Wetenschap1 juni 1999

De sterrenhemel in juni

Door W. G. Hulsman
De weerkundigen kunnen niet wachten: op 1 juni begint voor hen de zomer. De sterrenkundigen wachten tot de 21e van de maand. Dan staat de zon pal boven de Kreeftskeerkring, de noordelijkste stand die de zon kan halen. Dus lange dagen –van maximaal 16 uur en 45 minuten– en korte nachten.

Wat in die enkele donkere uren opvalt aan de sterrenhemel is in het oosten de heldere ster Vega uit Lier, lager staat Deneb in Zwaan en nog verder naar de horizon Altair in Aquila (Adelaar). De drie samen vormen de zomerdriehoek die de komende maanden het beeld zal bepalen.

Hoog in het zuiden trekt het oog naar Arcturus in Boötes, momenteel de helderste ster aan de hemel. Veel waarnemers worden opgeslokt door de helderheid van deze ene ster, maar er zijn er nog veel meer in het sterrenbeeld te vinden.

Het helderste hemellichaam aan de nachtelijke hemel blijft –na de maan– ook deze maand Venus. De heldere Avondster zakt wel elke week een stukje lager.

Fotogeniek
Woensdagavond 2 juni staat Venus in een mooie rechte lijn met de helderste sterren in Tweelingen, Castor en Pollux. Fotogeniek –voor wie de juiste apparatuur heeft– is de samenstand van de buurplaneet op 12 juni met de open sterrenhoop Praesepe –in het Nederlands Kribbe– in het sterrenbeeld Kreeft. Al met een verrekijker is dan vlak onder de planeet een deel van deze groep van zeker tweehonderd sterren te zien. De afstand tot de groep, officieel M44 geheten, is ruim 500 lichtjaar. Fraai zal Venus ook op de 16e om 23 uur zijn, als de uiterst smalle maansikkel vlak onder deze planeet staat.

Onze andere buurplaneet Mars staat ook in juni weer hoog aan de zuidelijke hemel; iets boven de heldere ster Spica. Vanaf zaterdag 5 juni beweegt de roodoranje planeet ten opzichte van de sterren zich weer langzaam in oostelijke richting. Juni is de laatste maand waarin met een telescoop nog goed details op het oppervlak zijn te ontwaren.

Verder laten alleen Mercurius en Jupiter zich makkelijk vinden. De eerste staat in de avondschemering boven de noordwestelijke horizon. Jupiter is juist 's morgens te zien en komt elke dag iets eerder in het oosten op. Eind deze maand is Jupiter al vanaf enkele uren na middernacht aan de hemel. Saturnus staat ook boven de oostelijke kim.

Uranusmaan
De buitenste drie planeten, Uranus, Neptunus en de kleine Pluto, laten zich alleen met een telescoop vinden. Afgelopen maand maakte de Universiteit van Arizona (VS) bekend dat Erich Karkoschka een nieuwe maan van Uranus heeft ontdekt. Het is de achttiende satelliet van Uranus. Bijzonder is dat de foto's waarop de wetenschapper de maan ontdekte, al in 1986 door de Voyager 2 waren gemaakt en sindsdien openbaar waren. Niet een van de astronomen realiseerde zich echter dat een van de lichtpunten een onbekende maan was.

Onze maan is deze maand nadrukkelijk aanwezig. In veel nachten zorgt de maan voor storingslicht en als zij de oorzaak niet is, zorgt de zon er wel voor, want de zon zakt niet erg ver achter de horizon. De maan straalt vooral de 28e om 30 minuten voor middernacht volop, als de zogenaamde midzomer volle maan. De maan staat op dat moment op de plaats waar de zon over precies een halfjaar aan de hemel staat.

De maan passeert deze maand Jupiter (de 10e om 2 uur), Saturnus (11 om 4 uur) en Spica en Mars op één avond (de 22e respectievelijk om 16 en 22 uur).