Wetenschap 20 juli 1999

Amerika won met landing Apollo 11 'gevecht' om de maan

„Houston, de Eagle is geland”

Door W. G. Hulsman
Jules Verne droomde er in de vorig eeuw al van. Vandaag precies 30 jaar geleden was het zover. Op 20 juli 1969 zetten commandant Neil Armstrong en piloot Edwin ”Buzz” Aldrin hun maanlander veilig op de stoffige maanbodem. „Houston. Hier Basis der Stilte. De Eagle is geland”, meldt Armstrong aan het 384.000 kilometer verderop gelegen vluchtleidingscentrum op aarde. Miljoenen mensen slaken een zucht van verlichting: de Apollo 11-missie is tot hiertoe geslaagd.

Vier dagen eerder, op de 16e, zijn de astronauten samen met Michael Collins vanaf de basis Cape Kennedy in Florida vertrokken. De reusachtige Saturnus V-raket brengt de drie mannen binnen twaalf minuten in een baan om de aarde. Na bijna drie uur verlaat het ruimtevaartuig die baan en gaat het echt op weg naar de maan. Drie dagen doen ze erover om de afstand naar de ”Wachter van de nacht” te overbruggen. Armstrong, Collins en Aldrin voeren ondertussen routinecontroles uit, stoten de derde trap van de Saturnus-raket af en bereiden zich verder voor op de maanlanding.

Dan ontstaat er consternatie. De grote rivalen, de Russen, blijken enkele dagen eerder, op 10 juli, ook iets richting maan gestuurd te hebben. Zouden ze ons nu alsnog voor zijn, is de vraag waar de Amerikanen mee zitten. Dat zou namelijk niet de eerste keer zijn. Het waren immers de Russen die in 1957 als eersten een kunstmaan –de Spoetnik– lanceerden en als eersten een levend wezen, het hondje Laika, in de ruimte brachten. De Amerikanen stonden perplex.

Zo ging het verder, alle pogingen van de Amerikaanse topingenieur Wernher von Braun –bouwer van de beruchte Duitse V2's– ten spijt. Zijn Russisch tegenspeler was hem steeds te snel af.

Maandouane
De grootste klap kregen de Amerikanen op 12 april 1961. De Russen slaagden er die dag in de kosmonaut Gagarin in zijn ruimteschip Wostok rond de aarde te laten cirkelen. De Sovjetleider Chroetsjov glom. Zulke oppeppers kon hij goed gebruiken in zijn Koude Oorlog met de Amerikanen. In Amerika riep Von Braun echter vertwijfeld uit: „Straks moeten we nog door de Russische douane om op de maan te komen.”

Amerika werd echt wakker. „Voor het eind van het decennium staan er Amerikanen op de maan”, verklaarde president Kennedy dat jaar in een historische lezing voor het Congres. Von Braun kreeg daarmee vrij spel en ontwikkelde in korte tijd de reusachtige Saturnus-raket, nog altijd de zwaarste op aarde.

Geld noch moeite werden gespaard voor de wedloop naar de maan. Op het hoogtepunt verdienden 500.000 mensen hun brood met het Apollo-project. Later zijn de enorme kosten voor de maanexpedities goedgepraat met het argument dat de reizen veel extra kennis hebben opgeleverd, die ook kon worden toegepast in alledaagse dingen als de Tefal-pan, zonnecellen en voedselconservering. Ten diepste ging het echter om eer, aanzien, macht en prestige.

In 1966 stagneerde de voortgang van de Russische ruimtevaart met het overlijden van de gedreven ruimtevaartspecialist Sergei Koroljov. Vanaf dat moment waren de Russen geen concurrent meer.

Daling
De Amerikanen leefden in 1969 echter in de veronderstelling dat de Russen elk moment mensen naar de maan zouden kunnen sturen. Geen wonder dus dat de drie in de Apollo 11 niet echt gerust zijn als zij tijdens hun reis horen dat de Russen ook met een ruimtevaartuig op weg naar de maan zijn. Al snel komt echter de mededeling uit Moskou dat de Loena 15 geen gevaar vormt voor Armstrongs team, maar meer zeggen de Russen niet. Pas enkele jaren geleden bleek dat de Russen van plan waren om vóór de Amerikanen maanstenen naar de aarde te brengen. Dat plan mislukte, omdat de Loena omviel bij de landing op de maan.

De 19e komen de drie astronauten in een baan om de maan. Een dag later kruipen Armstrong en Aldrin in de maanlander Eagle en koppelen hem los om af te dalen naar het maanoppervlak. Collins blijft achter in het moederschip Columbia. Mocht er iets misgaan met de anderen, dan kan hij altijd nog alleen terugkeren naar de aarde.

