Geen 'patatlucht' in Amsterdam

Duizenden toeristen varen er jaarlijks mee door de Amsterdamse grachten, maar omstanders zijn er niet altijd even blij mee: rondvaartboten. Zij braken immers een onwelriekende damp uit, de zogenoemde patatlucht. Rederij P. Kooij is overgestapt op het reukloze biodiesel. Mogelijk goed voor de milieuprijs voor de scheepvaart 1998.

Kooij is een van de drie genomineerden voor de prijs die minister Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) op 12 oktober in Groningen uitreikt. Kooijs bedrijf bouwde zijn dieselmotoren om, zodat zij geschikt zijn voor het natuurvriendelijke product biodiesel. Met biodiesel vervuilen boten het milieu een stuk minder. Ook loopt de motor soepeler en slijt hij minder. Inmiddels varen elf van de twintig boten van Kooij met biodiesel. Gecombineerd met een katalysator en een nabrander maakt dit een einde aan de patatlucht.

Een andere gegadigde voor de milieuprijs is een zuinige wc voor schepen, die weinig ruimte inneemt en bovendien niet stinkt. Het toiletsysteem is ontworpen door de firma Auerhaan uit Lelystad. Het combineert een vacuüm systeem met de tank. Per spoelbeurt gebruikt de wc niet meer dan een halve liter water. Daardoor is de tank erg klein (70x40x25 centimeter) en dus geschikt voor kleinere schepen. De wc vermijdt de onaangename geurtjes die ontstaan bij gebruik van buitenwater.

De derde kanshebber is Fiwado/Fina Scheepvaart uit Zwijndrecht. Fina ontwikkelde een nieuw, volledig biologisch afbreekbaar smeervet.