jaar in het noorden van het Verenigd Koninkrijk weer meer dan 130 paren hebben gebroed.

Openbaar
Boeiend is de wijze waarop de Schotten de bescherming van de visarend vorm hebben gegeven. Wie Schotse ornithologen vraagt naar locaties van nesten, krijgt nul op rekest. Het risico dat toeristen een visarendshorst verstoren of dat eierverzamelaars –ja, die mensen bestaan nog steeds– het nest leeghalen, is veel te groot. Toch zijn twee horsten met opzet openbaar gemaakt: één in Aviemore en één bij Loch Lowes, in de buurt van Perth. Zodoende kan het grote publiek toch kennismaken met de leefwijze van de visarend. Dat draagt bij aan het inzicht dat zo'n bijzondere vogel alleszins beschermwaardig is.

Het beroemde nest bij Loch Garten heeft de afgelopen jaren bezoek gehad van ruim 2 miljoen toeristen en vogelliefhebbers. Zij vinden er een prachtig ingericht bezoekerscentrum, waar een schat aan informatie te verkrijgen is over ”the osprey”.

Wie het bezoekerscentrum annex observatiehut binnenstapt, ziet door het raam, op enkele honderden meters afstand, meteen een groot nest, hét nest. Diverse telescopen staan voor het raam opgesteld, zodat de verrichtingen op de horst goed gevolgd kunnen worden.

Gevoed
Als er tenminste verrichtingen zíjn. De observatiepost bij Loch Garten is voor het publiek geopend van eind april tot in augustus. De beste tijd is eind juli, als de jongen op het nest regelmatig door de ouders gevoed worden. Maar ook 12 augustus bleek deze zomer nog een prima dag te zijn. Van de drie jongen die het paar in Aviemore dit jaar grootbracht, was er die maandag regelmatig één op het nest te zien.

Doordat in een boom naast de horst een camera en een microfoon zijn bevestigd, kunnen bezoekers van de observatiepost het gedrag van de visarend volgen alsof ze er met hun neus bovenop staan. Het bruine verenkleed, de witte onderkant, de donkere oogstreep, de gele iris van de vogel: het is allemaal prachtig waar te nemen. Het typische „kie-kie-kie-kie-kie” van de roofvogel klinkt met enige regelmaat door het bezoekerscentrum.

De visarend, qua formaat nauwelijks groter dan een buizerd, leeft bijna uitsluitend van vis, die hij zelf vangt in rivieren, langs kusten en in grote meren. Ook andere roofvogels, zoals zeearenden en wouwen, pakken graag een vis, maar de visarend is de enige roofvogel die geheel gebouwd is op het vangen van grote oppervlaktevissen, die hij gewoonlijk door een spectaculaire duik in het water bemachtigt.

Kunstenaar
Dat het paar in Aviemore dit jaar drie jongen groot wist te brengen –het gemiddelde in Schotland is 1,5 jong–, heeft onder meer te maken met de visrijke rivier de Spey, maar ook met de hoge leeftijd van de oudervogels. Vooral het mannetje, 13 jaar oud, heeft veel jachtervaring en is een ware kunstenaar in het verschalken van forellen, brasems en andere vissen.

Waarom broedt de visarend niet in Nederland? Dat is een vraag die veel Hollandse vogelaars bezighoudt. Er zijn signalen dat het eerste broedgeval eraan komt. In de Gelderse Poort maar ook in het Naardermeer zijn, niet alleen in het najaar maar ook in de maanden juni en juli, pleisterende visarenden waargenomen. Natuurmonumenten overweegt in het Naardermeer een nestpaal te installeren. Zou het lukken de visarend te lokken? T. Eggenhuizen van Vogelbescherming Nederland is optimistisch. „Als dat beest in de hele wereld voorkomt, moet hij toch ook in ons land kunnen broeden?”