Aantal vleermuizen neemt sterk toe
Het aantal vleermuizen in ons land neemt sterk toe dankzij de bouw van overwinteringsverblijven. Vorige week meldde het Centraal Bureau voor Statistiek dat het aantal vleermuizen dat overwintert in Limburgse grotten en in bunkers in de duinen met gemiddeld 70 procent is toegenomen sinds 1990. Het totaalaantal vleermuizen in Nederland wordt geschat op een miljoen, waarvan de dwergvleermuis ongeveer de helft uitmaakt. Deze soort leeft graag in spouwmuren en holle bomen. Van veel soorten liggen de aantallen op het niveau van de jaren vijftig of zelfs daarboven. Ook diverse andere diersoorten in Nederland vertonen een toename, volgens het statistisch bureau. Het aantal broedvogels laat in 1998 een lichte toename zien vergeleken met de strenge winter van 1995/1996. Het CBS schat, zeer globaal, dat er 4 miljoen exemplaren in Nederland zijn. Er zijn vooral meer vogels die een voorkeur hebben voor struiken en hoge grassen, omdat veel natuurgebieden de laatste jaren dichtgroeien door verdroging en verzuring. De grasmus en de blauwborst komen sinds 1990 twee keer zoveel voor. Andere soorten hebben echter juist last van dichtbegroeide hei en duin. De aantallen veldleeuweriken en grote karekieten zijn in acht jaar juist gehalveerd. Het CBS telde ook meer kemphanen, grutto's en kwartelkoningen, die veel bescherming in natuurgebieden krijgen. Hun populatie is vorig jaar met 10 procent toegenomen. |