Wetenschap 2 maart 1999

Rattenkruit in 17e-eeuwse stillevens

In de Nederlandse musea zijn nog veel schilderijen en stillevens uit de 17e eeuw te bewonderen. Een aantal daarvan raakt echter wel in verval. Met name de door de kunstenaars gebruikte felgele verf wordt bleker en valt in poedervorm van het doek. Deze poeder blijkt hetzelfde als het vroeger veel gebruikte rattenkruit.

Natuurwetenschappers en medewerkers van het Rijksmuseum ontdekten waarom de verf van het doek valt. Nederlandse meesters als Kalf, De Heem en Van Ast gebruikten voor hun felgele penseelstreken het pigment ”orpiment”, dat onder invloed van licht zijn onderlinge binding verliest.

De kleurstof is een mengsel van arseen en zwavel: arseensulfide. Het omgevingslicht ontketent een chemische reactie die de twee stoffen van elkaar losmaakt. Het arseen gaat dan een binding met zuurstof aan, waardoor het veel blekere arseentrioxide ontstaat. Het kunstwerk lijkt hierdoor op sommige plaatsen zelfs wit en doorzichtig. Arseentrioxide werd vroeger gebruikt als rattenkruit.

De losgemaakte zwavel komt vrij als zwaveldioxide of als zwavelwaterstof. Vooral de eerste vorm verbreekt bindingen in de lijnolie van de verflaag. Deze valt hierdoor uiteindelijk als poeder uit elkaar.

Volgens een woordvoerder van het Rijksmuseum levert het rattenkruit geen gevaar op voor de restaurateurs van de doeken. „Het gaat om zulke kleine hoeveelheden, we spreken over micro- en nanogrammen.” Een nanogram is een duizendste van een microgram. De woordvoerder zet veel meer vraagtekens bij de effecten van de oplosmiddelen die de schilders gebruiken.

Voor hun onderzoek bestudeerden de wetenschappers oude schildershandboeken en recepten. Aan de hand daarvan maakten ze pigmenten en verfstoffen die ze kunstmatig lieten verouderen. Zo kregen de onderzoekers inzicht in de vervalprocessen van de verf en de schilderijen.

Daarnaast onderzochten ze de 17e-eeuwse schilderijen nauwkeurig. Met behulp van scheidings- en weegmethodes voor deeltjes (chromatografie en spectrometrie), microscopie en röntgen speurden ze naar de eigenschappen van de doeken. De resultaten hielpen bij het ontcijferen van de recepten.