Wetenschap

„Er moet hulp voor 'runderen' van oudejaarsnacht 1999 zijn”

Kneusjes in de zorgsector

Door G. Wolvers
Het licht gaat uit. Het geprojecteerde videobeeld dooft ook. „Ik ben millenniumproof. Ik praat gewoon door”, klinkt de heldere stem van minister Borst door de pikdonkere zaal van het Scheveningse Circustheater. Eén ding klopt niet in dit circus. De microfoons werken nog gewoon. Als de elektriciteit op 1 januari 2000 stopt, houden die ook op. Net als de hart-longmachine.

De grap was geslaagd, twee weken terug tijdens het congres van het Millennium Platform Zorg (MPZ). Iedereen hield de adem in. Om even later opgelucht de levenstocht binnen te halen. Het is te hopen dat de patiënten aan de hart-longbewaking dat 1 januari 2000 om 00.00 uur ook kunnen.

Veel apparaten in de gezondheidszorg worden aangestuurd door computers. Computers die de datum 01-01-00 herkennen als 1 januari 1900. Ze kunnen daaruit opmaken dat de apparatuur te weinig onderhoud heeft gehad en leggen daarom de zorgapparatuur stil.

Van de vitale medische apparaten is 9 procent niet millenniumbestendig. De meeste zorginstellingen zijn volop in de weer hun apparaten millenniumbestendig te maken. Sommige echter nog steeds niet. Heeft de zorgsector wel voldoende tijd om zijn medische apparatuur over 367 dagen op orde te hebben?

Geen speling
Er zit geen greintje speling meer in, maakt voorzitter A. T. J. Krol van het MPZ duidelijk. „We merken dat het repareren en testen veel meer tijd kost dan gedacht. We schatten dat alles gemiddeld twee tot drie maanden langer gaat duren. In eerste instantie gingen we uit van augustus 1999 als maand waarin iedereen klaar moet zijn, nu gaat dat al richting november”. Een uiterst krappe planning dus.

'De' zorgsector bestaat echter niet. Die bestaat uit een veelheid van sectoren, die elk voor- of achterlopen in de aanpak van het jaar-2000-probleem. Ziekenhuizen lopen binnen de zorgsector het grootste risico slachtoffer te worden van de millenniumproblematiek. Zij hebben de meeste computergestuurde apparatuur. Daarom ging in eerste instantie de meeste aandacht uit naar de aanpak van het probleem in die sector.

Uit de derde enquête van het MPZ onder zorginstellingen, die in november werd gepubliceerd, bleek echter dat ook de ziekenhuizen dreigen achter te lopen op de planning van het MPZ. Veel andere zorgsectoren lopen eveneens uit de pas.

Nogal wat instellingen in de gehandicaptenzorg hebben een achterstand in de aanpak van het millenniumprobleem. Van hen ligt 40 procent op schema. Dat wil zeggen dat ze bezig zijn met de analyse en de oplossingsstrategie. De rest ligt zelfs daarbij achter of was in november nog helemaal niet begonnen.

Droevig
Bij de GGD'en, nota bene een dienst die in crisissituaties moet optreden, was het vorige maand ook nog droevig gesteld. Bijna de helft van de 45 ondervraagde instellingen was nog niet eens gestart met een plan van aanpak voor het millenniumvraagstuk. Slechts de andere helft bleek bezig met de inventarisatie van het probleem, nog maar de tweede fase van de millenniumaanpak (bewustwording, inventarisatie, analyse, planning, uitvoering, testen en invoering). Inmiddels zijn de GGD'en fors aan de slag gegaan. „Ze profiteren daarbij van de ervaringen in andere sectoren. Zo bezien worden achterblijvers zelfs beloond”, aldus J. Canters, projectmanager van het Millennium Platform Zorg. Een op de zes verpleeghuisinstellingen zegt millenniumproof te zijn.

