Wetenschap

”Prof. Viktor D., voor uw
complete badkamer”

S. M. de Bruijn
Viktor D. (53) heeft een prachtbaan. Als “assistant professor” aan de Moskouse Academie voor Voedingsindustrie geniet hij een goede reputatie. Hij slaagt erin verschillende enzymen te zuiveren, hij werkt aan een stollingseiwit voor zuivelproducten en is bedreven in allerlei moderne chemische technieken. Tot 1990.

Na een verblijf van twee jaar aan een universiteit in Cuba krijgt Viktor in 1990 last van een maagzweer. „Ik besloot minder uren te gaan werken, en om het inkomensverlies te verzachten nam ik een baantje aan als nachtwaker in een parkeergarage. Dat verdiende prima, en uiteindelijk ben ik gestopt met mijn werk aan de academie”. Viktor wisselt nog diverse keren van werkgever. Hij werkt bijvoorbeeld een tijdje bij een bedrijf dat thee en koffie importeert uit India en onderhandelt daarvoor met de douane.

Het inkomen van zijn huidige baan, installateur, is stukken hoger dan vroeger. „Soms heb ik er spijt van dat ik gestopt ben met mijn wetenschappelijk werk, ik deed het graag en het ging me goed af”. Dat gevoel slijt echter en inmiddels vindt Viktor evenveel arbeidsvreugde in het aanleggen van badkamers als vroeger in het bedienen van de gaschromatograaf. „Bovendien heb ik nu een auto, een rijbewijs, en een datsja (een buitenhuisje) in de buurt van Moskou, en mijn inkomen is voldoende om m'n gezin te onderhouden”.

Steunfonds
„Zulke wetenschappers willen wij graag aan het werk houden”, zegt Vladimir Zarnitsyn, directeur van het International Soros Science Education Program (ISSEP), een onderdeel van het Open Society Institute (OSI). Zarnitsyn beheert een steunfonds van 20 miljoen gulden, dat hij elk jaar mag verdelen over de meest talentvolle hoogleraren, docenten en studenten, voornamelijk in de bètawetenschappen.

De beurzen van het ISSEP variëren van 1500 gulden per jaar voor een beginnend student tot 14.000 gulden per jaar voor een hoogleraar. Voor Nederlandse begrippen een aardige bijverdienste, in het Rusland van vandaag betekent het bijna een vertienvoudiging van het gewone salaris. Bovendien komt het geld altijd keurig op tijd en in harde valuta: dollars.

Suikeroom Soros is scheutig, maar gooit zijn geld niet in het water. Het ISSEP bedacht een slimme procedure waardoor de beurzen alleen terechtkomen bij het puikje van de wetenschap. Voor hoogleraren speelt bijvoorbeeld het aantal publicaties een rol, en de citatie-index, het aantal malen dat anderen die publicaties aanhalen. Verder vraagt het ISSEP de studenten hun mening te geven over een hoogleraar. De afgelopen drie jaar vielen ruim 1500 hoogleraren en “assistant professors” in de prijzen. Als tegenprestatie moeten zij een paar lezingen geven en een rapport van twee pagina's schrijven.

Ook docenten van middelbare scholen komen in aanmerking. Elk jaar vraagt het ISSEP aan 100.000 leerlingen wie hun beste twee docenten zijn. Daaruit komen in totaal 4000 leraren bovendrijven. Voor de zekerheid vraagt de stichting ook aan de schoolleiding om de beste docenten voor te dragen. „In 80 procent van de gevallen komen de genoemde namen overeen”, zegt Zarnitsyn.

Een nieuwe activiteit van het ISSEP is de Soros Olympiade op het gebied van wiskunde, scheikunde, natuurkunde en biologie, waar dit jaar 260.000 leerlingen van middelbare scholen aan meededen. De 300 winnaars kregen een vorstelijke beloning, variërend van 200 tot 800 gulden.

Kapotte jas
„We zijn ervan overtuigd dat Rusland beschikt over uitstekende wetenschappers en docenten. Dat willen we zo houden, voor ze vertrekken naar het buitenland of een baan vinden in het zakenleven”, zegt Michail Nikiforov, bij het ISSEP verantwoordelijk voor de docenten. „We willen ze niet alleen hier houden, ze moeten ook aan het werk blijven. Vaak krijgen ze maandenlang geen salaris en we zijn er zeker van dat veel docenten zullen opstappen als ze geen geld van ons krijgen”.

Directeur Zarnitsyn zou graag meer geld uitdelen: „Twintig miljoen gulden is niet veel, het is maar 15 cent per inwoner. We hebben gezocht naar een methode om het zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het is net alsof je een kapotte jas hebt, met overal gaten, en je hebt maar een klein lapje. Waar moet je beginnen? Daarom geven we het aan de besten.”