Wetenschap 16 maart 1999

„Schietlustigen bedreigen voortbestaan grizzlybeer”

Zorgen om symbool
van de wildernis

Door Jeannette Donkersteeg
Een bloederige berenhuid ligt in het gras. De ogen in de goeiige kop zijn gesloten. Grizzly is dood. Na een wilde achtervolging en een fel gevecht met jachthonden heeft hij het genadeschot gekregen. De man die vuurde, staat triomfantelijk bij de buit. Een camera flitst. Thuis, in Nederland, kan de held de foto in z'n album plakken. Het prentje kost hem ettelijke duizenden guldens, en de beer zijn leven. De Dierenbescherming vindt het tijd dat deze hobby een halt wordt toegeroepen. De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging plaatst enige kanttekeningen.

Advertenties in het tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) laten er geen twijfel over bestaan: sommige mensen schieten voor de lol. Omdat de plezierjacht in Nederland moeilijker wordt en bepaalde wilde dieren hier nu eenmaal niet voorkomen, wijken zo'n 13.000 jagers uit naar gebieden buiten onze grenzen. Arrangementen van bijvoorbeeld Best Hunting Jachtreizen of Quality Hunting bieden daartoe volop gelegenheid: „Een dagje patrijzen in N-Frankrijk. In Nederland taboe? Dan naar Frankrijk toe!”; „Kom een weekje vossen jagen in Wales. Interessant programma, met overdag vossenjacht en 's nachts lichtbakken”; „Plaatsen vrij op een varkensdrijfjacht in Duitsland, een halfuur rijden van Emmerich, dus vlak- bij!”

Verder weg kan ook. Een advertentie van Doornlaagte Safaris kondigt een speciale aanbieding aan. Voor 3700 gulden mag de liefhebber 5 dagen in Zuid-Afrika jagen. Hij krijgt volpension en een vergunning voor het afschieten van „1 koedoe, 1 gemsbok, 1 impala, 1 wildebeest, 1 springbok en 1 steenbokje.” De vlucht moet hij zelf betalen. „Dit is het goedkoopste afschotprogramma op de markt, met niet enkel en alleen springbokken”, pocht de adverteerder, die ook reizen mét vlucht verkoopt en daar 5000 gulden voor vraagt.

Uitgeroeid
Schietlustige vakantiegangers bedreigen niet alleen de levens van veel dieren, ze lijken ook het voortbestaan van complete rassen op het spel te zetten. Daar zijn de grizzlyberen, officieel Ursus arctos horribilis genaamd, een voorbeeld van. De logge, bruine beesten bevolkten ooit het grootste deel van Noord-Amerika. De populatie van het continent omvatte in het verleden zo'n 100.000 dieren. Naar schatting zijn er nog 7000 over.

Door jacht (hoe groter en zeldzamer het dier, hoe leuker), houtkap en versnippering van de leefgebieden verloor de grizzlybeer steeds meer terrein. In 99 procent van de oorspronkelijke leefgebieden in de Verenigde Staten en in 24 procent van de verspreidingsgebieden in Canada is hij inmiddels uitgeroeid.

Dat beweren althans het Britse Environmental Investigation Agency (EIA) en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren. Volgens hen zijn Europese jagers daar mede debet aan. Talloze Europeanen zouden grif 20.000 gulden voor hun jachtreis neertellen om een grizzlybeer te mogen schieten. Nederlandse jagers geven naar schatting zo'n 25 miljoen gulden per jaar uit om in het buitenland op jachtvakantie te gaan, aldus de Dierenbescherming. De organisatie is van plan samen met het EIA een beroep te doen op de regering van British Columbia (waar de helft van alle Canadese grizzly's huist) om een einde aan de plezierjacht te maken. Om een jachtverbod te bewerkstelligen trachten het EIA en de Dierenbescherming 10.000 handtekeningen en protestbrieven te verzamelen, die ze de regering van British Columbia gaan aanbieden. In een aantal Amerikaanse en Europese landen zijn al campagnes begonnen; in Nederland werd donderdag het startsein gegeven.

Omstreden
„Officieel worden er in British Columbia jaarlijks gemiddeld 350 grizzlyberen geschoten”, aldus Matthéüs Bleijenberg van de Nederlandse Dierenbescherming. „De dieren staan onder druk van de jachttoeristen, mede doordat ze zich zo langzaam voortplanten. De berinnen worden geslachtsrijp in de periode van hun 4e tot hun 7e levensjaar. Ze krijgen per nest twee jongen en werpen in hun leven gemiddeld slechts acht jongen. Het duurt dus lang voordat het verminderde aantal zich herstelt. Als er geen maatregelen worden genomen, kan een van de indrukwekkendste diersoorten ter wereld voorgoed verdwijnen.”

