Wetenschap

”Plantibody” zorgt voor resistentie

Voor de beheersing van ziekten en plagen is resistentie van de waardplant (de gastheerplant van het ziekmakende organisme) een belangrijke eigenschap waarop veredelaars van oudsher selecteren. De komst van DNA-technologie maakte het mogelijk het arsenaal resistente rassen te vergroten doordat zij de soortbarrière doorbreekt. Eigenschappen die van origine niet in de plant voorkomen kunnen nu worden ingebracht. Introductie van natuurlijke genen blijft echter de voorkeur houden. Alleen: daarvan is er maar een beperkt aantal bruikbaar. Een alternatief is het ontwerpen van nieuwe genen.

Dr. ir. A. Schouten promoveerde afgelopen vrijdag aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen op zijn onderzoek naar een nieuwe ontwikkeling in deze zogenoemde moleculaire resistentieveredeling. Hij onderzocht het transformeren van planten met genen die coderen voor antilichamen. Deze zogenoemde plantibodies kunnen de functies van vreemde indringers blokkeren door zich aan hen te binden. Uiteindelijke doel is neutralisatie en eliminatie.

Een antilichaam is een eiwit dat een Y-vormige structuur heeft. Het bestaat uit vier ketens van aminozuren, twee identieke lichte ketens en twee gelijke zware ketens met ieder een eigen structuur, die samen een antigeen kunnen binden.

Plantibodies zijn geschikt om planten resistent te maken. Daarbij is het wel belangrijk dat de antilichamen zich op dezelfde locatie bevinden als de te blokkeren ziekteverwekkende factor. In zijn proefschrift toont Schouten aan dat genen voor antilichamen redelijk eenvoudig gemodificeerd kunnen worden om in de plant het maximale te presteren.

De mogelijkheden van de plantibody-benadering zijn al aangetoond bij resistentie tegen diverse virussen, waaronder het tabaksmozaïekvirus. Van belang is het vinden van geschikte “doelwit-eiwitten” die een antilichaam kunnen vormen. Wetenschappers moeten deze eiwitten voldoende kennen en voorhanden hebben om met behulp van plantibody-technologie resistente rassen te 'ontwerpen'. De techniek biedt niet alleen perspectieven voor resistentie tegen virussen, maar ook tegen nematoden, schimmels en insecten.