Wetenschap11 mei 1999

Nilsson: Mijn foto's hebben veel abortussen tegengehouden

Verstild leven

Door S. M. de Bruijn
Vredig maar fragiel, als een kwetsbaar kunstwerk. Pril, ontluikend leven ligt beschut in de moederschoot. Plotseling: een lichtflits. De kleine donshaartjes op het voorhoofd, de dooraderde ledematen, de huidplooi in de bovenarm, de duim in de mond, alles wordt meedogenloos vastgelegd door de camera. Diepste drijfveer van de fotograaf: zichtbaar maken wat onzichtbaar is, „zodat mensen meer respect voor het leven krijgen.”

In blijde verwachting. Een bestseller onder de vele 'negen-maanden-boeken' is ”Het grote wonder”, van de hand van de Zweedse fotograaf dr. Lennart Nilsson (geboren in 1922). Het boek is vooral beroemd om z'n tientallen foto's van ongeboren kinderen in de baarmoeder, sommige zo scherp dat zelfs de vingerafdruk van de foetus is vastgelegd. Van het boek gingen inmiddels miljoenen exemplaren over de toonbank, in achttien talen.

Nilsson is er nog steeds enthousiast over. Gezeten op een wat krakkemikkige stoel in een Amsterdamse bar met uitzicht op de Singelgracht, bladert hij naar pagina 198 van het boek. Een echtpaar kijkt naar een beeldscherm met een klompje van vier cellen: een 2 dagen oude, bevruchte eicel die zich twee keer heeft gedeeld. „Het jochie dat hieruit is gegroeid, is nu 10, dit is z'n eerste portret. Dat is toch fantastisch! Twee weken geleden hebben m'n vrouw en ik hem nog bezocht; ik heb foto's van hem gemaakt voor een nieuwe druk van mijn boek.”

De kaarsrechte en kwieke zeventiger is deze week in Amsterdam de eregast van een wereldcongres over medische beeldverwerking, in het Academisch Medisch Centrum (AMC). Hij reikt er ook een prijs uit die naar hem is genoemd, de Lennart Nilsson Award, voor bijzondere verdiensten binnen de biomedische fotografie.

Endoscoop
Nilsson maakte zijn eerste foetus-foto's al bijna een halve eeuw geleden. In 1953 krijgt hij de opdracht om Dag Hammarskjöld, de Zweedse secretaris-generaal van de Verenigde Naties, te fotograferen voor het Amerikaanse tijdschrift Life Magazine. Tegelijkertijd maakt hij foto's van een embryo dat al jarenlang in formaldehyde bewaard is op een medische faculteit. De redactie van Life is tevreden over de foto's van Hammarskjöld, maar heeft veel meer belangstelling voor die van het embryo.

„Ik kreeg de opdracht om een reportage te maken van het leven voor de geboorte. Dat heeft me 11 jaar gekost. Het was voor het eerst dat iemand erin slaagde foto's te maken van levende embryo's in de moederschoot. In april 1964 bracht Life een omslagfoto van een embryo en een zestien pagina's tellende reportage.” Het magazine maakt grote indruk: wereldwijd worden er 8 miljoen exemplaren van verkocht. Het jaar daarop verschijnt de eerste druk van Nilssons boek ”Het grote wonder”.

Om een embryo of een foetus te kunnen fotograferen, brengt Nilsson een dunne flexibele buis in de baarmoeder, een zogenaamde endoscoop. Een klein sneetje in de onderbuik van de moeder is voldoende, want de buis is maar 0,6 tot 0,8 millimeter dik. De endoscoop passeert niet alleen de buik- en baarmoederwand, maar zonodig ook de vliezen om de vrucht. „Als we willen, kunnen we de huid van de baby aanraken.”

De fotograaf bestuurt de buis met twee hendels aan de buitenkant. „Meestal is het niet nodig om bij te sturen. We volgen de operatie tegelijkertijd via echografie, zodat we kunnen zien waar de endoscoop zich bevindt.” De foetus hoeft niet lang te poseren, de hele fotosessie neemt op z'n hoogst 5 minuten in beslag. Het sneetje in de verschillende wanden is zo klein dat hechten niet nodig is, het wondje geneest spontaan.

Afweren
Hoewel het om een minimale ingreep gaat, maakt Nilsson alleen foto's als het medisch noodzakelijk is. „We opereren nooit iemand omdat ik zo graag foto's wil maken. Het gaat meestal om embryo's met een huid- of skeletafwijking die op een echo niet zichtbaar is.”

