Wetenschap

Jonge onderzoekers: Sluit geen energiebron op voorhand uit

Kernenergie tegen broeikasprobleem

Door J. Reijnoudt
Kernenergie is niet dé oplossing voor een wereldwijd warmer wordende atmosfeer, maar toch kan de mensheid op dit moment niet zonder die energiebron. Het aantal vaderlandse kerncentrales mag dan inmiddels gereduceerd zijn tot één, dat verhindert een club jonge onderzoekers niet om, ook in Nederland, een lans te breken voor dat soort elektriciteitscentrales.

Voor de derde keer gaat hij met zijn wijsvinger zoekend door het boekje ”Duurzame ontwikkeling & kernenergie” van het gerenommeerde Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA). Opnieuw stuit hij op een tabel waaruit blijkt dat een kerncentrale veel voordeliger elektriciteit maakt dan bijvoorbeeld een met steenkool gestookte centrale. Hij leest voor: „De externe kosten –dit is de mogelijke schade aan mens en milieu door opwekking van elektriciteit– voor andere energiebronnen zijn per kilowattuur enkele tientallen keren hoger dan voor kernenergie”. Rob van den Berg (33), ingenieur, strak in het pak en vlot van de tongriem gesneden, kan het ook zonder boekjes: moeiteloos schudt hij een groot aantal voordelen van de toepassing van kernenergie uit zijn mouw.

Van den Berg is secretaris van de Dutch Young Generation (DYG), letterlijk de Nederlandse jonge generatie, die zich wil inzetten voor verbetering van het magere imago van kernenergie. De DYG is onderdeel van een Europees netwerk dat over de hele wereld opereert. De jonge generatie kerntechnologen ziet hun toekomst niet zo zonnig in. Nu de meeste pioniers uit dat vakgebied genieten van hun pensioen en Nederland geen kerncentrales opent maar sluit, dreigt specialistische kennis op dit gebied langzaam weg te vloeien. Zegge en schrijve een centrale, die van Borssele; dat trekt geen studenten naar bijvoorbeeld de Technische Universiteit Delft. DYG-leden vinden dat een spijtige ontwikkeling, te meer daar ze zelf onderzoek verrichten aan nieuwe en weer veiliger typen kerncentrales.

Klimaatafspraken
Bovendien, waarom zou je kernenergie uitsluiten voor de elektriciteitsopwekking als te gevaarlijk? Niet doen, vindt Van den Berg. De veiligheid van moderne centrales is volgens hem boven alle twijfel verheven en zonder kernenergie wordt het voor Nederland wel heel moeilijk om te voldoen aan de internationale klimaatafspraken. Nederland heeft in dit verband tot taak de uitstoot van kooldioxide in de periode tot 2010 met 6 procent omlaag te brengen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Dat lijkt op dit moment niet haalbaar, gezien het feit dat de teller nu tussen plus 7 en 10 procent staat.

Kernenergie zou een krachtige bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, stelt Van den Berg. De reden is simpel: bij splijting van uranium komt nu eenmaal geen kooldioxide vrij en dat is wel het geval bij verbranding van fossiele brandstoffen als steenkool en aardolie. Wereldwijd speelt kernenergie met ruim 400 elektriciteitscentrales geen onbelangrijke rol in het terugdringen van de uitstoot van kooldioxide.

In Nederland lijkt het doek voor kernenergie echter zo ongeveer gevallen. Ten onrechte, meent Van den Berg. „De discussie over nucleaire energie heeft zich hier altijd op ideologisch niveau afgespeeld. Het was geen constructieve dialoog”, vindt hij. „En juist nu we op de klimaatconferenties van Kyoto en Buenos Aires hebben afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen omlaag moet, kunnen we niet aan kernenergie voorbijgaan”, aldus Van den Berg. Ook gezien de sterke stijging van de vraag naar elektriciteit is het volgens de jonge onderzoekers „onverstandig op voorhand een energiebron uit te sluiten.”

