Wetenschap 28 september 1999

NASA heeft weer pech met missie naar rode planeet

Nog geen leven op Mars

Door J. Reijnoudt
„Het kan nauwelijks anders wezen, (...) of iemand, die met Kopernikus oordeelt, dat het Aardrijk, 't welk wy bewonen, een van de Dwaalstarren is, die rondom de Zon draijen, en van de zelve haar licht krijgen, moet somtijds denken, dat het niet onredelijk is te stellen, dat alle de andere Klooten, zoo wel als de onze, hare cieraden, en misschien ook hare bewoners, hebben; (...).”

Christiaan Huygens, een van de grootste natuurwetenschappers van de zeventiende eeuw, schreef deze regels. Ze staan in zijn boek ”Cosmotheoros – de wereldbeschouwer”, dat hij in 1698 schreef. Huygens, zo blijkt ook uit andere uitlatingen, geloofde stellig in leven op andere planeten. Zo zeker als Christiaan Huygens zijn hedendaagse sterrenkundigen daar niet van, maar toch laat velen de gedachte niet los.

Op een interplanetaire speurtocht naar leven, in welke vorm dan ook, ligt het voor de hand om zeker Mars aan te doen. De planeet beschrijft een baan om de zon op ongeveer anderhalve keer de afstand van de aarde tot de zon. Mars heeft een ijle dampkring; er is water te vinden, zij het in de vorm van ijs. De planeet draait om haar as en doet daar maar 37 minuten langer over dan de aarde; een etmaal duurt er dus 24 uur en 37 minuten. Bovendien bestaan er ook seizoenen, zij het dat ze twee keer zo lang duren als op aarde; één Mars-jaar komt overeen met twee aardse jaren. Speciaal voor het onderzoek naar weer en klimaat was de nu verongelukte Mars Climate Orbiter december vorig jaar op pad gestuurd.

Bemande vlucht
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft al heel wat geld en moeite aan de 'levensvraag' op Mars gespendeerd. Op dit moment loopt er een tienjarig project waarin een aantal satellieten de rode planeet moet aandoen voor nader onderzoek. De bekroning zou zijn, zo zien ruimtevaartdeskundigen dat, een bemande vlucht naar Mars. Optimisten denken dat die over ongeveer twintig jaar vertrekt.

Daar moet nog wel wat oefening aan voorafgaan, zo bleek vorige week toen de satelliet Mars Climate Orbiter rond zijn einddoel plotseling kwijt was. Waarschijnlijk sloeg de kunstmaan op de rode planeet te pletter. Het grondpersoneel houdt het op een navigatiefout.

Het was niet de eerste keer dat een aardse kunstmaan in de buurt van Mars verkeerde. En het was ook niet voor het eerst dat een satelliet daar de weg kwijtraakte. In 1993 kwam Mars Observer in de buurt van de planeet. De NASA-sonde was bedoeld om Mars in beeld te brengen en daarmee een soort wegenkaart voor volgende missies te leveren, maar raakte zelf het spoor bijster. Het apparaat zwerft nu ergens in ons zonnestelsel, maar niemand weet waar.

Meer succes had de NASA in 1997 met de Mars Pathfinder waaruit na de landing een karretje tevoorschijn kwam. Die robot, de Sojourner, was luttele minuten na de start van de eerste rit op de rode planeet wereldberoemd. De Amerikanen hadden er dan ook voor gezorgd dat de verrichtingen van hun succesnummer wereldwijd via Internet te zien waren. De Sojouner reed daar rond om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van de gesteenten. Zo nu en dan zat het wagentje dan ook vast op een rotsblok.

De NASA was al gewend aan succesjes met Mars. Lang voor het Internet-tijdperk aanbrak, maakte in de zomer van 1976 Viking I een zachte landing in Chryse Planitia, de Goudvlakte. Daarmee zette de eerste aardse satelliet voet aan de grond op een andere planeet. Viking II streek, bijna gelijktijdig, neer in Utopia. Uit die tijd dateren de eerste roodgekleurde Marsfoto's; honderden bereikten de aarde. Veel belangrijker dan die beelden waren de graafactiviteiten van beide apparaten. De landingsvaartuigen waren uitgerust met robotarmpjes om zand en steentjes op te scheppen voor het aan boord zijnde minilaboratorium. Dat was goed uitgerust, tot en met een oventje dat een temperatuur van 600 graden kon bereiken. Voor de onderzoekers die bij Mars maar één vraag stellen, was het resultaat van de Viking-proeven teleurstellend: geen leven.

Wachtkamer
Het verlies van de Mars Climate Orbiter is niet dramatisch, stelt de NASA. De Amerikanen hebben voor de komende jaren nog diverse satellieten in de wachtkamer staan en die kunnen gewoon op de geplande lanceerdatum richting Mars vertrekken, wil de NASA daarmee zeggen. De eerstvolgende in de rij is de Mars Polar Lander. Het apparaat is al even onderweg en moet op 3 december van dit jaar op de planeet landen. Dan is de afwezigheid van de Mars Climate Orbiter een probleem, want die had de apparatuur aan boord om de foto's die de Polar Lander gaat maken, door te sturen.

Gelukkig voor de NASA is er ook de Mars Global Surveyor, die al enige tijd zijn rondjes om de planeet draait. Dat apparaat gaat nu waarschijnlijk assistentie verlenen.

Wat er ook gebeurt op en rond Mars, het is zeer waarschijnlijk dat het eerste leven op de planeet pas ontstaat als reizigers vanaf de aarde daar landen. Optimisten verwachten dat de eerste astronauten omstreeks het jaar 2020 onderweg zullen zijn.

Ondertussen mag ieder ervan denken wat hij wil, volgens Huygens, in zijn ”Cosmotheoros – de wereldbeschouwer”. „Des stellen wy hier niets voor wis en zeker (want hoe kan dat geschieden?) maar wy gaan alleen te werk met gissingen, over welker waarschijnlijkheid het een yder vry staat naar zijn zin te oordelen.”