Nilsson heeft daarvoor zijn eigen laboratorium in het Karolinska Instituut in Stockholm, een onderzoekscentrum dat al diverse Nobelprijswinnaars opleverde. De apparatuur die hij gebruikt, is grotendeels speciaal voor hem ontworpen. De flinterdunne endoscoop, gemaakt door de Duitse firma Storz, bevat vele duizenden glasvezels, die de binnenkant van de baarmoeder verlichten en tegelijkertijd het beeld van de baby naar de foto- of videocamera brengen. De lens aan de kop van de endoscoop is maar 0,5 millimeter groot. Voor de eerste opnamen, in de jaren '60, was veel licht nodig. Nilsson herinnert zich dat foetussen soms de handen afwerend voor het gezicht hielden. „Nu gebruiken we veel minder licht. We willen de baby zo min mogelijk storen.”

De fascinatie van de fotograaf houdt niet op bij de foetus. Nilsson werkt nog steeds met de endoscoop –hij heeft pas een nieuwe besteld, met een diameter van 0,2 millimeter– maar voegt daar andere technieken aan toe. Met een elektronenmicroscoop brengt hij het proces van de bevruchting in beeld. „Vooral op deze foto ben ik trots”, zegt hij, wijzend naar bladzij 50. Een zaadcel –„De winnaar”– boort zich, dankzij de draaibewegingen van de staart, in een eicel, het begin van een nieuwe leven. De Japanse microscoop heeft een scherpte van 0,5 nanometer, het miljoenste deel van een millimeter. Met dat apparaat wil Nilsson dit najaar in beeld brengen hoe het aids-virus een cel binnendringt.

Mens uit ei
Eind vorige week boekte het team van de fotograaf nog een succesje: voor het eerst lukte het hem een film te maken van de eerste stadia van een menselijk embryo. „In een speciale thermoruimte, met de temperatuur van het menselijk lichaam, hebben we een delende eicel gefilmd, met één beeldje per minuut. De eicel heeft een eischaal, net als een kippenei, maar dan niet zo hard. Eerst heb je twee, dan vier, dan acht cellen, allemaal binnen die schaal. Na een aantal dagen zijn er 200 tot 250 cellen. In dat stadium barst het schaaltje en wringt het embryo –we noemen het dan een blastocyste– zich naar buiten. Fantastisch! Het lijkt precies een geboorte. Ik was zo zenuwachtig, dit heeft nog nooit iemand gezien”, zegt Nilsson, bijna juichend.

„Het duurde meer dan een halfjaar voor we hierin slaagden. Mijn grootste vijand is het licht. De cellen zijn daar erg gevoelig voor, dus we hebben in bijna duister moeten filmen.” Vanwege zijn bezoek aan Amsterdam heeft hij de beelden nog amper bekeken.

Zo is de vitale Zweed telkens op zoek naar het onzichtbare. „De hoofdredacteur van Life kreeg een hartaanval, in opdracht van hem heb ik een endoscoop in een van de kransslagaders gebracht en aderverkalking zichtbaar gemaakt.” Met zo'n zelfde endoscoop maakte hij een verkenningstocht door de hersenen en de stembanden. Een paar maanden geleden speurde hij in de neus van een Zweeds meisje naar een orgaan dat reageert op geurstoffen die de aantrekkingskracht tot het andere geslacht bepalen. „Uniek, je ziet het orgaan groeien als iemand verliefd wordt.”

Abortus
„Ik ben gefascineerd door wat verborgen is. Niet alleen bij mensen, ook het leven in de bodem, in de zee, in een mierennest. Ik wil mensen respect bijbrengen voor het leven.” Nilsson maakt duidelijk dat hij voor zijn werk nooit gebruik heeft gemaakt van geaborteerde foetussen, hij beschouwt ook de jongste embryo's als menselijke wezens. Maar hoe denkt hij dan over de reageerbuisexperimenten met embryo's, waarvan hij foto's maakt?

„Die experimenten zijn onmisbaar voor het wetenschappelijk onderzoek”, verdedigt hij zich. „Ik ben er zeker van dat mijn foto's veel abortussen hebben tegengehouden. Ik krijg vaak brieven van mensen die me bedanken omdat ze door mijn boek besloten om geen abortus te plegen. Pas ontving ik een brief van een arts uit Bombay, in India, die het boek gebruikt als voorlichtingsmateriaal. Een van de zwangere vrouwen had het meegenomen naar huis; haar familie kon de tekst niet lezen, maar door het zien van de foto's kregen ze respect voor de moeder.”