Wetenschap |
Buitenlandse hulpStalin stuurde wetenschappers die het niet met hem eens waren, naar de strafkampen. Jeltsin gooit het over een andere boeg en lijkt de intelligentsia een langzame hongerdood te laten sterven. Om de ergste nood te lenigen, bestaan er tal van samenwerkingsverbanden tussen onderzoekers in de Verenigde Staten, Europa, Japan en Rusland. Een belangrijke subsidiebron is de Europese Gemeenschap, die met haar Tacis-programma (Technical Assistance for the Commonwealth of Independent States) 3000 onderzoeksprojecten financiert in vijftien landen uit de voormalige Sowjet-Unie, het merendeel in Rusland. In totaal bedroeg de steun via het Tacis-programma sinds 1991 ongeveer 6 miljard gulden. Een soortgelijk hulpprogramma is Intas (International Association for the Promotion of Co-operation with Scientists from the New Independent States of the Former Soviet Union), een initiatief van twintig Europese landen waardoor 17.000 wetenschappers in totaal 160 miljoen gulden ontvingen. Ook de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO) doet een flinke duit in het zakje. Al in 1992 startten de eerste NWO-projecten, elk rond de 200.000 gulden. Inmiddels zijn zo'n 200 projecten gehonoreerd, goed voor een totale subsidie van 29 miljoen. Prof. Vjatsjeslav Klimov, onderzoeksdirecteur van het Instituut voor fundamentele biologische problemen in Poesjtsjina, is erg te spreken over de NWO-beurzen en zijn samenwerking met een groep onderzoekers in Leiden. Soortgelijke banden heeft hij met Duitsland, Engeland en de VS. Een paar weken geleden kregen we een Fourier-infrarood spectrofotometer van 82.000 Duitse mark. Klimov ziet het minder somber in dan Boronin. We hebben pas een nieuwe afdeling opgericht, het Instituut voor veelbelovend onderzoek, samengesteld uit de beste labs van Poesjtsjina, en we hopen daarmee extra geld van de overheid los te peuteren. Ik blijf optimistisch. |