Wetenschap

Vloeistofdrempels

Een intelligente verkeersdrempel. Zo noemt InnovatieCentra Netwerk Nederland in haar blad Inno Visie de verkeersdrempel die zich aanpast aan de snelheid van de passerende auto's. De klap van de drempel neemt toe naarmate de snelheid van de auto groter is. Israëlische onderzoekers hebben de drempel ontwikkeld.

Het nieuwe systeem bestaat uit een langwerpige, met vloeistof gevulde zak met een beschermende laag. Vloeistof heeft de eigenschap dat ze zich aanpast aan de snelheid waarmee ze in beweging wordt gebracht.

Hoe harder een automobilist de drempel 'neemt', hoe groter de klap die hij te verwerken krijgt. Wie langzaam over de drempelzakken rijdt, ondervindt nauwelijks of geen hinder. Bij een snelheid van 25 kilometer per uur wordt al een bult gevoeld, bij 50 kilometer per uur zijn de zakken steenhard.

De vloeistofdrempels veroorzaken minder trilling voor omwonenden dan de conventionele drempels.


Stofwisselingsonderzoek

De Landbouwuniversiteit Wageningen krijgt ruim 400.000 gulden voor stofwisselingsonderzoek bij dieren. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) schenkt het geld voor de bouw van tien nieuwe bakken om de stofwisseling en ademhaling van vissen te bestuderen.

De onderzoekschool Wageningen Institute of Animal Sciences (Wias) kan in dergelijke bakken de invloed van omgevingsfactoren, voeding, stress, gezondheid en groei van dieren tot in detail bestuderen. De bakken zijn afgesloten: de dieren krijgen voedsel, water en zuurstof via het systeem en ook de afvoer van gassen vindt gecontroleerd plaats. Dat maakt heel precieze metingen mogelijk.

Naast vissen bestudeert de school landbouwhuisdieren. Ook dat gebeurt in bakken, het Wias heeft de beschikking over verschillende afmetingen. In de grootste vinden zelfs vijf koeien een plaats.

De nieuwe zogeheten klimaatademhalingscellen zijn uniek in de wereld. Ruim veertig jaar geleden werd in Wageningen de eerste bak gebouwd voor onderzoek naar de energiehuishouding van dieren.


Meer sterren

Wetenschappers hebben voor het eerst zonnen buiten melkwegstelsels ontdekt. Miljarden van dergelijke individuele sterren zweven kennelijk door de lege ruimte.

„De waarneming is zeer opzienbarend”, verklaarde het hoofd van de sterrenwacht van de Universiteit van München, Rolf Kudritzki, gisteren in het Duitse weekblad Der Spiegel. „Als dit waar is, dan hebben de astronomen de helft van alle sterren geheel over het hoofd gezien”. De alleengaande zonnen zenden maar zo weinig licht uit, dat zij zelfs met de grootste telescopen op aarde niet zijn waar te nemen.

Wetenschappers kwamen de tot dusver verborgen gebleven sterren toevallig op het spoor toen zij de telescoop op het Canarische eiland La Palma richtten op een vermeend leeg deel van de hemel. Daarbij stuitten zij op gasvormige resten van uitgebrande sterren, zogenoemde planetaire wolken, die speciale lichteigenschappen hebben.

Uit het aantal uitgebrande sterren hebben de onderzoekers berekend hoeveel zonnen er in het gebied achter de melkwegstelsels moeten zijn. Hun grote aantal verrast de wetenschappers volledig.


Arseenfilter

Een filter op basis van zand en ijzervijlsel kan vergiftiging door arseen uit het drinkwater voorkomen. Dit meldt de New Scientist van afgelopen zaterdag. De Amerikaanse professor N. Nikolaidis heeft het filter bedacht.

Arseenvergiftiging is volgens hem een groot probleem voor de volksgezondheid, met name in landen als Bangladesh. De mensen drinken daar 15 tot 20 liter water per dag, terwijl het grondwater sterk vervuild is met arseen, in concentraties die 30 tot 400 keer hoger liggen dan is toegestaan.

