Wetenschap 9 maart 1999

Energiezuinige kasgroenten

Onder het motto ”Rassen onder glas met minder gas” zijn zes Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen gestart met een zesjarig onderzoek naar energiezuinige glastuinbouwgewassen. De Landbouwuniversiteit Wageningen coördineert het project.

De ”Meerjarenafspraak Energie” tussen overheid en bedrijfsleven bepaalt dat in de glastuinbouw in 2000 het energieverbruik per product met de helft moet zijn verminderd ten opzichte van 1989. Volgens afspraken gemaakt op de EU-milieuconferentie in Luxemburg (1998) wordt gestreefd naar een daling van de CO2-uitstoot met 6 procent in 2010 ten opzichte van 1990. Ook dat noodzaakt een daling van het energieverbruik in de kassen.

Energiezuinige productiesystemen en bedrijfsuitrusting zijn al een stap in de goede richting, maar daarnaast loont het om te zoeken naar rassen die minder energie nodig hebben. Het onderzoeksprogramma richt zich vooral op vier groente- en sierteeltgewassen die samen goed zijn voor meer dan de helft van het energieverbruik in de Nederlandse kassen: tomaat, paprika, roos, chrysant. Tomaat en paprika vormen ongeveer de helft van het oppervlak aan glasgroenten, roos en chrysant beslaan zo'n 30 procent van de kasbloemen. Het energieverbruik van deze vier gewassen is relatief hoog, net als van het seizoensproduct kerstroos, de Poinsettia, die ook bij het onderzoek betrokken wordt.

Voor de verbetering van de energie-efficiëntie van de gewassen gebruiken de onderzoekers klassieke veredelingstechnieken en genetische modificatie. Momenteel zijn echter nog geen genen bekend waarvan bewezen is dat ze na overbrenging naar een gewas de energiebehoefte verminderen. Daarom is de aanpak via genetische modificatie nog risicovol.