Nederlandse graficus was meester over perspectief
M. C. Escher, symbolist tegen wil en dankDoor ir. J. J. Meeuwsen Als beeldend kunstenaar was hij als geen ander in staat het menselijk waarnemingsvermogen op het verkeerde been te zetten. Alleen al vanwege dit talent is hij bij een breed publiek erg populair geworden. Deze zomer, op 17 juni, is het honderd jaar geleden dat de Nederlandse graficus Escher werd geboren. Vrijwel niets is zo vanzelfsprekend als diepte zien. Elke foto vertaalt de kijker automatisch naar een driedimensionale ruimte. En iedere kubus of bol, afgebeeld op een plat vlak, interpreteert hij rechtstreeks als een ruimtelijk voorwerp. Alleen een peuter of een inboorling die voor het eerst met de westerse beeldcultuur in aanraking komt, heeft er moeite mee tweedimensionale visuele informatie naar een pseudo-driedimensionaal beeld om te zetten. De gewoonte om visuele informatie vanaf foto's of tekeningen te interpreteren als ruimtelijke dingen, zit er bij ons diep in. Zo diep zelfs, dat we de grootste moeite hebben om een werkelijk plat vlak als zodanig, en dus niet meer dan dat, te interpreteren. Door het perspectief in de afbeelding worden we vrijwel automatisch gedwongen om diepte te zien. Als kind leren we al vroeg om met behulp van regels uit de zogeheten doorzichtkunde de tweedimensionale werkelijkheid naar onze hand te zetten. Op die manier suggereren we op een simpel, vlak papier toch ruimtelijkheid. Het kan nog een stap verder. Wie handig gebruikmaakt van perspectivische principes kan op papier reëel lijkende, ruimtelijke constructies creëren die in werkelijkheid niet kunnen bestaan. De waarnemer die er in eerste instantie inloopt, wrijft zich na enige tijd de ogen uit. Hij vraagt zich vertwijfeld af wat er nu precies mis is in de tekening en hoe het mogelijk is dat zijn zintuigen hem zo kunnen bedriegen. Op dat moment beseft de toeschouwer hoe zijn waarnemingsvermogen geneigd is met de echte, tweedimensionale werkelijkheid een loopje te nemen. Regelmatige vlakverdeling Maurits Cornelis Escher (1898-1972) was op een onovertroffen manier in staat de tekortkomingen van het menselijke waarnemingsvermogen op de korrel te nemen en er de spot mee te drijven. Heel bekend is de litho Klimmen en dalen, waarop een gebouw met een onbestaanbare trap is afgebeeld. In een eindeloze lus lopen mensen aan de ene kant van de trap almaar naar boven zonder daadwerkelijk hoger te komen. Tegelijkertijd dalen aan de andere kant personen continu de trap af zonder ook maar een stap lager te komen. Toch vormen Eschers werken waarop onbestaanbare ruimtelijke constructies te zien zijn slechts een onderdeel van zijn oeuvre. De Nederlandse graficus is vooral bekend geworden door zijn afbeeldingen met een regelmatige vlakverdeling. Dit zijn prenten waarbij de contouren van een aantal volstrekt gelijkvormige figuren samen ook weer een figuur vormen. Bekend is de houtsnede Dag en nacht waarop een Hollands rivierenlandschap is afgebeeld in vogelvlucht. Aan de linkerzijde is het dag en aan de rechterzijde nacht. Tegelijkertijd gaan van beneden naar boven de ruitvormige akkers over in zwarte en witte eenden, die in tegengestelde richting vliegen. Door te experimenteren vond Escher tal van mogelijkheden: reptielen, vissen, vogels, vlinders en zelfs ruiters bleken op wonderbaarlijke wijze in elkaar te passen. Eschers werk is doortrokken van het experiment. Naarmate hij ouder werd, hield hij zich er in toenemende mate mee bezig. Van het resultaat van zijn speurtochten deed hij op een creatieve wijze verslag in zijn grafische werk. In het najaar van 1995 verscheen het boek Maurits C. Escher een eigenzinnig talent, geschreven door Jan Willem Vermeulen. Het mooi geïllustreerde en keurig verzorgde boek beschrijft het leven en werk van 'Mauk' (zoals