Wetenschap 31 augustus 1999

Milieubeweging beschuldigt zoutfabriek van dood walvissen

Rel rond Mexicaans reservaat

Door C. Admiraal
Misschien wel duizenden grijze walvissen verhuizen elk najaar van Alaska naar Mexico om in de San Ignacio-lagune te overwinteren en er hun jongen te baren. De ruim 6000 kilometer lange trek herhaalt zich in omgekeerde richting bij het aanbreken van de lente. De laatste twee winters bereikten maar een relatief klein aantal grijze walvissen de beschutte wateren van de lagune. Om nog duistere reden lieten zeker honderd walvissen er bovendien het leven.

Vrijwel direct nadat de eerste levenloze walvislichamen aanspoelden op het zandstrand dat de San Ignacio-lagune omringt, was de Mexicaanse milieubeweging in opperste staat van paraatheid. De lagune is een van de laatste plaatsen waar grijze walvissen nog in rust hun jongen ter wereld kunnen brengen.

De natuurbeschermers wezen met hun beschuldigende vinger meteen naar een Japans-Mexicaanse zoutfabriek. Exportadora de Sal (ESSA) bestaat al 45 jaar en is de enige werkgever van belang in het van oudsher achtergestelde zuiden van de deelstaat Baja California. De Japanse partner is de multinational Mitsubishi.

ESSA had vanaf het begin geen schijn van kans. De voorzichtige tegenwerping van de bedrijfsdirectie dat er geen lozingen hadden plaatsgehad in de lagune en de onderneming op geen enkele manier het natuurlijke evenwicht had verstoord, mochten niet baten en verstomden in de kakofonie van protesten. Gemobiliseerd via het Internet en andere mediakanalen overstelpten natuurvrienden uit alle hoeken van de wereld het bedrijf met petities, protestbrieven en andere uitingen van woede, bezorgdheid en ongeloof.

Postzakken
Binnen enkele maanden kreeg ESSA ruim 750.000 brieven van mensen die het willen opnemen voor de in het nauw gedrongen walvissen. Nog steeds arriveren elke werkdag vijf of meer goedgevulde postzakken op het ESSA-hoofdkantoor in Mexico-stad.

„De reactie op de berichten uit de lagune was als een mokerslag voor onze firma. Vanzelfsprekend zijn ook wij begaan met het lot van de walvissen, maar het was beter geweest wanneer de milieugroepen eerst de situatie ter plaatse hadden bestudeerd om dan pas de noodklok te luiden”, zegt ESSA-directeur Juan Bremmer. De topman geeft ruimhartig toe dat Mexicaanse bedrijven het vaak wat minder nauw nemen met milieuvoorschriften. Gelet hierop is de heftige reactie van de natuurbeschermers begrijpelijk. „Maar we hebben echt helemaal niets op onze kerfstok”, verzekert Bremmer.

De San Ignacio-lagune en het omliggende gebied vormen tezamen het door de Verenigde Naties beheerde en bekostigde El Vizcaino-natuurpark. Het is een van de weinige ”biosferen” die de VN onder hun hoede hebben genomen.

De zoutpannen van ESSA liggen midden in het beschermde gebied. „Gezien het economische belang voor de regio is destijds besloten de fabriek te handhaven. De invloed van de zoutwinning op het milieu zou volgens een studie van VN-biologen miniem zijn. Nu is dus anders gebleken”, constateert directeur Jacob Scherr van het in Washington gevestigde Natural Resources Defense Council (NRDC), een prominente milieuorganisatie en lobbygroep.

Geen verband
Maar ondanks alle verdachtmakingen valt de walvissterfte in de San Ignacio-lagune niet toe te schrijven aan de zoutfabriek. Een team van door de VN ingehuurde experts en biologen van verschillende Mexicaanse en Amerikaanse universiteiten concludeert unaniem dat de zoutwinning op geen enkele manier in verband valt te brengen met het veranderde migratiepatroon van de walvissen of de dood van de dieren die de lagune wel wisten te vinden.

„De zoutwinning heeft op zo'n manier plaats dat zij geen gevaar vormt voor de gezondheid van de walvissen. Ook verstoort deze economische activiteit het natuurlijke evenwicht van de lagune niet”, weet professor Jorge Urban van de Universiteit van Baja California, die samen met een groep Amerikaanse collega's gedurende vier jaar de walvissen van de San Ignacio-lagune bestudeerde.

Wel geeft Urban toe dat ESSA in het verleden meerdere malen in de fout ging. Zo zijn enkele honderden lekkende accu's uit de lagune gevist. Ze dienden als ballast voor de lichtboeien die de vaargeul naar de aanlegsteiger van de fabriek markeren. Ook hebben er in het verleden lozingen plaatsgehad van pekelwater. Dit kostte tientallen, zo niet honderden, zeeschildpadden het leven.