Als de Lunar Module Eagle (LM) zijn daalmotor eenmaal heeft ontstoken, stijgt de spanning. Vanaf 33 kilometer boven het maanoppervlak zakt de Eagle langzaam verder. Na het bevel ”doorgaan” is de maanlander binnen negen minuten op nog maar 150 meter hoogte. Dan schrikken Aldrin en Armstrong. De automatische piloot lijkt de Eagle midden in „een krater bezaaid met grote rotsblokken” neer te willen zetten, bovendien hebben ze last van opstuivend stof. Armstrong schakelt direct over op de handbediening en stuurt de sloep verder. Om 16.17 uur Amerikaanse tijd klinkt dan het verlossende woord: „De Eagle is geland.” Houston antwoordt opgelucht: „Jullie hebben hier een aantal mensen blauw aan laten lopen, maar we ademen weer. Veel dank.”

Zes uur lang controleren Aldrin en Armstrong de maansloep op eventuele schade. Pas 's avonds om 22.56 –in Nederland is het dan al 21 juli– kan Armstrong naar buiten. Voorzichtig zet hij als eerste mens een stap op de maanbodem en spreekt de historische woorden: „Voor een mens is het maar een kleine stap, maar voor de mensheid een reuzensprong.” Vijftien minuten later verlaat ook Aldrin de Eagle. „Wat is het hier heerlijk rustig.”

De ruim twee uur die de astronauten buiten de LM doorbrengen, is het hard werken. Ze verzamelen maanstenen en bodemmonsters, totaal zo'n 24 kilogram, maken foto's en plaatsen drie wetenschappelijke instrumenten: een seismometer die de trillingen in de maanbodem moet registreren, een laserspiegel die gebruikt zal worden om de afstand aarde-maan precies te meten en een zonnewindmeter die registreert hoeveel energiedeeltjes van de zon de maan bereiken. Ver weg, op aarde, genieten miljoenen mensen mee van het werk van de twee 'maanmannetjes'. Die aarde staat voor de astronauten als een grote maan aan de hemel. Later omschreef Aldrin onze planeet als „een lokkende oase in de leegte van het grote heelal.”

Vlag
De 'zwaarste' klus voor Armstrong en Aldrin is het plaatsen van de Amerikaanse vlag. Het ding wil maar niet in de maanbodem blijven staan. Symbolisch? De Amerikaanse president Nixon claimt de maanbodem in zijn gesprek met de twee astronauten op de maan in ieder geval niet. Een door hem en de astronauten ondertekende plaquette die achterblijft op de maan is eveneens vriendelijk van toon. „Hier zetten mensen van de planeet aarde voor het eerst voet op de maan in juli 1969 AD. Wij kwamen met vreedzame bedoelingen voor de gehele mensheid.”

Na de maanwandeling trekken de twee zich terug in de maankever om te slapen. Over ruim twaalf uur hopen ze de maan weer te verlaten. Het spannendste moment van heel de expeditie. Voor het eerst zal zonder hulp van buitenaf een ruimteschip opstijgen van de maanbodem.

De lancering slaagt. „Hij vliegt rustig, heel rustig, recht naar Amerika”, meldt Armstrong. Ongeveer drie uur later koppelt de Eagle weer vast aan het moederschip Columbia. Voordat de twee maanbezoekers zich weer bij Collins kunnen voegen, moeten zij zich eerst ontdoen van al het maanstof. Ook laden ze alles wat mee moet naar de aarde over in de commandomodule.

De 22 juli stoten ze de Eagle af en zetten ze weer koers naar de thuisplaneet, naar huis. Op de terugreis praten de drie met de pers over hun succesvolle ontdekkingsreis. Aldrin zegt tegen de pers dat het voor hem meer is dan alleen een succesverhaal: „Als ik op de afgelopen dagen terugkijk, komt er steeds een vers uit de Psalmen in mijn gedachte: Als ik Uw hemelen aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren die Gij bereidt hebt; Wat is de mens dat Gij zijner gedenkt en de zoon der mensen dat Gij hem bezoekt?”

Na acht dagen, drie uur en achttien minuten van de aarde te zijn weggeweest komt de Apollo 11 op 24 juli 1400 kilometer te zuiden van Hawaï in de Stille Zuidzee terecht. Feest alom, maar nog niet bij de drie ruimtevaarders. Zij moeten eerst achttien dagen in quarantaine om te voorkomen dat eventuele gevaarlijke maanbacteriën zich op aarde zullen verspreiden. De vijf Apollo-teams die na hen de maan bezoeken, ondergaan een minder streng regime. Pas op 10 augustus beginnen de astronauten aan een ware zegetocht door Amerika en de westerse landen. Als helden worden ze overal ontvangen. De mens had het heelal veroverd. Zo leek het.