vrienden hem soms noemden) Escher. De auteur legt uit wat Escher bezielde en wijst aan hoe die bezieling terug te vinden is in zijn werk. Wie een volledige catalogus verwacht van Eschers grafische nalatenschap, komt bedrogen uit. Volgens de auteur is het een boek dat probeert de man en kunstenaar Maurits Escher dichter bij de lezer te brengen. Daardoor heeft het een wat subjectief en essayistisch karakter gekregen. Dualist Op 17 juni 1898 wordt Maurits als vijfde zoon in het gezin Escher te Leeuwarden geboren. Op school kan hij maar moeilijk meekomen. Hij is vrij veel ziek en wordt door schoolgenoten vaak gesard. Hij heeft daarom geen al te hoge dunk van zichzelf. Zoals wel vaker het geval is, vuurt dit zijn eerzucht alleen maar aan. Hij moet en zal iets gaan betekenen, zich waarmaken in de ogen van zijn vader. In september 1919 laat Escher zich inschrijven als student bouwkunde bij de School der Maatschappij voor Bouwkunde en Kunstnijverheid in Haarlem. Hij stapt echter al snel over naar de grafische vakken op aanraden van de leraar grafiek, S. Jessurun de Mesquita. De grafische vakken genieten zijn voorkeur, meer nog dan bijvoorbeeld het schilderen met palet en penseel. Volgens eigen zeggen omdat juist door de gedwongen beperking tot wit en zwart en vooral door zijn edele, moeizame techniek, de graficus beter in staat is dan de schilder, om de idee zuiver en klaar naar voren te brengen, en minder geneigd zich tot een hol effect te laten verleiden. Pas na 1950 gaat zijn ster echt rijzen. Een tentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijk Museum (1954) en een bewonderend artikel in Time Magazine dragen hier onder andere aan bij. In die tijd legt hij zich steeds meer toe op werk waar binnen een en dezelfde voorstelling diverse onderwerpen vanuit verschillende standpunten worden weergegeven. Zijn herkenbare beeldtaal maakt dat de populariteit van zijn werken nauwelijks aan rang of stand gebonden is. Zijn werk toont een man die serieus is op een speelse manier. Niet in woorden, maar in beeldtaal filosofeert hij over oneindigheid in tijd en ruimte, over relativiteit, orde en chaos en vele andere fundamentele dingen. Volgens Vermeulen is Escher een man van tegenstellingen geweest: een dualist in optima forma. Dit uit zich onder andere duidelijk in het veelvuldig gebruik van de kleuren zwart en wit van litho's, houtsneden en gravures. Je ziet wat je ziet Wiskundig geschoolden hebben Escher vaak geprezen vanwege de mathematisch doordachte grondslag van veel van zijn werken. Zijn aandacht voor de ruimtelijkheid van dingen, voor de relatie tussen twee en drie dimensies bracht hem in zijn ontplooiing in de buurt van de wiskunde. Over het algemeen stond Escher echter kritisch tegenover mensen die meenden diepere bedoelingen achter zijn werk te zien. Je ziet wat je ziet was zijn lijfspreuk. Niets meer maar ook niets minder dan dat. Vermeulen vermeldt in een Woord vooraf dat het wiskundige fundament in veel werken van Escher zijns inziens wel eens te veel aandacht krijgt. Dit zou ten koste zijn gegaan van de artistieke en kunsthistorische waardering ervan. Escher zelf had een hekel aan het zoeken naar symboliserende bedoelingen achter zijn werk. Volgens hem leidde dat alleen maar af van waar het hem werkelijk om te doen was: de pure en simpele afbeelding, als het uiteindelijk resultaat van een moeizame en langdurige, door de kunstenaar ondernomen ontdekkingstocht. De Nederlandse graficus haakte niet zozeer naar verwondering, als wel naar begrip, naar verstaan worden. Hij wilde begrepen worden als grafisch kunstenaar, en niet als de koele mathematicus die velen van hem wilden maken. N.a.v. Maurits C. Escher een eigenzinnig talent, door Jan Willem Vermeulen; uitg. Kok Lyra, Kampen, 1995; ISBN 90 242 7337 4; 240 blz.; 55,-. |