„Verblinding 'blauw' licht
zit tussen de oren”

Volgens het bedrijf is sprake van psychologische verblinding. Bestuurders moeten wennen aan de lampen, net als indertijd aan de halogeenlamp.

Philips introduceerde het nieuwe autoverlichtingssysteem in 1996 in Nederland. Het Eindhovense bedrijf investeerde tientallen miljoenen guldens in het project. De MPXL heet in de volksmond ook wel xenonlamp. Zij werkt als een tl-buis. De lamp heeft, in tegenstelling tot de gloeilamp en de halogeenlamp, geen gloeidraad. De microgasontladingslamp is gevuld met een aantal gassen, waaronder xenon. Een spanningsverschil tussen twee elektroden veroorzaakt een minibliksem in het lampje, dat niet groter is dan een lucifer.

De MPXL geeft ruim tweemaal zo veel licht als een halogeenlamp, maar gebruikt minder dan de helft van de energie. De hoge lichtopbrengst komt de verkeersveiligheid ten goede. Volgens Philips is zo'n hoge lichtopbrengst met de halogeenlamp niet te bereiken. De Premium halogeenlamp geeft 30 procent meer licht op de weg dan de standaard halogeenlamp, maar daarmee was de lampenfabrikant met de halogeentechnologie aan het eind van zijn mogelijkheden.

Niet blauw
De klachten die VVN bereikten, betroffen vooral de hinderlijk blauwe kleur van de nieuwe koplampen. Philips zegt echter dat het licht niet blauw is, maar wit, en ruimschoots binnen de internationale witlichtspecificaties valt. Omdat automobilisten het zouden vergelijken met het warmere, gele halogeenlicht lijkt het blauw. Technisch is het mogelijk de kleur aan te passen, maar dan gaat veel van de lichtopbrengst verloren.

In de berichtgeving rond de klachten over xenonlicht was sprake van een verkeerde afstelling van de koplampen. Als mogelijke oplossing suggereerde VVN-woordvoerder B. Woudenberg de koplampen automatisch af te stellen.

Philips beweert echter dat dat al het geval is. Intense verlichting zoals de MPXL moet voldoen aan internationale voorschriften. De auto moet voorzien zijn van automatische niveauregeling, bij grotere belading schijnen de lampen dan niet 'omhoog'. Ook moet de koplamp een reinigingsinstallatie hebben. Vuil kan lichtverstrooiend werken, waardoor het licht buiten het voorgeschreven bereik zou vallen.

Statussymbool
Dat xenonlicht veel automobilisten toch lijkt te verblinden, is volgens Philips een psychologisch effect. Normaal kijkt een bestuurder rechtuit. De opvallende xenonlampen trekken zo de aandacht, dat een automobilist de neiging zou hebben om recht in de koplampen van de tegenligger te kijken. Hetzelfde verschijnsel deed zich voor bij de introductie van de halogeenverlichting in de jaren '60. De invoering van de MPXL zou dan ook gepaard gaan met een gewenningsproces.

De lampen zijn niet goedkoop, zo'n 3000 gulden per set. Vandaar dat alleen de duurdere automerken voorzien zijn van MPXL. Dat geeft de lampen het etiket statussymbool. In Nederland zijn ongeveer 5000 auto's uitgerust met het opvallende licht, wereldwijd meer dan 1 miljoen. Een gloednieuwe fabriek in Aken produceert de lampen.

De hoge prijs verklaart Philips door de complexe technologie van zowel de lamp als andere elektronische onderdelen. Ook de automatische niveauregeling en de koplampreiniging schroeven de prijs op. Tegenover de hoge prijs staat de levensduur van de lamp, ongeveer even lang als die van een auto.

Ondertussen zitten de Philips-onderzoekers niet stil. Nieuw is “centrale verlichting”. Ergens onder de motorkap zit de lichtbron, het licht daarvan gaat via spiegels en glasvezelkabels naar de koplampen. Een aantal testauto's rijdt al rond met een prototype van deze centrale verlichting.