Wetenschap23 maart 1999

Fabrikanten werken aan fraudebestendige apparatuur

Mest monsteren met een luchtje

Door S. M. de Bruijn en A. J. Coster
De boer wordt boekhouder. Sinds januari vorig jaar is elke boer verplicht bij te houden hoeveel fosfaat en stikstof het bedrijf binnenkomt en verlaat. Per 1 januari 2000 moet er van de overheid een schepje bovenop: het bemonsteren van de mest mag niet meer uit de losse pols, maar moet volautomatisch en fraudebestendig gebeuren. Dat laatste lijkt echter nog ver weg, temeer omdat de apparatuur daarvoor nog in de ontwikkeling is.

Mest bemonsteren is niet moeilijk, zegt een loonwerker. „Potje eronder, kraan van de giertank open, deksel er weer op en klaar.” Het gegniffel van zijn collega's, die een demonstratie van bemonsteringsapparatuur bijwonen, verraadt dat de meeste boeren hun mestboekhouding wel serieus nemen. Zomaar wat drab aftappen uit een giertank is niet voldoende.

Om tijdens het vullen of legen van de tank goede mestmonsters te kunnen nemen, ontwikkelde het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) in Wageningen in 1997 een met de hand bediend apparaat dat aan de achterkant van de giertank of vrachtwagen bevestigd is. De monsternemer is een verticale buis, een zogenaamde zijbuis, die tegen de zijkant van de mestleiding zit. In de zijbuis draait een huls rond die dankzij een opening een 'slok' neemt van de langsstromende mest. Als de kogelkraan onder aan de zijbuis open is, duwt een zuiger de mest vanuit de huls in de monsterpot.

Twee firma's werkten het concept van het IMAG uit en brachten het op de markt: Eijkelkamp uit Giesbeek en Vlastuin Monster Apparaten (VMA) uit Opheusden. Nadat begin vorig jaar de handmatige bemonstering verplicht werd, verkochten de bedrijven in korte tijd enkele duizenden apparaten.

Problemen
Toch bleven de problemen niet uit. Mest is een vervelend goedje en de buizen van de monsternemer bleken kwetsbaar. Ook de afdichting liet te wensen over. Loonwerker J. Rauw uit Achterberg: „De apparaten lekken en zuigen lucht. Voor een goede werking zou je de buis elke dag helemaal uit elkaar moeten halen om schoon te maken. Technisch is het mooi, maar in de praktijk is het erg storingsgevoelig.”

Directeur G. van Vlastuin van VMA geeft toe dat hij veel klachten heeft gehad over de monsternemers. Daarom ontwikkelde hij een ander systeem dat geen problemen oplevert. Deze monsterbuis staat loodrecht op de mestleiding, waarna een zuiger een hoeveelheid mest in de monsterkamer trekt. Dan draait de monsterbuis een kwartslag en drukt de zuiger de mest in de monsterpot. Het ronddraaiende deel is conisch van vorm, zodat er geen vervuiling optreedt. „Bovendien hebben we het spul van keihard materiaal gemaakt. Kippenveren, een kippenpootje of zelfs een stuk prikkeldraad, hij knipt het zo kapot”, zegt Van Vlastuin.

Vullingsgraad
Beide systemen voldoen aan de wettelijke eisen, oordeelt dr. P. J. L. Derikx van het IMAG, projectleider voor de ontwikkeling van de bemonsteringsapparatuur. Nu het IMAG-concept wordt uitgewerkt door Eijkelkamp, neemt het instituut daar „gepaste afstand” van, om ook andere ideeën objectief te kunnen beoordelen. „Eigenlijk zijn we blij met het initiatief van VMA, want nu heeft de markt wat te kiezen.”

Derikx kent een derde bedrijf dat een ander monsterprincipe aan het ontwikkelen is. „We mogen daar nu niet veel over zeggen, maar dat bedrijf wil met een zuiger direct monsters uit de tank trekken in plaats van uit de mestleiding.” Het IMAG heeft al wel aangegeven „te betwijfelen of het monster representatief wordt.”

De huidige twee fabrikanten stapten –noodgedwongen– af van handmatige bediening van de apparatuur. Per 1 januari wordt automatisch monsteren verplicht. Daar komt zelfs geen spierkracht meer aan te pas, de bediening van het apparaat is pneumatisch. VMA levert ook een hydraulische uitvoering, zodat een compressor overbodig is. Druksensoren onder in de tank of een weegsysteem geven aan een microprocessor door wat de vullingsgraad van de tank is; de processor bepaalt het tijdstip van monsteren, ten minste vijf keer per tank.