Het Mexicaanse staatssecretariaat voor Natuurbeheer constateerde bij ESSA de afgelopen vier jaar 291 overtredingen van de milieuwetgeving. Het verzekerde begin vorige week dat geen van deze incidenten blijvende of ingrijpende gevolgen had op het biologisch evenwicht in het El Vizcaino-park. Een VN-missie die in het gebied was, kwam tot een eensluidende conclusie.

Toch heeft ESSA besloten om een geplande en al eerder goedgekeurde uitbreiding van de productiecapaciteit te onderwerpen aan de uitkomst van een maatschappelijke discussie. „We hebben milieubewegingen uit binnen- en buitenland inzage gegeven in al onze documenten en plannen en hen gevraagd met suggesties te komen. Hoewel sommige groeperingen de dialoog met ons schuwden om principiële redenen, zijn we van mening dat er toch waardevolle voorstellen op tafel zijn gekomen die het bedrijf zonder morren zal aanvaarden”, aldus directeur Juan Bremmer.

Maatregelen
Op voordracht van milieu-experts zal het bedrijf zijn zoutpannen omringen met twee solide dijken in de plaats van één, om mogelijke lekkages van pekelwater te voorkomen. Het slijk dat na de zoutwinning overblijft, komt niet langer in de lagune terecht, maar zal met stuwbarken naar de open oceaan worden gebracht, voor storting ver uit de kust en van de walvissenmigratieroute.

Het bedrijf zal verder de grote en luidruchtige dieselpompen die de zoutpannen met water uit de lagune vullen, vervangen door stillere en minder vervuilende elektrische modellen. Ten slotte zullen de vrachtwagens die het zeezout van de pannen langs de lagune naar de fabriek brengen, plaatsmaken voor een geruisloze, 25 kilometer lange transportband.

Directeur Scherr van milieu-organisatie NRDC noemt dat „allemaal prachtige voornemens”, maar volgens hem is ESSA nog steeds van plan een 1,6 kilometer lange pier in de lagune te bouwen, het scheepvaartkanaal uit te baggeren en bijna 302 vierkante kilometer natuurgebied tot zoutpannen te degraderen. „Dat daar twee dijken omheen komen te staan verandert niets aan de geplande verminking van het natuurgebied”, vindt Scherr, die het ESSA-project een vinding noemt van „een onheilsprofeet” en voorspelt dat de grijze walvissen straks uit Alaska terugkeren naar „een industriële gifpoel.”

Zijn hoop en die van vele andere milieuactivisten is nu gevestigd op de uitkomsten van een zevendaags onderzoek dat de VN-organisatie Unesco tot gisteren uitvoerde in het reservaat El Vizcaino op uitnodiging van de Mexicaanse regering. „We hopen dat de resultaten ertoe leiden dat het walvisreservaat op de volgende top van het World Heritage Committee in Marokko, in november dit jaar, het predikaat ”ernstig bedreigd” krijgt”, zegt een woordvoerster van de Nederlandse tak van International Fund for Animal Welfare.

Ook politici mengen zich inmiddels in de discussie. Zestig parlementariërs keerden zich gisteren tijdens een congres in Bad Neuenahr tegen het zoutwinningsproject. „De firma moet haar plannen onmiddellijk stoppen en naar een alternatief terrein zoeken, waar de natuur niet bedreigd en de natuurbeschermingswetgeving nageleefd wordt.” Verder verlangen ze dat Unesco de lagune de status verleent van ”bedreigd wereldnatuurerfgoed”, waardoor industriële activiteiten niet langer toegestaan zijn. Ook Japan ondertekende de resolutie.

Verdraaiingen
Gouverneur Leonel Cota Montano van Baja California beticht de milieubeweging evenwel van het propageren van „kwaadaardige leugens en verdraaiingen.” De bewindsman wijst erop dat de grijze walvissen al sinds het begin van de jaren negentig gestaag de San Ignacio-lagune de rug toe keren om te overwinteren in de 130 kilometer noordelijker gelegen Ojo del Liebre-lagune. Biologen en andere onderzoekers hebben deze tendens al enige tijd onder studie.

De ironie is evenwel dat de noordelijke lagune niet is beschermd en ESSA ook hier een aantal zoutpannen exploiteert. „Ojo del Liebre is veel minder schoon dan het beschermde San Ignacio, maar toch voelen de walvissen zich er prima thuis. Dat de zoutwinning de dieren uit hun gebied zou verdrijven of zelfs funest is voor hen is dus onzin”, constateert gouverneur Cota Montano. Hij wijst erop dat de plaatselijke autoriteiten zich er heel goed van bewust zijn dat de walvissen jaarlijks duizenden toeristen naar Baja California lokken en daarmee, net als de zoutwinning, een belangrijke bron van inkomsten voor de deelstaat zijn.