Goedkoper
Van den Berg bladert weer even door zijn stapel papieren en trekt er een publicatie van de Algemene Energieraad (AER) uit. Die dienst adviseert het ministerie van Economische Zaken op energiegebied. „Een voorzichtige berekening van de AER toont aan dat Nederland met het openhouden van Borssele zo'n 220 miljoen gulden per jaar goedkoper uit is dan wanneer hetzelfde vermogen met nieuwe duurzame bronnen, zoals wind en zon, zou moeten worden gerealiseerd”, zegt Van den Berg. Echter, zoals het er nu voorstaat, moet Borssele in 2003 dicht.

Dat zou echt pech zijn in de ogen van de jonge kerntechnologen. Van den Berg pakt er weer wat IAEA-cijfers bij. De ”volledige energie-keten-analyse” komt voor de dag. De productie van 1 kilowattuur elektriciteit levert in een kerncentrale een uitstoot van hooguit 30 gram kooldioxide; in een met kolen gestookte centrale daarentegen is dat maximaal 1290 gram en voor een windturbine 75.

Dus is het idee om windmolenparken op zee aan te leggen zo gek nog niet. Van den Berg zal het niet tegenspreken, maar voorziet het wel graag van kanttekeningen. „De wind waait niet constant; je moet bij elektriciteitsproductie altijd reservecapaciteit hebben, waardoor een groot aantal molens nodig is; bovendien is voor een beperkt vermogen een heel groot oppervlak nodig en vergeet ook de moeilijkheden met het onderhoud onder die bijzondere omstandigheden niet.”

Laat niemand denken dat Van den Berg tegen wind- of zonne-energie is. „Ik ben er een groot voorstander van. Natuurlijk, die duurzame energiebronnen komen eraan of zijn in ontwikkeling, maar laten we er niet al te grote verwachtingen van hebben. We produceren nu in Europa 30 procent van ons elektriciteitsverbruik met kernenergie, wereldwijd 17 procent en hernieuwbare bronnen leveren 1 tot 1,5 procent.”

„Het is echt niet haalbaar om op korte termijn 30 procent van de centrales door andere soorten van elektriciteitsopwekking te vervangen. De Duitse regering wil dat nu, maar het zal ze voorlopig niet lukken”, voorspelt Van den Berg. „Dat gaat heel langzaam. Natuurlijk zijn op dit punt de duurzame bronnen van belang, maar hun rol is voorlopig beperkt.”

Afval
Het altijd weerkerende discussiepunt van het radioactief afval dat een kerncentrale nu eenmaal levert en dat voor altijd een superveilige opslagplaats moet krijgen, is voor Van den Berg geen reden om minder enthousiast te zijn. Het gaat om uiterst geringe hoeveelheden, vindt hij. Een kerncentrale met een vermogen van 1000 megawatt, ongeveer twee keer zo groot als die van Borssele, levert jaarlijks 30 ton hoogradioactief en 800 ton middel- en laagwaardig radioactief afval.

Echter, het hoogradioactief afval raakt de samenleving nooit meer kwijt en het is niet op een of andere manier nog economisch rendabel te maken. Van den Berg ziet voordelen: „Dit afval kun je op een controleerbare manier opslaan. Bij de verbranding van steenkool of aardolie komen heel wat chemische stoffen in de lucht waarvan we zeker weten dat ze invloed hebben op het menselijk lichaam. We kunnen de gevolgen daarvan echter nog niet goed overzien en die stoffen terughalen kunnen we beslist nooit meer.”

Bedoelt Van den Berg daarmee: Plant maar kerncentrales neer, dan ben je van alle klimaatsores af? „Nee”, zegt hij stellig. Hij mag dan een vlotte prater zijn, drammerigheid is binnen de DYG uit den boze. „Ik denk dat het goed is voor Nederland om een nieuwe kerncentrale te bouwen. Of dat ook gebeurt, is aan het Nederlandse volk.”