De sterrenhemel in februariW. G. Hulsman De planeten Jupiter en Venus lijken deze maand te botsen. De twee naderen elkaar vanaf de aarde gezien tot op minder dan 1 graad van de hemelboog. In werkelijkheid staat Jupiter nog honderden miljoenen kilometers achter Venus. Geen ruimtebrokken dus.
Nu staat de avondster Venus na zonsondergang aan de zuidoostelijke hemel, rechts onder Jupiter in het sterrenbeeld Waterman. Wie vrijdag- en zaterdagavond 29 en 30 januari rond 18.00 uur in die richting keek, zag de twee heldere lichtpunten schitteren tegen het oranjerode avondlicht dat de hemel kleurde. Jupiter is minder helder dan Venus en lijkt voor het oog kleiner. De reus is echter ruim 1000 keer groter. Per dag komen de twee dichter bij elkaar. Op de 23e is die afstand het kleinst: circa 1 graad aan de hemelboog. Een hulpmiddel om die afstand te meten: een sterrenkijker die zijn arm strekt en een vinger opsteekt, bedekt met die vingerbreedte iets meer dan 1 graad van het gewelf. Een gespreide hand meet op die manier van duim- tot pinktop 20 graden, een vuist 10 graden. De nauwe samenstand of conjunctie is in Nederland op de 23e aan het begin van de avond zo rond 19.00 uur te zien. Als de planeten achter de horizon zijn verdwenen, zal de afstand nog kleiner worden. De bewoners van Noord-Amerika zien de twee nog iets dichter bijelkaar.De dagen na dit fraaie schouwspel lopen de twee weer uit elkaar. De avondster staat nu links boven Jupiter. Inmiddels heeft zich een derde collega gemeld. Wie de lijn door Venus en Jupiter doortrekt tot vlak boven de horizon ziet daar het kleinere lichtpuntje van Mercurius, de planeet die het dichtst bij de zon zijn ronde maakt. Schemerlicht Als er geen wolkendek is, vormt de conjunctie een mooi gezicht, maar er is meer te zien deze maand. De beste avonden voor sterrenkijkers zijn die tussen 6 en 17 februari, omdat de maan dan vrijwel niet voor storingslicht zorgt. De tweede helft van de maand is de maan mooi, door het grijze schemerlicht dat over het oppervlak ligt. Op 6 februari staat de maan om 4 uur 's nachts boven de ster Spica in het sterrenbeeld Maagd. Een dag later draait zij op hetzelfde tijdstip boven Mars langs. In de ochtend van 18 februari staat de maan om 7 uur vlak onder Venus. Om 17.00 uur op die dag staat de maan onder Jupiter. De 20e staat onze 'satelliet' ten zuiden van Saturnus, de planeet met de grote ringen. De planeet Mars staat de tweede helft van de nacht aan de hemel in het sterrenbeeld Maagd en schuift naar Weegschaal. Het roodoranje licht wordt langzaam feller. De twee planeten Uranus en Neptunus staan dicht bij de zon en zijn niet waarneembaar. Pluto is alleen met een grote telescoop te vinden. Planeet kwijt Eigenlijk mag Pluto hier niet meer voorkomen, want had ons zonnestelsel begin vorige maand nog negen planeten, inmiddels zijn het er acht. Astronomen van de International Astronomical Union hebben afgelopen maand besloten dat Pluto voortaan geen planeet meer mag heten. Hij is te klein. Pluto is met een doorsnee van 2324 kilometer kleiner dan onze maan, die 3470 kilometer meet. De unieleden vinden ook dat Pluto een te elliptische baan rond de zon maakt. In de 248 jaar die de ex-planeet nodig heeft om de zon te omcirkelen, loopt zijn baan 20 jaar binnen die van buitenste planeet Neptunus. Dat is van 1979 tot 1999 het geval. Volgens de astronomen is die afwijking te groot om nog van een planeet te kunnen spreken. Sinds Pluto op 18 februari 1930 door een Amerikaan werd ontdekt, weten sterrenkundigen veel meer over de buitenste zone van ons zonnestelsel. Buiten de baan van Neptunus zijn nog zo'n 10.000 kleine hemellichamen gesignaleerd die rond de zon draaien. Zij vormen samen de Kuiperbelt. Het zijn hemellichamen die vooral uit ijs bestaan. Omdat de waterijzige Pluto overeenkomstige eigenschappen heeft, zou hij de grootste van die groep Trans-Neptuniaanse Objecten zijn. Je zult maar Pluto heten. Kennismaken Zaterdag de 20e organiseren de sterrenwachten weer de Landelijke Sterrenkijkdagen. Zij houden dan open huis en organiseren speciale activiteiten om mensen enthousiast te maken om eens een blik naar boven te werpen. |