Wetenschap

Noodverlichting

Rusland heeft een vanuit de ruimte werkend noodverlichtingssysteem ontwikkeld. Een aan een ruimtevaartuig bevestigde grote spiegel vangt zonnestralen op, die vervolgens gebundeld worden doorgestuurd. Bij het bereiken van de aarde heeft de lichtbundel een diameter van 5 kilometer. Met dit systeem willen de autoriteiten de ergste gevolgen van de vaak langdurige stroomstoringen in het reusachtige Russische achterland tegengaan.

De Russen gaan binnen enkele maanden het systeem voor het eerst in de ruimte testen met behulp van het ruimtevrachtschip Progress M40. Waarschijnlijk is de lichtvlek, in de vorm van een stip of ster, ook in West-Europa te zien.


Digitale luchtfoto's

Lucht- en satellietfoto's van een groot deel van de wereld zijn sinds vorige week te bekijken op de Microsoft TerraServer, een digitale wereldatlas op Internet. Op papier afgedrukt zou het de grootste atlas ter wereld zijn, met 2000 delen van elk 500 pagina's. De site bevat meer dan een biljoen (een 1 met 12 nullen) bytes aan gecomprimeerde lucht- en satellietfoto's.

Microsoft zette de site op in samenwerking met het computerbedrijf Compaq. De lucht- en satellietfoto's komen van U. S. Geological Service (USGS) en Aerial Images. De laatste leverde SPIN-2-opnames van het Russische ruimtevaartbureau.

De USGS-foto's bedekken meer dan 30 procent van de Verenigde Staten; opnames van het overige deel van de VS en een groot deel van de rest van de wereld, waaronder delen van Europa en Nederland, zijn SPIN-2-beelden. Door een dagelijkse stroom nieuwe gegevens van USGS en SPIN-2 breidt de TerraServer zich voortdurend uit.

Het liep storm de eerste dagen nadat TerraServer 'in de lucht' was. Onder meer de nieuwste versie van het database-beheersysteem Microsoft SQL Server zou ervoor moeten zorgen dat de lucht- en satellietfoto's 6 miljoen keer per dag konden worden bekeken. Maar de belangstelling was veel groter, TerraServer haalde naar schatting 8 tot 10 miljoen hits per dag. Elke keer dat een pagina wordt bekeken, is een hit.

Het 'hart' van de welkomstpagina van de site (http://www.terraserver.microsoft.com/) is een wereldkaartje. Door met de muis op een werelddeel te klikken, en vervolgens op een land, kan ingezoomd worden. Uiteindelijk kunnen bezoekers van de site hun woonomgeving bekijken tot op 1,5 meter nauwkeurig, genoeg om gebouwen goed te onderscheiden. Overigens heeft TerraServer ook een zoekoptie.


Klimaatonderzoek

In Utrecht start morgen een internationale school voor klimaatonderzoek haar werkzaamheden. De school is een initiatief van Paul Crutzen, Nobelprijswinnaar voor de chemie. Aan de school ligt een samenwerkingsovereenkomst tussen de Nederlandse en de Duitse ministeries van onderwijs en wetenschappen ten grondslag.

In COACh (Cooperation on Oceanic, Atmospheric and Climate Change) werkt een aantal bestaande instituten, waaronder het RIVM en de Max Planck Instituten voor chemie en meteorologie, samen. Door het combineren van de expertise van verschillende onderzoekgroepen moet COACh een bijdrage leveren aan het oplossen van de problemen die te maken hebben met wereldwijde klimaatverandering.

Financiële steun komt van de ministeries van onderwijs in Nederland en Duitsland. Van het Nederlandse ministerie krijgt COACh gedurende zes jaar een subsidie van 1 miljoen gulden per jaar. In totaal wordt in de samenwerking circa 3 miljoen gulden extra geïnvesteerd.


Sensor

De concentratie van negatief geladen deeltjes zoals nitraat, fosfaat en chloride kon tot nu toe alleen maar via zeer omslachtige methoden worden gemeten. Martijn Antonisse heeft aan de faculteit chemische technologie van de Universiteit Twente een sensor ontwikkeld waarmee hij selectief de concentratie van deze deeltjes, anionen, in hooguit 20 seconden kan meten. Het hele apparaatje meet niet meer dan 1 bij 2 millimeter.

De tuinbouw kan met de anion-sensoren meten of meststoffen als nitraat en fosfaat daadwerkelijk worden verbruikt. Voor de milieusector is de sensor van belang omdat verontreinigingen in het water makkelijk opgespoord en gemeten kunnen worden. Ook de medische sector heeft behoefte aan deze sensoren, om zo de chloridebalans in het bloed te kunnen meten.

De vakgroep waarin Antonisse zijn onderzoek verrichtte, werkt al jarenlang aan sensoren voor het meten van concentraties van metalen in water. De ontwikkeling van sensoren voor negatief geladen deeltjes stond tot een aantal jaren geleden echter nog in de kinderschoenen.

Antonisse ontwikkelde moleculen met een holte, receptoren, waarin een anion wordt 'gevangen'. Voor elk type anion is een andere receptor nodig. De receptoren verwerkte hij in een membraan van plastic. Zodra een receptor een negatief geladen deeltje herkent, ontstaat er een signaal. De sterkte van dat signaal is een maat voor de concentratie anionen.

Doordat de sensoren in water worden gebruikt, waren ze altijd snel versleten. Samen met een collega maakte Antonisse een nieuw soort plastic voor het membraan. Sommige sensoren gaan nu meer dan een halfjaar mee. Het bedrijfsleven heeft interesse om het prototype te vertalen in een verkoopbare sensor. De onderzoeker verwacht dat dit ongeveer een jaar gaat duren.


Kikkerschimmel

Kikkers en padden in verschillende delen van de wereld zijn slachtoffer van een nieuwe, nog niet benoemde schimmel. De dieren, die deels door hun huid ademhalen, stikken doordat de schimmel hun onderzijde en poten afdicht met een schimmellaag, zo meldde het wetenschappelijke blad New Scientist afgelopen week.

De schimmel behoort tot een nieuw geslacht chytride. Onderzoekers hebben de schimmel aangetroffen bij verschillende soorten kikkers in Australië en de Verenigde Staten.

De onderzoekers zijn er nog niet uit of de schimmel hoofdoorzaak van de dood is of dat zij opduikt bij dieren die al door andere factoren zijn verzwakt, zoals meer uv-straling als gevolg van het gat in de ozonlaag of landbouwchemicaliën. Ook staat nog niet vast of de dieren stikken door de schimmellaag zelf of door gif dat zij zouden kunnen afscheiden.