Het is niet voor het eerst dat deze bezorgdheid wordt geuit. Al in 1970 spraken buitenlandse natuur- en dierenbeschermers van een verontrustende uitwerking van de jacht op de populatie van de grizzlyberen. En in 1995 schreef de regering van British Columbia zelf: „Wij hebben de mogelijkheid en de algemene verantwoordelijkheid om de in British Columbia verblijvende grizzlyberen te beschermen.”

Steve Trent, de Engelse coördinator van de campagne, vindt echter dat de regering geen daadwerkelijke consequenties aan deze uitspraak verbindt. Volgens hem ligt dat aan de „aanvechtbare en wetenschappelijk omstreden methode voor de populatieschatting” die British Columbia sinds 1990 hanteert. „Deze schatting is gebaseerd op de totale hoeveelheid voedsel voor grizzlyberen binnen een leefgebied, zonder dat de dieren zelf geteld zijn. Dit leidde er in 1990 toe dat de officiële opgave van het aantal grizzlyberen nagenoeg verdubbeld werd, van 6000 à 8000 tot 13.000”, aldus Trent. Door onafhankelijke wetenschappers is de populatieschatting volgens hem nooit getoetst. Van actuele telling zou evenmin sprake zijn.

Verwondingen
Biologen en dierenbeschermers schatten dat er behalve de 350 grizzlyberen die legaal worden gedood, nog eens eenzelfde aantal illegaal doodgeschoten of door stropers vermoord wordt. Niet ingecalculeerd zijn de beren die door de jagers alleen maar aangeschoten worden, vervolgens vluchten en alsnog aan hun verwondingen sterven. Dit aantal zou overeenkomen met 25 procent van de legaal afgeschoten dieren.

Deze cijfers zien er weinig rooskleurig uit voor de grizzlybeer, die het symbool van de Canadese wildernis wordt genoemd. Steve Trent spreekt zelfs van de „barometer voor het welzijn van die wildernis.” Dat naar zijn mening het kwik daalt, is duidelijk.

Vraagtekens
S. Lulof van de KNJV plaatst vraagtekens bij de getallen die de Dierenbescherming noemt. „Ik ben een beetje bang dat de organisatie met cijfers goochelt”, aldus Lulof. „De Dierenbescherming spreekt bijvoorbeeld van een bepaald aantal Nederlanders dat op grizzlyberen in British Columbia jaagt. Bij nader inzien blijkt dat ze ook de berenjacht in Polen daarbij betrokken hebben. De getallen die tijdens de onlangs gevoerde campagne voor fazanten werden genoemd, spraken elkaar eveneens tegen. En als wij zeggen „Waarom stappen jullie niet naar de politie als jullie overtredingen signaleren?” luidt het antwoord dat bewijs moeilijk te leveren is.

Over de campagne voor de beren in British Columbia kan ik weinig zeggen. Wij zijn een Néderlandse jagersvereniging. Dat jagers gaan zitten toekijken hoe honden achter beren aanzitten, lijkt me echter zeer onwaarschijnlijk.

Ik heb een e-mail naar de regering van British Columbia gestuurd om om opheldering te vragen. Een reactie is nog niet binnen. Als de aanpak van wildbeheer in British Columbia niet klopt, zoals de Dierenbescherming beweert, dan is dat zo. Daar kunnen wij weinig aan doen.”

De Dierenbescherming beweert dat u berenjachtreizen promoot.
„Wij promoten niets. Wat niet wil zeggen dat wij geen advertenties opnemen waarin jachtreizen naar British Columbia worden aangekondigd. Waarom zouden we die weigeren? Andere tijdschriften plaatsen advertenties voor mensen die in Griekenland aan het strand willen liggen. Wel is het zo dat jachtreizen die wij opnemen, moeten voldoen aan het plan voor wildbeheer dat er ter plaatse gemaakt is.”

Als het aan Matthéüs Bleijenberg van de Dierenbescherming ligt, wordt dat plan in British Columbia in elk geval drastisch gewijzigd. „We hopen dat er snel een einde aan de legale jacht wordt gemaakt en dat er een betere controle op stroperij komt.”