Wetenschap

Buiten-airbag kan later wellicht ook op bussen worden toegepast

Tankwagen valt in een gespreid bedje

N. Sterk
Kantelende vrachtwagens zorgen voor veel oponthoud. Wekelijks liggen er een paar op hun kant. Zijn het tankwagens en lekt de inhoud weg, dan is de ramp compleet. Vervoerde een gevallen tankauto lpg of chloor, dan gaat de weg voor uren dicht totdat het gevaar is geweken. Tijd voor een airbag voor vrachtauto's, dacht Conecto Non Effundo. Maar dan wel aan de búítenkant van de wagen. Of van de bus.

Vijftien jaar lang zwierf hij over de aardbol om voor zijn baas, Shell, te dokteren aan olie- en gaswinningsinstallaties. Toen hij 40 was, wenkte een nieuwe uitdaging, dit keer in de streek waaruit hij stamt: Twente. Twee kleine machinefabrieken en een ingenieursbureau werden samengevoegd tot één nieuw bedrijf, onder de Latijnse naam Conecto Non Effundo: Koppelen zonder knoeien. Erik J. Eenkhoorn werd de directeur van het nieuwe bedrijf CNE in Hengelo –sinds januari van dit jaar officieel op de markt– dat zich vooral verdienstelijk maakt door de fabricage van allerlei soorten ingenieuze koppelingen.

Vloeistofkoppelingen die werken als een lens op een fototoestel, veiligheidskoppelingen bij lpg-installaties die breken als de gasleverancier vergeet af te koppelen: CNE koppelt zonder knoeien en als het even kan ook zonder gevaar. In vaste dienst werken er tachtig mensen, plus enkele tientallen uitzendkrachten. Heel recent nam CNE het failliete Pannerdense bedrijf Huco over. Het klantenbestand van Huco –waaronder Nutricia, Douwe Egberts, Akzo, Dupont– vormt een zeer welkome aanvulling voor de Twentse 'Willie Wortels'.

Waterballet
De narigheid van kantelende vrachtwagens intrigeert Eenkhoorn al heel lang. „Vrachtauto's geven in het algemeen veel problemen. Ik denk bijvoorbeeld ook na over het opspattende water bij de vele neerslag in dit klimaat. Er moet iets te maken zijn waarbij een elektromagnetisch veld naast het wiel voorkomt dat er zo'n enorm waterballet ontstaat. Of neem het probleem van weglekkende lading. Laatst nog verloor een tankauto via de afsluiter een hele vracht cacaoboter. De ramp is niet te overzien. Al denkend kwam bij mij op een gegeven moment zo ook het idee van zijdelingse airbags boven”.

Het ontwerp van de 41-jarige werktuigbouwkundige oogt simpel, en dat is het feitelijk ook. Het dient vooral om de schade tijdens en ná het kantelen te beperken. „Een tank die heel blijft, is vaak vrij snel weer op z'n wielen te zetten. Onze airbags moeten dus in eerste instantie voorkomen dat de tank beschadigt”.

Omdat het vooral de bulkwagens zijn die gevoelig zijn voor kantelen –de vloeistof in de tank beweegt vrij en gemakkelijk door de ruimte, zeker bij plotselinge bewegingen– richt het ontwerp zich in eerste instantie op de ronde tankwagen. Onder en boven langs de oplegger worden langwerpige airbags aangebracht die zich vullen op het moment dat een van de beide drukmeters op de uiteinden van de achteras aangeeft dat de druk wegvalt. „Valt bij de drukmeter rechtsachter de druk weg, dan worden de beide airbags links aan de wagen geactiveerd. Op die manier komt een kantelende truck op een gespreid bedje terecht. Een vertrager moet ervoor zorgen dat de luchtkussens niet te snel openklappen”.

Relevant
De vinding van CNE geniet inmiddels octrooibescherming, hoewel die op den duur wellicht niet exclusief behouden blijft. „Als de airbags in de praktijk goed voldoen, kan het maatschappelijk relevant worden dat alle vrachtauto's ermee worden uitgerust. In dat geval zal er regelgeving komen en worden er wellicht meer bedrijven actief met een vergelijkbaar product”. Behalve aan de 'gewone' airbag denkt Eenkhoorn ook al over een versie die zich tijdens de val ontvouwt in de vorm van een vloeistofreservoir onder de tank. „Als de tank dan toch scheurt, is het slechts een kwestie van leegpompen”.

Het is niet de bedoeling van CNE om zelf de productie ter hand te nemen. „We hebben veel goede ideeën voor nieuwe producten, doen graag de engineering, maar in het geval van de airbags zien we het liefst dat opleggerbouwers zoals Van Hool in België, Steinkühler in Hamburg en Hoburg in Pijnacker in licentie de uitvoering ter hand nemen”. Voor het beproeven van zijn vinding krijgt Eenkhoorn misschien de beschikking over een oude tankwagen van Nijhof en Wassink, een Twents transportbedrijf. „Een kantelinstallatie moet ik nog bouwen, want we gaan er niet mee de weg op”.

Een volgende toepassing van de airbag zou voor autobussen kunnen zijn. In de octrooiverlening is de bus al opgenomen. „Een soort 'worst' bovenlangs of in de hele zijkant. Veel mensen zijn met het probleem van de instabiele bussen bezig, maar niemand denkt aan een airbag. Vijftig losse airbags, voor elke passagier één, is ondoenlijk, maar met een opblaasbaar scherm over de volle lengte van de bus is wellicht veel veiligheidswinst te halen”.

Kosten
De ideeën van CNE worden binnenkort gemeld bij TNO Wegtransport. Op de eerstkomende bedrijfsauto-RAI, volgend jaar, zal Eenkhoorn er staan met een stand en een uitgewerkt plan. Over wat zijn vinding gaat kosten, heeft hij al een vastomlijnd idee. „De grootste, voor de standaardtankwagen, zal onder de 10.000 gulden blijven. Moet er, vanwege een speciaal ontwerp van de tank veel worden aangepast, dan wordt-ie wat duurder. Niet-gemonteerd zal hij uitkomen op rond de 8000 à 9000 gulden”.

Op de lange duur ziet de CNE-directeur alle grote vrachtwagens rondrijden met zijn vinding. Op een kladje schetst hij de verschillende versies. Ook voor vierkante veewagens met drie verdiepingen heeft hij een schets. Als doek voor de airbags denkt hij aan een slijtvaste kunststof, vergelijkbaar met wat wordt gebruikt voor de kussens van hovercrafts, zodat de airbag niet wordt opengeritst door de geleiderail. „De materiaalkeuze kan afhangen van wat er in de tank wordt vervoerd. Voor bijtende zuren gelden andere eisen dan voor zoete siroop. Deze criteria gelden natuurlijk ook voor het gas waarmee de zak gevuld wordt, in combinatie met bijvoorbeeld het chemische product in de tank”.