Wetenschap

De sterrenhemel in december

W. G. Hulsman

Het was koud in de nacht van 17 op 18 november. Honderden Nederlanders probeerden een blik op te vangen van de verwachte regen van meteoren. Zonder resultaat, want de Leoniden-zwerm kwam een nachtje eerder dan berekend. Maar niet getreurd: deze maand zullen er ook 'vallende sterren' langs de hemel schieten. Al gaat het niet 'regenen'.

In de nacht van 13 op 14 december bereiken de Geminiden hun maximum. Vanuit het sterrenbeeld Tweelingen (Gemini) zullen er die nacht circa 150 per uur vallen. Samen met de Boötiden en de Perseïden vormen de Geminiden de bekendste meteorenzwermen die elk jaar terugkeren. De zwerm is elk jaar actief in de periode van 7 tot 17 december.

Omdat de maan op de veertiende pas na half vier opkomt, zullen er mooie meteoren te zien zijn. De Geminiden zijn helder en traag. Kwamen de Leoniden met 71 kilometer per seconde de dampkring binnensuizen om daar te verbranden en op te lichten, de Geminiden halen 'slechts' 35 kilometer per seconde, altijd nog 125.000 kilometer per uur.

De stofdeeltjes van de Geminiden zijn niet afkomstig uit de staart van een gepasseerde komeet –zoals de meeste meteorenzwermen– maar uit het stofspoor van een kleine planetoïde met de naam 3200 Phaethon. Planetoïden zijn kleine rotsachtige hemellichamen van enkele tot tientallen kilometers doorsnee, die net als planeten in een baan om de zon draaien. Zo'n 95 procent van de planetoïden van ons zonnestelsel heeft een baan tussen die van Mars en Jupiter in.

Wie de smaak te pakken heeft, kan ook van 22 op 23 december naar buiten. Dan is per uur een tiental meteoren van de Ursiden-zwerm te zien. Niet echt spectaculair.

Orion
Deze wintermaanden staat een gemakkelijk herkenbaar sterrenbeeld weer hoog aan de hemel: Orion. Het is een van de weinige sterrenbeelden die in de Bijbel worden genoemd. De jager Orion –de drie heldere sterren op een rij vormen de denkbeeldige gordel– klimt vanuit het zuidoosten tot hoog aan zuidelijke hemel. Fraai is altijd weer de met het blote oog waarneembare nevel ten zuiden van de gordel van Orion. Met een verrekijker of telescoop gaat het natuurlijk beter. De wolk van gas en stof is slechts zichtbaar omdat een groep van vier heldere sterren, met de naam Trapezium, haar verlicht.

Planeten
Drie planeten komen deze maand in het bijzonder in het vizier. De komende Mars, de blijvende Saturnus en de vertrekkende Jupiter.

Mercurius blijft meer op de achtergrond. De planeet die het dichtst bij de zon haar rondje draait, is vanaf de tiende 's ochtends aan de zuidoostelijke hemel te zien in Schorpioen en later in Slangendrager. Venus, de tweede planeet vanaf de zon, is pas in februari weer te zien.

De rode planeet Mars zal komende maand steeds helderder worden en eind december net zo schitteren als de heldere sterren Regulus en Spica. Mars komt deze maand steeds dichter bij de aarde. Op 12 december komt de maan 's morgens dicht bij Mars in de buurt.

De reus Jupiter staat nog steeds hoog aan de zuidelijke en later in de nacht aan de zuidwestelijke hemel. Op eerste kerstdag komt de maan vlak langs Jupiter. Saturnus straalt 's avonds in Vissen.

De buitenste planeten Uranus, Neptunus, Pluto zijn moeilijk te vinden. De eerste twee zitten in Steenbok. Een telescoop is echter onmisbaar.

Winter
De afgelopen weken was het soms winters buiten. Voor de weerkundigen begint 1 december de winter, voor de astronomen duurt dat nog drie weken. Pas op 22 december om 2.56 uur precies start voor hen de winter. De zon staat dan loodrecht boven de Steenbokskeerkring, de denkbeeldige lijn die op 23 graden zuiderbreedte evenwijdig aan de evenaar loopt. Vanaf dat moment worden de nachten –en daarmee de tijd om sterren te kijken– steeds korter.