Ook blijken nogal wat instellingen geen plan achter de hand te hebben voor wat ze moeten doen bij calamiteiten. Vier op de vijf GGD'en en ook de meeste gehandicapteninstellingen hadden vorige maand nog niet zo'n noodplan. Op regionaal niveau moeten de GGD'en een noodplan maken met brandweer, politie en ziekenhuizen. Minister Borst heeft haar ministerie de opdracht gegeven een macronoodplan te maken voor als er een echt grote ramp uitbreekt. Dan moeten de acht academische en dertien grote ziekenhuizen blijven draaien.

Sommige managers in de zorgsector zijn zich nog onvoldoende bewust van het millenniumprobleem. Nog minder van het feit dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor patiënten die schade ondervinden als de directies nalatig zijn geweest in de aanpak ervan. De meest gestelde vraag van zorgmedewerkers op de Internet-site van het MPZ is: Hoe maak ik mijn manager bewust van het probleem? Reden genoeg voor minister Borst en MPZ-voorzitter Krol om tijdens het congres de directies te wijzen op hun verantwoordelijkheid.

Er zijn twee soorten managers die de enquête niet invullen, zegt Canters. „Onkundigen en onwilligen”. De onkundigen zijn zich niet bewust van de personele en financiële inspanningen die zij moeten leveren om dit probleem te overwinnen, zegt hij. Zij worden geholpen door de opjaagteams en millenniumcoaches van het MPZ, die ook een gratis second-opinion-test aanbieden. „We wijzen de onwilligen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het worden er daarom wel steeds minder”. Het gaat in beide gevallen om enige tientallen instellingen.

Geringe respons
De onwil en onkunde van de zorgmanagers blijkt uit de geringe respons van de enquêtes van het MPZ. Slechts 46 procent van de 3000 zorginstellingen vulde de derde enquête in. Weliswaar een stijging ten opzichte van de eerste twee, maar het percentage werd niet in het persbericht vermeld. Was hier sprake van verdoezeling?

Instellingen die nog steeds niet hebben gereageerd op de drie (!) enquêtes van het MPZ, worden gemeld bij het ministerie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal van februari tot mei volgend jaar instellingen speciaal bevragen op de aanpak van het millenniumprobleem. Zij heeft daarvoor vier controleurs extra aangesteld.

De Algemene Rekenkamer kritiseerde deze maand het middel van een enquête om een goed beeld te geven van de aanpak door de zorginstellingen. Het was te veel gebaseerd op getallen en bevatte weinig inhoudelijke informatie over de kwaliteit van de aanpak. Bovendien geven de instellingen een te positief beeld van hun eigen inspanningen. Driekwart zei in de derde enquête op schema te zitten.

De kosten zullen van instelling tot instelling verschillen. Het Hartcentrum Rotterdam dat zijn apparatuur testte, kwam op 200.000 gulden, maar had vlak daarvoor de meeste computers vervangen. Een ziekenhuis is al gauw enkele miljoenen kwijt.

Het is te laat om alles nog aan te pakken, stelt het MPZ in zijn vele publicaties. Daarom moeten de zorginstellingen zich richten op de vitale onderdelen, zoals de operatiekamers, de laboratoria, de eerste hulp, de ambulancediensten, de GGD, de thuiszorg en de verslavingszorg.

MPZ-projectleider Canters zegt ervan uit te gaan dat deze vitale onderdelen gewoon zullen doordraaien. Toch lijkt het hem erg verstandig dat alle verloven van het zorgpersoneel voor de nacht van 31 december 1999 op 1 januari 2000 worden ingetrokken. „Zorg ervoor dat je personeel stand-by of op zijn minst oproepbaar is. Als de hartbewakingsapparatuur uitvalt, moet je handmatig bij toerbeurt verder kunnen gaan”. Oudejaarsnacht is sowieso de nacht van het jaar waarin het meeste personeel beschikbaar moet zijn. „Er zijn dan allerlei runderen die met afgerukte vingers komen binnenstrompelen”. En die moeten ook geholpen worden.