Het filter bestaat uit een buis die is gevuld met zand en ijzervijlsel, en past precies in de afvoer van de waterput. Het ijzer reageert met bariumsulfaat tot in water oplosbaar ijzersulfaat. Bariumsulfaat is al in het water aanwezig, of wordt eraan toegevoegd. Het opgeloste ijzersulfaat reageert met het giftige arseen tot een onoplosbaar complex, arsenopyriet. Dit blijft achter in het filter.

De ingrediënten van het filter hoeven niet veel te kosten. Een ton zand is in Amerika te koop voor 20 gulden, een ton ijzervijlsel voor 700 gulden. Met die hoeveelheid ijzer kan een filter in een sterk vervuilde put in Bangladesh twintig jaar functioneren, is de schatting van de onderzoeker.


Nieuwe weersatelliet

In de toekomst kan het weer nauwkeuriger worden voorspeld. Een nieuwe satelliet kan beter en vaker gegevens verzamelen over het weer en de klimaatveranderingen. Estec in Noordwijk presenteerde vorige week de eerste van een nieuwe generatie weersatellieten.

De eerste satelliet van de nieuwe serie van drie gaat overigens pas oktober 2000 de lucht in. De tweede en derde satelliet volgen met tussenpozen van anderhalf tot twee jaar. Tot de lancering van de eerste voert Estec een uitgebreid ontwikkelings- en testprogramma uit.

Vanaf een hoogte van 37.000 kilometer gaat de satelliet van drie meter hoog, drie meter in doorsnee en met een gewicht van 1800 kilo dagelijks en om het kwartier foto's maken van het aardoppervlak. Nu gebeurt dat om het halfuur.

De nieuwe weersatelliet kan zowel in dag- als in nachtsituaties opnames maken. Ten opzichte van de eerste generatie maakt het nieuwe type scherpere foto's. Verder kan de satelliet gebruikmaken van onder meer filters, waardoor een ander beeld van de weersomstandigheden wordt verkregen.

Bovendien meet de satelliet de warmtestraling van de aarde en de zon. Dat is met name belangrijk voor het onderzoek naar het broeikaseffect en de eventuele klimaatsveranderingen die kunnen gaan optreden.

Met de bouw van in totaal drie nieuwe satellieten, die een levensduur van zeven jaar hebben, is een bedrag gemoeid van 1,2 miljard gulden. Zeventien Europese landen die aan het project deelnemen, brengen dat bedrag op.


Hersengymnastiek

Fit worden kan door op de bank hersengymnastiek te doen. Dit is de boodschap van een groep wetenschappers van de Universiteit van Manchester. Hun theorie is gebaseerd op het gegeven dat de hersenen de baas zijn over de spieren, ook als je de spieren niet beweegt.

De onderzoekers in Manchester gebruikten voor hun onderzoek twee groepen studenten. De ene groep kreeg de opdracht in een periode van vier weken in totaal acht keer hun pinken twintigmaal te buigen en te strekken. De andere groep moest evenveel keer alleen maar denken dat ze dat deed. Na een maand maten de onderzoekers de sterkte van de pinkspieren. De studenten die echt hun pinken hadden bewogen, waren 30 procent fitter dan de anderen. Maar de sterkte van de pinkspieren van de fitdenkers was ook met 16 procent toegenomen.

Onderzoeksleider Dave Smith zei in The Sunday Telegraph dat het erom gaat dat je „visualiseert hoe het zou voelen als je je spieren echt beweegt”. De delen van de hersenen die te maken hebben met bewegen, kennen volgens hem het verschil niet tussen iets doen en je verbeelden dat je iets doet. „Je moet het er zoveel mogelijk op laten lijken, dat is alles. Alle spieren werken in principe op dezelfde manier. Als je je bijvoorbeeld inbeeldt dat je een oefening met gewichten aan het doen bent, worden je spieren sterker. Hoe sterk je bent, hangt af van hoe goed je hersenen zijn in het sturen van signalen naar de spieren. Als je dat kunt verbeteren, word je sterker”.