Wetenschap29 juni 1999

De sterrenhemel in juli

Door W. G. Hulsman

Een deel van de Nederlanders zal deze vakantieperiode naar zuidelijker streken reizen. De verrekijker zit vaak in de standaarduitrusting. Als er nog ruimte over is, zouden ze deze zomer ook een sterrengids mee kunnen nemen om de veel helderder hemel boven de Zuid- en Midden-Europese landen eens te verkennen.

Wie in die landen ooit in een heldere, donkere zomernacht naar boven heeft gekeken, weet het verschil met de sterrenhemel boven Nederland: de lucht is helemaal bezaaid met flonkerende sterren en de Melkweg loopt als een duidelijk zichtbare band van miljoenen sterren langs het firmament. Ook lichtflitsen van meteoren vallen beter op. Eind deze maand zijn drie (kleine) meteorenzwermen actief. De zuidelijke staten hebben het geluk dat zij veel minder last van storingslicht hebben, waardoor de hemel nog indrukwekkender is.

Zomerdriehoek
In heel Europa vormt de zogenaamde zomerdriehoek deze maanden een van de beste oriëntatiepunten. Bij een vluchtige blik langs de hemel vallen –'s avonds in het zuidoosten– drie heldere sterren op die samen een driehoek vormen. Het gaat om Wega in Lier, Deneb in Cygnus of Zwaan en Altair in Aquila of Adelaar. Van daaruit zijn met behulp van een sterrenkaartje de andere belangrijke zomersterrenbeelden, zoals Slangendrager, Schorpioen en Schutter, snel te vinden. Achter de lijn van Deneb naar Altair en in het verlengde is ook de band van de Melkweg te onderscheiden.

Bijna recht boven ons, in het zenit, staat Hercules. In het 'vierkant' van dit sterrenbeeld is –aan de westzijde– de helderste bolvormige sterrenhoop van het noordelijk halfrond te ontwaren. In een donkere nacht is die met het blote oog te vinden, maar een verrekijker maakt het gemakkelijker. Het wazige vlekje dat dan verschijnt, is in werkelijkheid een hechte groep van 300.000 sterren, waarvan de doorsnee zo groot is dat het licht honderd jaar nodig heeft om van de ene naar de andere kant te komen.

De zuidelijkste en helderste ster van Hercules behoort tot de grootste sterren die astronomen momenteel kennen. Ras Algethi, een zogenaamde supergigant, heeft een diameter die zeker 600 keer zo groot is als die van onze ster, de zon, terwijl die op haar beurt alweer 107 keer zo groot is als de aarde.

Zonlicht
Dat geldt ook voor de andere planeten, waarvan de kleine deze maand uit het zicht verdwijnen. Mercurius –in Kreeft– gaat begin deze maand op in de avondschemering. Venus, die de laatste maanden aan de westelijke avondhemel schitterde, gaat dezelfde weg, al duurt het tot de tweede helft van de maand voordat het zonlicht deze planeet wegdrukt. Vanaf half september tot eind dit jaar zal Venus terugkomen als Morgenster.

Voordat het zover is, laat Venus zich in de avonden rond 14 juli om 22.30 uur nog bewonderen in de nabijheid van een samenstand van de maan met de helderste ster van Leeuw, Regulus, vlak boven de westelijke horizon. Op de 15e is de afstand tussen de maan en deze ster zo klein dat Regulus alleen nog met een verrekijker aan de donkere kant van de maan is te vinden.

De diameter en helderheid van Mars nemen voor onze waarneming eveneens af. De oranjerode planeet staat in het zuidwesten in Maagd en verwijdert zich van de ster Spica. Op 20 juli komt tegen middernacht de maan aan Mars voorbij.

De vier reuzenplaneten van ons zonnestelsel 'doen het beter'. Jupiter en Saturnus, beide in Ram, zijn –iedere morgen iets helderder– terug te vinden aan de zuidoostelijke hemel. Jupiter en Saturnus zijn vooral respectievelijk 7 juli om 4 uur en 8 juli gemakkelijk op te zoeken, omdat de maan de planeten dan aan de zuidkant op enkele graden afstand passeert. Uranus en Neptunus komen elke dag vroeger op en zijn 's nachts in Steenbok te vinden. Voorwaarde is wel: vrij zicht, geen hinderlijke bergruggen.