Wetenschap 28 september 1999

De sterrenhemel in oktober

Door W. G. Hulsman
Oudere mensen zien op tegen de komende maanden. De dagen zijn korter, de nachten donkerder en het weer is somberder. Daarentegen gaat het hart van de sterrenkundigen en amateur-sterrenkijkers juist harder kloppen. Voor hen breekt de gunstige tijd weer aan. De oktoberhemel wacht op verkenning.

Opvallendste hemellichaam in de herfstmaand is Venus. In de vroege ochtend straalt zij als de Morgenster aan de oostelijke hemel. Helder en fris ziet zij eruit. De werkelijkheid is anders, want een thermometer wijst op het oppervlak van de planeet ruim 460 graden aan. Venus nadert op de achtste de ster Regulus tot op enkele graden.

De twee andere aandachtstrekkers in oktober zijn de grote planeten Jupiter en Saturnus, die vrijwel de hele nacht –vlak bij elkaar– zichtbaar zijn. De planeten staan 's avonds in het oosten, rond middernacht in het zuiden en 's morgens in het westen. Vanaf de veertiende is Jupiter in het sterrenbeeld Vissen te vinden.

Deze grote planeet komt op 23 oktober om 21 uur ”in oppositie”. De reus staat dan precies op één lijn met de aarde en de zon en vanaf de aarde gezien staat hij precies aan de andere kant ten opzichte van de zon. Als de zon ondergaat, komt Jupiter op. Daardoor is hij de hele nacht zichtbaar.

Wie enkele uren later, op de 24e om 0.28 uur, naar Jupiter kijkt, kan met een kijker aan de westkant van de planeet drie van de vier grote manen precies op een rij zien staan.

Een planeet die het zonder manen moet doen, is Mercurius. Deze kleine binnenplaneet staat in de eerste helft van de maand in Maagd, vanaf de 12e in Weegschaal. Zonder hulpmiddel is hij echter niet te vinden.

Mars laat zich wel met het blote oog waarnemen, al gaat hij wel binnen drie uur na de zon aan de zuidwestelijke einder onder. De oranjerode planeet staat het eerste deel van de maand in Slangendrager, vanaf de 12e in Boogschutter. Mars heeft overigens twee zeer kleine manen, Phobis en Deimos, met een doorsnee van respectievelijk 28 en 16 kilometer.

'Onze' maan is in oktober op de negende nieuw, rond die datum laat de hemel zich het gemakkelijkst verkennen. De maan passeert deze maand op de vijfde de planeet Venus, bij de overgang naar de zesde de ster Regulus in Leeuw, op de avond van 15 oktober de planeet Mars, de 24e 's avonds de reus Jupiter, een dag later Saturnus en de 27e staat ze bij de oranje ster Aldebran in Stier.

Sterren
De opvallendste sterren in oktober blijven de drie heldere flonkeraars van de Zomerdriehoek: Vega, Deneb en Altair. Ze schuiven met elkaar langzaamaan verder naar het westen.

Het is de moeite waard om ook eens in de uren voor zonsopkomst naar boven te kijken. Aan de zuid(oost)elijke hemel stralen daar alweer de wintersterrenbeelden, waaronder Orion: het sterrenbeeld dat duidelijk herkenbaar is aan de drie heldere sterren op een rij –de zogenaamde riem– met daarboven de heldere ster Betelgeuze en ten zuiden ervan Rigel. Wie de lijn door de drie sterren van de gordel in oostelijke richting doortrekt, komt vanzelf uit bij de helderste ster aan het firmament, Sirius in Grote Hond. Sirius is een van de sterren die het dichtst bij 'onze' ster, de zon staat. Het gaat dan altijd nog om een afstand van zo'n 8,6 lichtjaar oftewel bijna 86.000 miljard kilometer.

In het noordoosten flonkert de ster Capella in Voerman. Capella is een gele dubbelster en de op vijf na helderste ster aan de hemel.

Oktober leent zich ook voor het opzoeken van de ontelbare sterrenstelsels, nevels en sterrenhopen, waaronder de Andromedanevel, de zogenaamde Dubbele Sterrenhoop in Perseus en de Plejaden. Een goede sterrenkaart is daarbij een goed hulpmiddel.

Orioniden
Speciaal in de nacht van 21 op 22 oktober is er wat vuurwerk aan de hemel te verwachten. De Orioniden zijn dan het actiefst. De meteorenzwerm –die van 7 oktober tot 7 november te zien is– zal die nacht rond het middernachtelijk uur een maximum van twintig vallende sterren per uur bereiken, maar door de volle maan zullen de meeste lichtflitsen verbleken. Wie geduld heeft, maakt kans nog wel een van de (weinige) Tauriden de dampkring binnen te zien dringen en verbranden. De Tauriden –vallend vanuit Taurus (Stier)– kenmerken zich door hun fel oranjekleurige vuurbollen, die soms meer dan één keer oplichten bij de verbranding in de dampkring.