Een grote groep grijze walvissen brengt de winter door in de San Ignacio-lagune, aan de kust van Baja California (Mexico). Milieuorganisaties protesteren tegen de uitbreidingsplannen van het zoutbedrijf ESSA in de lagune. De grijze walvis leeft in ondiepe kustwateren in het noorden van de Grote Oceaan. Van het zeedier bestaan nog twee populaties, een Aziatische en een Amerikaanse. De groep die leeft in de omgeving van Korea is met uitsterven bedreigd. De andere groep is het grootst en telt naar schatting 17.000 tot 18.000 walvissen. Die brengen de zomer door ten noorden van Alaska in de Beringzee. Als in de herfst de voedselhoeveelheid terugloopt en de watertemperatuur afneemt, trekt de populatie naar de lagune in Mexico om daar jongen te krijgen en groot te brengen. De grijze walvis heeft een blauwzwart tot leikleurig lichaam bedekt met lichte vlekken, vermoedelijk veroorzaakt door parasieten. Het dier bereikt een lengte van 15 meter, bij een gewicht van 16 ton. De hoogst bekende leeftijd bedraagt 77 jaar. Een vrouwtje werpt elke twee tot drie jaar een jong, na een draagtijd van ongeveer 13 maanden.

Foto Richard Sobol, IFAW