Wetenschap

Bolbliksem ontleed

Jarenlang beschouwden wetenschappers bolbliksems als verzinsels of als gezichtsbedrog. Ze redeneerden dat een bol van gloeiend geïoniseerd gas niet langer dan een fractie van een seconde kan bestaan. Zo'n bol moet onmiddellijk exploderen, volgens de berekeningen. Totdat in 1969 een gerespecteerde radioastronoom een artikel in het Britse tijdschrift Nature schreef over zijn 'ontmoeting' met een vuurbal die dwars door de wand van een lijnvliegtuig ging. Ooggetuigen voelden geen hitte in de omgeving van de bal.

Inmiddels menen wetenschappers een verklaring te hebben voor het bestaan van bolbliksem. In het Tijdschrift voor Geofysisch Onderzoek van deze week werkt de Spaanse natuurkundige Antonio Ranada een theorie uit die verklaart hoe zo'n vuurbal gedurende 10 tot 15 seconden kan bestaan.

Een 'gewone' bliksem veroorzaakt een sterk magnetisch veld in horizontale richting, maar soms ontstaan magnetische velden in verticale richting. Onder bepaalde omstandigheden zouden die horizontale en verticale velden gekoppeld raken en een bolvorm veroorzaken. Het gloeiende plasma –een sterk verhit en geïoniseerd gas, waarin de elektronen niet meer bij de atoomkernen blijven– dat gewoonlijk ontstaat in het centrum van een bliksem, raakt nu gevangen in de bol.

Bij een magnetisch veld in één richting zou de bol inderdaad onmiddellijk exploderen, redeneert Radana, maar de koppeling tussen de twee velden in verschillende richtingen houdt de bolvorm intact. Dat duurt tot het plasma afkoelt en er weer orde tussen de atoomkernen en de elektronen optreedt. Daardoor verzwakt het magnetisch veld en uiteindelijk zakt de bol in elkaar. De theorie van Radana verklaart ook waarom de bol nauwelijks hitte uitstraalt hoewel langs de oppervlakte temperaturen van 16.000 graden Celsius kunnen voorkomen.