Wetenschap 31 augustus 1999

Chandra-telescoop
stuurt eerste beelden

Miljarden guldens high-tech. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Afgelopen week werd de droom voor sterrenkundigen werkelijkheid: de peperdure Chandra-röntgentelescoop stuurde vanuit de ruimte de eerste, haarscherpe beelden naar de aarde. „Perfect” en „verbazingwekkend” zijn de woorden die de Chandra-specialisten voor de eerste resultaten gebruiken.

De spaceshuttle Columbia bracht de Chandra een maand geleden in de ruimte. Daarna is het instrument op eigen kracht naar een hogere baan om de aarde gevlogen. De eerste weken heeft het vluchtleidingscentrum alle instrumenten nagekeken op onvolkomenheden. Daarop kon de telescoop afgelopen week aan zijn eerste waarnemingen beginnen. Met succes.

De grootste en krachtigste röntgentelescoop heeft als eerste een deel van Cassiopeia –het sterrenbeeld in de vorm van een W– verkend. De scherpe beelden tonen onder meer een supernova of geëxplodeerde neutronenster. Zelfs met de sterkste lichttelescoop is er weinig van die explosie te zien. De Chandra kan de schokgolven röntgenstraling die de sterrestanten uitzenden, wel opvangen en omzetten in beelden. Behalve naar de supernova keek de telescoop ook naar een vergelegen quasar, een sterachtig object dat enorme hoeveelheden röntgenstraling uitzendt.

Zo zal de Chandra de hemel verder aftasten, op zoek naar 'hete' en 'onrustige' delen van het heelal, plaatsen waar veel röntgenstraling vandaan komt. De duistere zwarte gaten krijgen daarbij veel aandacht. Sterrenkundigen hopen zo nog meer over de 'levensloop' van sterren te weten te komen. Hoogste doel voor de overwegend evolutionistische astronomen is te achterhalen hoe het heelal is ontstaan.

De Chandra –genoemd naar de Indische astronoom Chandrasekhar– zal zeker vijf jaar in de ruimte blijven en kan beelden doorsturen die 10 tot 100 keer sterker zijn dan die van oudere röntgentelescopen die om de aarde draaien. De astronomen wachten met spanning op wat de ruimtetelescoop verder zal laten zien. Als het aantal ontdekkingen even groot is als dat met de ruimtetelescoop Hubble, kunnen sterrenkundigen nog heel wat verwachten.