Wetenschap

Badtijd

Het eten van een zachtgekookt eitje of eigengemaakte mayonaise met rauw ei betekent het risico van salmonellabesmetting. Met “Big Pete” is dat verleden tijd. De machine pasteuriseert eieren zonder ze te koken. Dit najaar komen de verse gepasteuriseerde eieren in de Verenigde Staten op de markt, een stuiver duurder dan hun niet-behandelde soortgenoten. Dat meldde het tijdschrift New Scientist afgelopen zaterdag.

Volgens het Amerikaanse bedrijf Pasteurized Eggs zijn de eieren na de behandeling net zo veilig als gepasteuriseerde melk. Oprichter van het bedrijf en brein achter Big Pete is John Davidson. De truc is om de eieren te verhitten en toch niet te koken. Dat kan door ze voorzichtige warmtebehandelingen van ongeveer een uur te geven in waterbaden.

Een lopende band brengt de eieren naar Big Pete, waar ze ondergedompeld worden in een bad met gesteriliseerd water van 62 tot 72 graden Celsius. De preciese temperaturen geeft Davidson niet prijs, hij wil alleen kwijt dat het eerste bad het warmst is. Gedurende dit bad dringt de warmte langzaam het ei in tot de rand van de dooier.

Tijdens het tweede, iets koelere bad dringt de warmte door tot de kern van de dooier. Het water in het laatste bad heeft een nog lagere temperatuur. Dit versnelt de pasteurisatie, maar hoe dat precies werkt, is nog onduidelijk. Uiteindelijk mogen de eieren nog 20 minuten afkoelen in koud water. Big Pete kan 1000 eieren per uur verwerken.

Europa moet het nog een poosje zonder gepasteuriseerde eieren doen. De wetten op het gebied van voedselveiligheid staan niet toe dat de eieren een duik nemen, ze zouden bij de plons kunnen beschadigen. Er zit altijd wat kippenmest op de eierschaal, en de bacteriën die daar mogelijk inzitten zouden het ei dan binnendringen.


Houtvergasser

De Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) heeft aan Lurgi Nederland de opdracht verstrekt voor een deel van een houtvergassingsinstallatie. Het gaat om het vergassings- en gasreinigingsdeel. De houtvergassingsinstallatie komt bij eenheid 9 van de Amercentrale in Geertruidenberg, die nu nog steenkool stookt. In december volgend jaar gaat de nieuwe installatie in bedrijf.

De installatie zal versnipperd bouw- en sloophout vergassen. Daarbij komt houtgas vrij, dat na reiniging als brandstof dient voor eenheid 9. Het houtgas vervangt een deel van de steenkool.

De jaarlijkse aanvoer van bouw- en sloophout bedraagt 150.000 ton. Het gas dat daaruit wordt gewonnen, vervangt bij de Amercentrale 72.000 ton steenkool en is goed voor jaarlijks 200 miljoen kWh elektriciteit, het verbruik van zo'n 65.000 gezinnen.

De houtvergassingsinstallatie die op het complex van de Amercentrale verrijst, bestaat uit een wervelbedvergasser, een cycloon, een gaskoeler en een gasreinigingsinstallatie. De houtsnippers worden aan de vergasser toegevoerd met precies voldoende lucht zodat houtgas ontstaat. Dat gebeurt bij een temperatuur van 900 graden Celsius in een zogenaamd wervelbed, een bed van zand.

Na het vergassingsproces wordt het gas afgekoeld en vindt verwijdering van het stof plaats. Daarbij komt stoom vrij, die naar de turbines van eenheid 9 gaat. Na verdere reiniging dient het schone houtgas als brandstof voor de ketel.


Einde van Mir

Een Progress-vrachtschip is vastgekoppeld aan het Russische ruimtestation Mir. Het schip gaat eind juni als eerste zijn motor en brandstof gebruiken om de baan van de Mir te verlagen totdat het in de Stille Oceaan stort. Maar eerst komt op 5 juni het Amerikaanse ruimteveer Discovery nog op bezoek om de laatste Amerikaan, Andy Thomas, op te halen.

De baan van Mir, nu rond 400 kilometer hoogte, zal vanaf eind juni door de stuwkracht van opvolgende vrachtschepen geleidelijk lager worden gebracht. In acht maanden zakt Mir tot 130 kilometer, waarna het complex naar de aarde kan worden gestuurd.

De kosmonauten verlaten de Mir op de veilige hoogte van 150 kilometer. Het tijdstip waarop de Mir de atmosfeer wordt ingestuurd hangt af van de voortgang van de bouw van het internationale ruimtestation ISS. Die moet volgens de jongste plannen in november beginnen.

De twaalf jaar oude Mir is een gevaarte van 120 ton. Bij het naderen van de atmosfeer worden eerst de modules van het station losgekoppeld om te vergloeien door de wrijvingshitte. Daardoor blijft alleen het basisblok over. Dat zal volgens berekeningen van ruimte-experts niet geheel verbranden en, als alles goed gaat, ten oosten van Nieuw-Zeeland in zee storten.