Hoogbegaafdheid, een pre en een probleemUTRECHT Hoogbegaafdheid staat steeds meer in de belangstelling. Vooral de aandacht vanuit de wetenschappelijke wereld is groot. Steeds meer leraren doen cursussen om hbg'tjes, zoals hoogbegaafden ook wel worden genoemd, te onderwijzen. Een positief effect van de individualisering, aldus de makers van Talent, tijdschrift over hoogbegaafdheid en toptalent. Door de gerechtelijke stappen van de ouders van Frédérique de Rooy uit Bussum is hoogbegaafdheid weer in het nieuws. De ouders eisten tevergeefs van de schoolleiding dat hun 5jarige dochter een klas mocht overslaan. De affaire is voeding voor mensen die hoogbegaafdheid altijd al wegwuifden als iets waarover je niet zo moeilijk moet doen. Laat staan dat er een speciaal blaadje over uitgebracht moet worden. Ik zie juist dat hoogbegaafden die ik tegenkom in de wetenschappelijke wereld vooral op sociaal vlak een lijdensweg hebben gekend omdat in hun tijd het fenomeen niet werd onderkend, zegt uitgever R. Veen. Die lijdensweg willen we de huidige generatie besparen door informatie te geven, zoals in het tijdschrift. J. Letschert van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) in Enschede bevestigt dat hoogbegaafdheid sinds enkele jaren een item is. SLO ontwikkelt leerplannen voor het onderwijs tot aan de universiteit. Vroeger waren we vooral gericht op leerlingen die aan de onderkant buiten de boot vielen. Dat leerlingen er aan de bovenkant uitvielen zagen we niet als een probleem. Maar toen die kinderen eenmaal met gedragsproblemen in het speciaal onderwijs terechtkwamen, zijn we daar specifiek naar gaan kijken. Uitgedaagd H. Wientjes van het Instituut voor lerarenopleiding, onderwijsontwikkeling en studievaardigheden (Ivlos) in Utrecht zegt dat steeds meer leraren cursussen volgen om het maximale uit hoogbegaafde leerlingen te kunnen halen. Ontwikkelingspsycholoog P. Span ontwikkelde een didactische en vakinhoudelijke manier van werken waarin hoogbegaafde leerlingen de stof in verkorte tijd in zich kunnen opnemen. Daarnaast blijft er tijd over voor verdiepingsopdrachten, aldus Wientjes. Op deze manier worden de toppers uitgedaagd hun grenzen te verleggen. Scholieren krijgen problemen als hun hoogbegaafdheid niet wordt onderkend. Ze presteren niet meer en vervelen zich kapot, aldus Letschert. Inmiddels gebruiken vijf scholen het leerplan van Span. Meer scholen die ermee willen werken worden aangezocht. Aanpassen Grote deskundige op het gebied van begaafdheidsonderzoek in Nederland is emeritushoogleraar ontwikkelingspsychologie F. Mönks. Vanuit de vakgroep ontwikkelingspsychologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen is hij verbonden aan het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO). Het CBO is in 1988 onder zijn leiding opgezet en heeft inmiddels dependances in België en Duitsland. Mönks ondersteunt de wens van de stad Wenen, zo meldt het tijdschrift Talent, om een Europees centrum voor hoogbegaafdheidsonderzoek op te richten. Hij denkt dat Talent een bijdrage kan leveren aan een brede discussie over hoogbegaafdheid, want de erkenning is er wel maar het ontbreekt in het onderwijs aan structurele veranderingen op dat gebied. Volgens Mönks is 10 procent van alle leerlingen begaafd tot zeer begaafd. Maar vanuit Den Haag gebeurt er nog maar weinig. Hij vindt dat er bijvoorbeeld meer subsidie moet komen om leerkrachten op te leiden die hoogbegaafden begeleiden. En er moet een onderwijsinspecteur komen die speciaal is belast met dit fenomeen. Ondertussen ruziën jaarlijks nog tientallen ouders van begaafde kinderen met de schoolleiding over het overslaan van een leerjaar. Nog te veel scholen voelen daar niets voor, weten deskundigen. Veel scholen menen nog dat kinderen zich aan de school moeten aanpassen. Mönks: Daar moeten we vanaf. Scholen moeten zich juist meer aan de kinderen aanpassen. |