Gisten
Ook over de pot waarin het mestmonster terechtkomt, is lang nagedacht. Eijkelkamp ontwikkelde de pot in samenwerking met het ministerie van Landbouw, dat ook het patent heeft. Omdat mest tijdens het bewaren gaat gisten, zitten er langs het deksel ontluchtingssleuven voor het ontgassen. Het deksel is voorzien van een 'garantierand'. „Vergelijk het met het randje dat onder de dop van een colafles zit. Zonder dit weg te trekken is de pot niet ongemerkt te openen”, zegt B. Langevoort van Eijkelkamp.

Bij het handmatig bemonsteren moet de boer zelf de pot onder de opening plaatsen en daarna afsluiten. Daardoor kan er toch nog gerommeld worden. De Nederlandse overheid wil ook het afsluiten van de potten automatisch laten gebeuren. Het IMAG ontwikkelde daarom onder de automatische bemonsteraar een zogenaamd monsterkabinet, een kast waarin een hendel de pot onder de meststroom plaatst zonder dat er mensenhanden aan te pas komen. Eijkelkamp is bezig dit fraudebestendige idee uit te werken.

De chauffeur van de transporttank hoeft alleen maar een pot in de kast te zetten. Zodra de deur van het kabinet dicht is, inspecteert een ingebouwde camera of de pot echt leeg en schoon is. Het controlesysteem is door de groene kleur van de pot goed in staat vuil te signaleren. Zelfs een laagje water ontsnapt niet aan de aandacht van de camera. Is de pot goedgekeurd, dan vraagt de automaat om het deksel. Na vijf deelmonsters sluit de machine de pot automatisch, inclusief de verzegeling. Mest monsteren kan nu met de stropdas om. Alhoewel: bij de demonstratie van Eijkelkamp was ook de rand van de pot vies geworden.

De monsterapparaten van VMA zijn ook geschikt voor het gebruik van de potten van Eijkelkamp. Bij gebrek aan een alternatief gebeurt dat nu ook, maar straks wil Van Vlastuin liever geen kabinet uit Giesbeek onder zijn automaat zien. „Er zit te veel elektronica aan vast en er is voor de beeldverwerking van de camera een forse computer nodig. Die apparatuur hangt in het stof en het vocht en het trilt er flink. Je hangt toch geen Pentium achter op een vrachtwagen?”

Folie
Inmiddels werkt VMA aan een alternatief voor het monsterkabinet dat minder elektronica vergt. „We willen het mestmonster niet opvangen in een pot, maar in een zakje van doorzichtig plastic. Dat is fraudebestendig, want het zakje wordt ter plekke gemaakt uit folie dat onder de monsternemer hangt. Als de chauffeur gaat monsteren, smelt een sealapparaat de randen van het zakje aan elkaar. Nadat alle deelmonsters zijn genomen, gaat ook de bovenkant van het zakje dicht.”

Het IMAG heeft de mestzakjes van VMA getest en concludeert dat ze niet onderdoen voor de potten. Af en toe springt er een deksel van een pot, door de gistende mest. De plastic zakjes 'ademen', zodat de druk niet te hoog wordt. „We hebben ze vanaf de eerste verdieping uit het raam gegooid. Geen probleem”, zegt Van Vlastuin. Loonwerker Rauw ziet wel wat in het systeem: „Het is eenvoudiger en frauderen wordt eigenlijk uitgesloten. Daar heeft de hele sector baat bij.”

De laboratoria die de monsters moeten onderzoeken, hebben geen voorkeur voor een van de systemen. „Wij zijn nu ingesteld op de potten, maar als de markt komt met zakjes dan zullen wij daar ook aan mee moeten doen”, zegt R. Hermans van Laboratorium Zeeuws-Vlaanderen. Van fraude heeft hij tot nu toe niet veel gemerkt. „Dat is ook kortetermijnpolitiek, want niet-dierlijke mineralen kunnen wij vrij makkelijk aantonen.” De mogelijkheid tot misleiding is volgens hem echter nooit 100 procent uit te sluiten. Van Vlastuin denkt er ook zo over. „Het ministerie van Landbouw moet het niet van de techniek verwachten. Mensen moeten van het idee af dat met fraude geld te verdienen is.”

Beschikbaar
De agrarische sector loopt nog wel tegen een moeilijkheid aan als de minister bij zijn eis blijft dat volgend jaar fraudebestendige monsterapparatuur gebruikt wordt. Die zal dan nog niet voldoende beschikbaar zijn. Van Vlastuin: „Het automatisch monsteren is geen probleem, maar de apparatuur voor het opvangen en afsluiten is dat wel.” VMA denkt in april zijn eerste prototype bij een loonwerker te plaatsen.

Langevoort is optimistischer. „Wij verwachten in september met een goed werkend, volledig kabinet de markt op te kunnen.” Eijkelkamp kan daarna honderd apparaten per maand maken. Niet voldoende voor de ongeveer 3500 stuks die de sector voor 1 januari nodig heeft.